Bulgarije

Swipe

De geschiedenis van de kunst

Pas na de Tweede Wereldoorlog, na de afschaffing van de monarchie, kwam onder Russisch bewind de belangstelling voor de cultuur weer op gang. In letterlijke zin ging men graven in het verleden en de successen lieten niet lang op zich wachten. In 1947 vond men nabij Nova Zagora de eerste sier- en gebruiksvoorwerpen die erop duidden dat Bulgarije ook in cultureel opzicht een boeiend verleden had. Gedurende tien jaar zocht men minutieus de bodem in de omgeving af en men vond er de bewijzen van een zeer oude beschaving. Vastgesteld werd dat in dit deel van de wereld al in het Paleolithicum (oude steentijd, ouder dan 10.000 jaar voor het begin van onze jaartelling) werd bewoond.

Omdat men in die tijd in grotten woonde, richtte het onderzoek zich ook daarop en ook hier werden grote successen geboekt. In de grotten in de omgeving van Lovech en Vratsa werden wandschilderingen, gebruiksvoorwerpen en sieraden ontdekt. Ook het oudste sieraad dat ooit in Bulgarije werd gevonden komt uit een grot. In de Gamuilzagrot nabij Vratsa werd een sieraad aangetroffen waarvan onderzoekers vaststelden dat dat ten minste 35.000 jaar oud moest zijn. Langs de oevers van de Donau en in de omgeving van Varna werden belangwekkende vondsten gedaan waaruit men kon opmaken dat zeker al 8000 jaar geleden vaste nederzettingen moeten hebben bestaan.

Uit ontdekkingen die men deed en vondsten die werden gedaan, kon worden vastgesteld dat de ontwikkeling van de volkeren die het gebied bewoonden op een uitzonderlijk hoog peil moet hebben gestaan. Veel van de resultaten van de opgravingen zijn ondergebracht in het Nationaal Historisch Museum in Sofia (Boyana). U vindt er de meeste voorwerpen die de wereld rondreisden met de wereldberoemde tentoonstelling die bekend stond onder de naam ‘Het goud van de Thraciërs’. Maar ook in andere musea zoals het Archeologisch Museum en ook in musea van andere steden kunt u volop voorwerpen terugvinden die getuigen van het rijke culturele verleden van Bulgarije.

De talrijke sier- en gebruiksvoorwerpen uit de tijd van de Thraciërs maken duidelijk dat dit ook meesters geweest moeten zijn op het gebied van keramische kunst. In alle musea kunt u voorwerpen bewonderen die niet alleen buitengewoon gaaf zijn gebleven maar die ook nog zeer kleurrijk zijn. Nog steeds is Bulgarije wereldberoemd om het keramiek dat er vandaan komt. Het zal u opvallen, als u de moeite neemt om u er even in te verdiepen dat de technieken om kunstvoorwerpen van keramiek te maken in de duizenden jaren die zijn verlopen sinds de Thraciërs de kunst ontwikkelden, nauwelijks wijzigingen hebben ondergaan. Doordat de Thraciërs een geïsoleerd bestaan leidden wijzigden hun kunstuitingen zich nauwelijks en er zijn dan ook geen of weinig bewijzen van dat hun kunstuitingen werden beïnvloed door de Egyptenaren, de Grieken of de Romeinen.

Tijdens opgravingen zijn duizenden bronzen voorwerpen aan de vergetelheid ontrukt. In de tijd die wij de bronstijd noemen, vanaf zo’n 1400 jaar v.Chr., maakten de volkeren op de Balkan al voorwerpen van dit metaal. Alleen al op de Thracische Laagvlakte zijn honderden bronzen bijlen en speerpunten teruggevonden. In 1971 werd nabij Stara Zagora (een plaats en een gebied dat door liefhebbers van en geïnteresseerden in de tijd van de Thraciërs zeker bezocht moet worden) een kopermijn ontdekt die waarschijnlijk al 4000 jaar v.Chr. werd geëxploiteerd. Ook de bewerking van koper werd al ver voor het begin van onze bronstijd op kunstzinnige manier uitgevoerd. Vooral slijptechnieken waren in die tijd al vergevorderd.

Het reconstrueren van het verleden aan de hand van opgravingen is een immer voortdurend proces waarbij nog steeds verrassende ontdekkingen worden gedaan. Zo werden tijdens opgravingen kleitabletten ontdekt met nog onopgehelderde teksten. De tekens kunnen afkomstig zijn uit een nog niet ontdekte religieuze cultuur, maar het kunnen evengoed tekens zijn die de oudste Bulgaren of Thraciërs als schrijftaal gebruikten. Ook verder naar het noordoosten, in de omgeving van Varna, werden interessante zaken aan het licht gebracht. Er werd bijvoorbeeld een concentratie graven blootgelegd die bekend werd als ‘de gouden necropolis’. In 240 graven werden gouden voorwerpen aangetroffen met het uitzonderlijk hoge goudgehalte van 23,5%. De graven dateren uit ongeveer 4000 jaar v.Chr. en tonen, gezien de schitterend bewerkte siervoorwerpen, eens te meer aan dat metaalbewerking al in die tijd vergevorderde technieken kende. Dat het niet om een uitzondering ging moge blijken uit het feit dat men meer dan 7 kilo aan gouden voorwerpen aan de oppervlakte bracht.

Onder de 2000 gevonden gouden voorwerpen bevonden zich enkele afgodsbeeldjes, scepters, diademen, halskettingen en ringen. Veel van ‘het goud van Varna’ is te bewonderen in het archeologisch museum van de stad. Een aantal van de graven wordt toeschreven aan vooraanstaande leden van de stam en aan koningen. Men trof onder andere in een van de graven een skelet aan dat was omhangen met gouden sieraden. Naast de hand lag een gouden scepter en men trof nog tal van gouden en met goud ingelegde voorwerpen aan die duidelijk maakten dat dit een groot heerser geweest moet zijn. De graven zijn waarschijnlijk gedolven door een Indogermaanse stam die vanuit het noorden naar het zuiden trok. Men kan namelijk een spoor volgen waarlangs men voorwerpen en schilderingen aantrof die aan deze nomaden moeten worden toegeschreven.

