Bolivia

Swipe

Nationale revolutie in 1952

Vóór de revolutie van 1952 was Bolivia een achtergebleven agrarische maatschappij met een lage landbouwproductie en vertegenwoordigde het een klassiek Latijns-Amerikaans latifundio-(grootgrondbezit)systeem, gekenmerkt door een grote uitbuiting van de inheemse bevolking. Deze situatie kwam voort uit de enorme uitbreiding van het haciëndasysteem rond de eeuwwisseling, met als gevolg een uiterst onrechtvaardige landverdeling; 6% van de landeigenaren die meer dan 1000 hectares grond bezaten controleerden 92% van alle productieve landbouwgebieden. Hiervan werd gemiddeld slechts anderhalve hectare daadwerkelijk benut voor cultivering. De landeigenaren beschikten over het beste land. Ze verkregen hun werkkrachten door gratis land aan te bieden aan de indianen die er onbetaald werk tegenover moesten stellen. De indígenas moesten zelf voor de zaden, gereedschappen, ossen en transport van de gewassen zorgen, en er was nauwelijks een aansporing voor de landeigenaren om te investeren. Tevens werd van de landarbeiders geëist dat ze persoonlijke diensten aan de landeigenaren en hun familie verleenden, het zo gehate Ponquejaje. Uiteindelijk bestonden er geen wetten om de kleine boeren te beschermen en was er grote onrechtvaardigheid door het latifundio-systeem.

Revolutie van 1952

In 1951 werd Victor Paz Estenssoro (MNR) tot president gekozen. De regering van dat moment weigerde de verkiezingsresultaten te accepteren en droeg de macht over aan een militair bestuur. De georganiseerde en radicale mijnwerkers reageerden onmiddellijk op de staatsgreep en er brak revolutie uit. Gewapend met dynamiet en gedeeltelijk gesteund door de politie kwamen zij op 9 april 1952 in opstand, geholpen door de inheemse bevolking, de fabrieksarbeiders en de lagere middenklasse. Na drie dagen van hevige gevechten waarbij 600 doden vielen, was de strijd tegen de land- en mijneigenaren en de bureaucratische elite gestreden. Op 11 april gaf het leger zich over aan de milities van de MNR. De nationale revolutie was een feit. Victor Paz Estenssoro werd benoemd tot president van Bolivia.

Hervormingen van 1952

Na de revolutie van 1952 was het relatief makkelijk voor de MNR dramatische hervormingen in Bolivia door te voeren. De verouderde mijnsector werd zonder al te veel weerstand genationaliseerd. De drie grote tinbedrijven van Patiño, Hochschild en Aramayo werden genationaliseerd en opgenomen in de mijncorporatie COMIBOL (Corporacíon Minera de Bolivia).

De eis voor stemrecht, dat men moest kunnen lezen en schrijven en Spaans spreken, werd ingetrokken en zodoende konden ineens een miljoen inwoners voor het eerst in de Boliviaanse geschiedenis politiek hun stem uitbrengen. Er werd een nationale arbeidersfederatie opgezet, de COB (Central Obrera Boliviana), onder leiding van Juan Lechín Oquendo. De COB zou zeer gewaardeerd worden door een groot gedeelte van de bevolking omdat het tot het midden van de jaren tachtig altijd voor de belangen van de mijnwerkers, boeren en stadsarbeiders opkwam.

De revolutie bracht ook op andere gebieden voor de indianen een verbetering. Voorheen was het voor de inheemse bevolking in La Paz verboden om op het plein bij de regeringsgebouwen te komen of op de bestratingen van het centrum te lopen of bepaalde bioscopen, restaurants en openbare parken te bezoeken. Vanaf nu waren zij daar welkom.

Landbouwhervormingen van 1953

In augustus 1953 werd een radicale landbouwhervorming tot wet gesteld. De gronden van de haciënda’s werden door de sindicatos (vakbonden) en gemeenschappen verdeeld onder de inheemse bevolking onder de voorwaarde dat deze gronden niet individueel verkocht mochten worden. Op enkele uitzonderingen na was de grootgrondbezitklasse uitgeroeid en was er een nieuwe klasse van kleine landeigenaren ontstaan.

Resultaten van de landbouwhervormingen

Het volk had weliswaar de strijd gewonnen, maar de grond die ze terugkregen was de meest onvruchtbare. De vruchtbare grond ging naar de staat en kwam later in handen van vreemdelingen en nieuwe rijken. Technische begeleiding en economische hulp waren er niet. Bovendien ontstond er verdeeldheid van het land. Als een boer bijvoorbeeld water op zijn stuk land had, deelde hij dat niet met andere boeren. Als een familie groter werd en de ouders hun lapje grond moesten verdelen onder hun vele kinderen, hield men per familielid bijna niets over. Bovendien kon er onenigheid in de familie ontstaan over de verdeling. Veelal draaide het er op uit dat een deel van de familie in de mijnen of in de stad moest gaan werken.

Hulp van de VS

De prijs voor de revolutie was hoog. De enorme investeringen die nodig waren in de mijnen moesten nu gefinancierd worden door de staat. Bovendien hadden de verwoestingen van de haciënda’s tot grote voedselschaarste geleid en moest er voedsel geïmporteerd worden om verhongering tegen te gaan. Daarnaast slokten de sociale welzijns- en hervormingsprogramma’s veel geld op. De enige oplossing voor de staat was om nieuw geld in omloop te brengen. Dit leidde tot een spectaculaire inflatie van 1952 tot 1956 van jaarlijks 900%. De middenklasse, de oorspronkelijke aanhang van de MNR, werd zwaar getroffen door de hervormingen. De waarde van hun onroerend goed daalde ontzettend snel. Uiteindelijk leidde de economische malaise ertoe dat president Paz Estenssoro financiële hulp moest gaan zoeken bij de VS, die hij uiteindelijk ook ruimschoots kreeg; de toenmalige president Eisenhower was bang dat Bolivia, net zoals andere Latijns-Amerikaanse landen, in communistische handen zou vallen. De hulp was een redding voor Bolivia en bood zelfs fondsen voor de aanleg van een nationaal wegennet, noodzakelijk voor de integratie van het land. Bovendien werd een gedeelte van de financiële hulp geïnvesteerd in de Santa Cruzregio wat van vitaal belang was voor de economie en de voedselvoorziening van het land.

De hulp was niet gratis: de VS eisten belangen in de nationale oliewinning. Aan het einde van de jaren vijftig opereerden in Bolivia tien Amerikaanse bedrijven, waarvan de belangrijkste Gulf Oil was. In 1964 was de MNR totaal verdeeld tussen centrum en links aan de ene kant en president Paz Estenssoro, gesteund door de boeren en het leger, aan de andere kant. Dit leidde tot een staatscoup waarbij de macht na lange tijd weer in handen kwam van een militair bewind, dit keer geleid door generaal Barrientos.

10 prachtige bestemmingen in Bolivia