Cubaanse sigaren: wereldvermaard
Een Cubaanse sigaar wordt in Nederland en België simpelweg ‘havana’ genoemd. Veel havana’s komen van de Dominicaanse Republiek. Een kenner vraagt naar het merk en van namen als ‘Cohiba’ en ‘Montecristo’ krijgt de liefhebber het water in de mond.
Op Cuba zijn er enkele gebieden waar tabak van uitzonderlijke kwaliteit geteeld wordt. De beste tabak ter wereld komt van de zandgronden in de provincie Pinar del Río. Ook de provincies Artimesa, Havana, Mayabeque en Villa Clara, alsmede de oostelijke provincies leveren uitstekende tabak.
De vroegste rokers van sigaren waren indianen, die de sigaar (losse bosjes tabak) rookten om gezondheidsredenen en ter gelegenheid van religieuze en maatschappelijke aangelegenheden. De ontdekkingsreizigers brachten de sigaar naar Europa. Vanwege de heidense religieuze achtergronden, verbood de kerk het roken. Maar ja, wat mensen aangenaam vinden, kan zelfs een kerk niet verbieden en het roken van sigaren werd heel snel populair.
De staat had, onder druk van de kerken, accijns op tabak geheven, maar ook dat mocht niet baten. Toen de overheid ontdekte dat tabak een belangrijke nieuwe inkomstenbron aan het worden was, werd het gebruik van tabak min of meer gestimuleerd. Artsen ‘ontdekten’ diverse geneeskrachtige eigenschappen in de tabak en het werd zelfs toegepast bij de behandeling van kanker.
De tabak werd gedurende vele jaren geteeld buiten het zicht van de overheid. Men had ontdekt dat tabak geen product was voor grote oppervlakten, elke plant vroeg aandacht, ongedierte en onkruid moesten zorgvuldig met de hand worden verwijderd. Dat betekende dat de kleine boeren tabak verbouwden die van hoge kwaliteit was. De grote landerijen waren slechts geschikt voor een mindere kwaliteit tabak en voor de teelt van andere gewassen.
De grote boeren die hun tabakswinsten afgeroomd zagen worden, keerden zich tegen hun kleine collega’s. Onder druk van de grootgrondbezitters hief de overheid hoge bedragen aan belasting bij kleine ondernemers. Deze ontvluchtten de plaatsen waar de grote plantages gevestigd waren, weg van het toeziend oog van de Spaanse soldaten. De kwaliteit van de tabak die op de boerenbedrijfjes werd geteeld bleef vele malen beter dan die op de plantages.
Eind oktober wordt de tabak gezaaid en na een periode van intensieve zorg, ongeveer drie maanden later geoogst. De tabaksbladeren worden van de plant verwijderd zodra ze beginnen te verkleuren, de onderste bladeren eerst. Hoe hoger het blad van de plant komt, des te meer aroma bevat het blad. Het is dus zaak om de bladeren zorgvuldig gescheiden te houden. De bladeren van gelijke kwaliteit worden bij elkaar gebonden en ondersteboven te drogen gehangen. Na de droogperiode zijn de bladeren klaar voor verdere verwerking. De bladeren worden in de sigarenfabriek nogmaals gesorteerd, waarna ze, middels een soort broei, verder rijpen. Dit proces verlaagt het teer- en nicotinegehalte, de sigaar krijgt een zachtere smaak.
De bladeren waar uiteindelijk de beste merken sigaren van gemaakt worden, ondergaan het proces van rijping twee- of driemaal. Voordat ze tot sigaren worden verwerkt, blijven de bladeren nog een tot twee jaar ‘in ruste’. Alvorens er sigaren van te maken worden de bladeren licht vochtig gemaakt. De nerf van het blad gaat eruit en er vindt opnieuw een selectieprocedure plaats. Dit keer om de sigaar van binnen naar buiten te kunnen aanmaken. Een goede sigaar bestaat uit vier of vijf verschillende bladsoorten.
De rollers maken eerst het binnenwerk klaar, waarna dit onder de pers gaat. De sigaar heeft nu al zijn vorm. Het enige wat nog dient te gebeuren is het binnenwerk in een buitenblad te rollen. Met lijm van natuurproducten wordt de sigaar bij elkaar gehouden. De punten worden afgewerkt, er gaat een bandje om en de sigaar is gereed om gerookt te worden.
Jaarlijks worden er op Cuba zo’n 350 miljoen sigaren gemaakt, een groot gedeelte ervan machinaal en ruim 10 miljard sigaretten. In de sigarenfabrieken die door toeristen bezocht kunnen worden, is alles handwerk. Als u daar sigaren koopt bent u verzekerd van een beste kwaliteit. Toch is het niet altijd verstandig om uw inkopen daar te doen, elders zijn sigaren van hetzelfde merk of van dezelfde kwaliteit aanmerkelijk goedkoper. U moet er wél verstand van hebben. Op de zwarte markt is veel knoeiwerk voorhanden. Maak een kistje altijd open. Als de sigaren onregelmatig van vorm zijn heeft u de verkeerde!
Zelfs voordat u het kistje opent is er een eerste controlemogelijkheid. De onderkant ervan dient te zijn voorzien van het opschrift ‘Hecho en Cuba’, ‘Cubatabaco’ of ‘Totalmente al mano’, vergezeld van de naam of het merkteken van de fabriek of het huis van vervaardiging. Als u er geen verstand van heeft (iemand heeft u gevraagd om sigaren mee te brengen), koop dan liever niet bij particulieren. Als u een kistje van 25 sigaren voor minder dan 25 euro kunt kopen, moet u twijfelen. U kunt dan beter wat meer betalen met de zekerheid dat u de sigaar meebrengt die men graag wilde hebben: een échte havana. Als het binnenwerk uit veegstof, uit houtafval of uit bananenblad blijkt te bestaan, zou ú weleens de sigaar kunnen zijn.
Naast de al genoemde merken (Cohiba, de sigaar van Fidel Castro die hem er overigens niet van weerhield een aantal jaren terug met het roken te stoppen) en Montechristo, kunt u zich met een gerust hart wagen aan H.Upmann, Corona en Romeo y Julieta.
Rondreizen-Hotel
Cuba, het land van de sigaren en de salsa! Cuba is een land wat je moet ervaren om het echt te begrijpen,...
De karakteristieke Melody Studios hebben een perfecte ligging, zowel dicht bij het strand als het centrum. Je zult hier dus genoeg uurtjes...