Omdat, behalve de graven die als het ware met goud gevuld waren, ook graven zijn blootgelegd waarin slechts wat stenen of ijzeren voorwerpen werden aangetroffen, gaat men ervan uit dat het volk dat hier ooit leefde een zekere hiërarchie kende met een rijke bovenlaag en een arme onderlaag. Men was steenrijk of straatarm.

Ook de ijzertijd, de laatste fase van de prehistorie, heeft rijke sporen van de Thraciërs achtergelaten. De kunsthistorie uit die tijd komt vooral tot uitdrukking in de vele beelden en andere religieuze voorwerpen die werden gevonden. Overigens zijn er ook veel wapens gevonden en niet alleen op de plaats waar de Thraciërs woonden. Vrijwel overal in Noord- en Midden-Europa, maar ook in Griekenland en langs de Egeïsche Zee vond men wapens die zonder twijfel zijn gemaakt door de Thraciërs. Vanwege de geringe mobiliteit van dit volk gaat men ervan uit dat strijdende volkeren hun wapens van de Thraciërs betrokken, of, omdat niet alle Thraciërs honkvast waren, deze uit de oorspronkelijke woonplaats met de reizende (rovende en moordende) volkeren meetrokken. In deze tijd, ruwweg de duizend jaren voor het begin van onze jaartelling, ontstonden nieuwe volkeren die als Thracisch worden aangeduid, zoals de Arden, de Triballers en de Serden.

In de duizend jaar voor de aanvang van onze jaartelling beleefde ook de Thracische cultuur haar hoogtepunt. De koningsschatten die als tentoonstelling de gehele wereld over trokken en bekend werden onder de namen Vâlchi Trân, Rogozhen en Panagyurishte, zijn de beste voorbeelden van de prestaties waartoe de Thraciërs op technisch gebied in staat waren. De prestaties worden nog indrukwekkender als men bedenkt dat in die tijd ook nog vele bloedige oorlogen gevoerd werden tegen stammen die een begerig oog lieten vallen op het goud van de Thraciërs. De schatten zijn te bewonderen in het Nationaal Historisch Museum in Sofia (Boyana). De schat van Vâlchi Trân is het oudst en dateert uit de 8e eeuw v. Chr. Deze bestaat uit 13 gouden voorwerpen met een totaalgewicht van maar liefst 12,5 kilogram. Het zijn overwegend deksels waarvan de potten (nog?) niet gevonden zijn. Men gaat ervan uit dat het totale servies uit veel meer voorwerpen heeft bestaan.

De Rogozhenschat dateert uit de 4e of de 5e eeuw v.Chr. en bestaat uit een 165-delig zilveren servies. Het werd in 1986 in de achtertuin van een woning in Rogozhen gevonden. Uit de graveringen blijkt dat het servies ooit aan een Thracische vorst toebehoorde. De Panagyurishte schat werd in de 3e of de 4e eeuw v.Chr. vervaardigd. Deze bestaat uit gouden voorwerpen waarin op meesterlijke wijze decoraties zijn aangebracht. Overigens, nog steeds worden graven ontdekt waarin zich nalatenschappen van de Thraciërs bevinden. Zo werden in 2004 in de vallei van de Thracische koningen een gouden masker, waarschijnlijk van de Thracische heerser Theres, en een bronzen hoofd van Griekse origine gevonden. Beide vondsten zijn overgebracht naar het archeologische museum in Sofia.

Zoveel uitingen van kunst en cultuur er zijn overgebleven uit de tijd van de Thraciërs, zo weinig is er terug te vinden uit de Griekse en Romeinse tijd. De Grieken brachten weinig kunst en cultuur naar de Balkan, zij waren slechts geïnteresseerd in het economische belang. De handelssteden die ze daarvoor stichtten beconcurreerden elkaar sterk en de tempels die ze er bouwden werden tijdens onderlinge twisten verwoest. Voorbeelden hiervan zijn terug te vinden in de steden Sozopol en Nesebâr, die gesticht werden door de Grieken onder de namen Apollonia en Mesembria. Hier moeten prachtige tempels hebben gestaan gewijd aan Apollo. Wat niet werd verwoest werd in de tijd waarin de Romeinen het op de Balkan voor het zeggen hadden naar Rome gebracht.

De Romeinen lieten meer sporen na, echter in geen verhouding tot die van de Thraciërs. Het Romeinse theater in Plovdiv is een schitterend voorbeeld daarvan. Veel meer sporen zijn echter gevonden in de nabijheid van Sofia, dat onder de naam Serdica ooit de hoofdstad was van de Romeinse provincie Moersia. Nog steeds wordt gezocht naar sporen uit de Romeinse tijd. Belangrijkste vindplaats is daarbij het gebied tussen Veliko Târnovo en Bjala.

Als u kennis wilt maken met het Bulgaarse culturele erfgoed dan kunt u het beste een van de musea bezoeken die zich hebben toegelegd op het verzamelen van archeologische vondsten. Het Archeologisch Museum en het Nationaal Historisch Museum in Sofia zijn al even genoemd, maar er zijn nog wel een paar andere plaatsen waar veel te genieten valt. Breng eens een bezoek aan de historische musea van Varna, Plovdiv, Veliko Târnovo, Vratsa, Stara Zagora of Kazanlâk.

10 prachtige bestemmingen in Bulgarije