Direct ten noorden van de hoofdstad Kathmandu (32 km) ligt de zuidgrens van het nationale park Langtang (1710 km2). De rivieren Trisuli en Koshi vinden hun oorsprong in de vele stroompjes en beekjes van deze streek. Dankzij de grote hoogteverschillen in dit gebied kunt u hier kennismaken met verscheidene soorten vegetaties en diersoorten. De valleien snijden op een hoogte van 1500 m door het landschap, terwijl de berg Langtang Lirung zijn vergletsjerde kruin 7246 m in de hoogte steekt. Beroemd in dit gebied zijn de Langtangvallei, de heilige meren van Gosainkund en de beboste heuvels boven Helambu. In totaal is 25% van deze streek met bos bedekt. De bossen bestaan met name uit rododendrons, eikenbomen, dollekervel, dennenbomen, esdoorns en elzen. Wat hoger zijn het vooral pijnbomen, eikenbomen en struikgewas die het aangezicht bepalen. Nog hoger zijn er slechts grassen en mossen. In het gebied leeft een grote verscheidenheid aan dieren. In de Langtangvallei (in de bossen rondom Ghore Tabla) en in de bossen ‘onder’ de meren van Gosainkund kunt u met enig geluk in de bomen een rode panda zien. In de bossen leven verder zwarte beren, luipaarden, grijze langoersapen, fazanten, gorals (Aziatische antilope), wilde zwijnen en luipaarden. In de hoger gelegen gebieden leven muskusherten, sneeuwluipaarden, Tibetaanse sneeuwhanen, sneeuwpatrijzen en thargeiten.