Servië

Swipe

Middeleeuwen: Koninklijke tijden

Voor Nederlanders ligt de Gouden Eeuw in de vroegmoderne tijd, ofwel de zeventiende eeuw: VOC-successen, een wereldrijk, de opkomst van Amster-dam als handelsstad. Een Belg, of beter gezegd, een Vlaming zal zich vooral op de borst kloppen vanwege de vijftiende of zestiende eeuw, toen steden als Gent en Brugge de Europese economie domineerden. Voor Duitsers ligt de mooiste tijd vanzelfsprekend in de negentiende eeuw: Goethe, het natio-nale ontwaken, de vorming van Duitsland. Een Serviër blikt het liefste terug op de Middeleeuwen, de veertiende eeuw, toen Groot-Servië zich over een groot deel van de Balkan uitstrekte.

Het gaat erg ver om hier de gehele middeleeuwen van Servië door te nemen van koning naar vazal en van sultan naar beg (lage Turkse adel): talloze poppetjes en veldslagen in een eindeloze stroom van invallende stammen. A. den Doolaard, de bekende vooroorlogse Nederlandse Balkan-reiziger, schreef al in het voorwoord van een boek over Joegoslavië in 1954: “Neen, ik wil de lezer niet tergen met de Joegoslavische tegenhangers van onze Dirk de Eerste, Dirk de Tweede, Dirk de Derde; ook al gaat Servië prat op zijn Stefan Uroš I t/m III”. Wie meer volledigheid van de Servische geschiedenis wil hebben, verwijs ik naar de leestips aan het einde van dit hoofdstuk.

Waar leefden de eerste Serviërs? Het is niet eenvoudig om aan te wijzen waar de grote stam van de Slaven zich precies vertakte in de kleinere stammen, of volkeren, zoals we die nu kennen. Zeker is dat veel van de Slaven vermengden met de andere barbaren, zoals in Bulgarije, waar de niet-Slavische Proto-Bulgaren in de middeleeuwen langzaam “slaviseerden” en uiteindelijk weinig meer leken op de oorspronkelijke bevolking.

De eerdergenoemde lijn die dwars over de Balkan liep, namelijk die van de grens tussen het Oost- en West-Romeinse rijk, heeft een belangrijke rol gespeeld in de vorming van prille middeleeuwse staten. De Sloveense en Kroatische stammen vestigden zich aan de westkant van die grens, de Serviërs en Bulgaren aan de oostkant. Dit betekende dat in de eerste jaren van het christendom de Slovenen en Kroaten in contact kwamen met de kerk van Rome en de Serviërs en Bulgaren met het zendingswerk van Cyrillus en Methodius, twee Moravische monniken, die aan de wieg stonden van de Slavisch Orthodoxe kerk en zeer belangrijke figuren werden in de Byzantijns-christelijke cultuur.

Wie in het zuiden van het huidige Servië de kloosters bezoekt van bijvoorbeeld Sopowani of Studenica, voelt de diepe historische verbintenis tussen de orthodoxe kerk en het middeleeuwse Servië. Op de naar Byzantijnse stijl geschilderde fresco’s staan naast de Bijbelse figuren ook Servische warlords afgebeeld die tegen indringers en vijanden het zwaard heffen. Niet ontoevallig zijn deze kloosters dan ook gebouwd in de tijd dat het Servische volk zich met pijn en moeite bevrijdde van de onderdrukking van de legers van de Bulgaarse khans (leiders) of die van het Byzantijnse rijk.

De eerste succesvolle koning van een onafhankelijk Servië en stichter van een dynastie was Stefan Nemanja (1113-1199). Hij had drie zoons, die de grenzen van het Servische rijk versterkten. De jongste zoon, Rastko, was een monnik en deed zijn uiterste best om de nochtans barbaarse Serviërs te bekeren tot het christendom. Mede dankzij zijn inspanning werd Stefans oudste zoon – Stefan Nemanjic – nota bene door de Paus gekroond tot de eerste koning van de Serviërs. Rastko doopte zichzelf om in Sava en werd na zijn dood de beschermheilige van de Serviërs. De familieverbinding tussen staat en kerk, zoals verbonden in de broederschap van Sava en Stefan, hebben altijd een grote rol gespeeld in het verdere verloop van de de Servische geschiedenis.

Overigens moest de dynastie der Nemanjiden het niet van de goede familiebetrekkingen hebben. In de huwelijksbedden van Venetiaanse, Byzantijnse en Hongaarse prinsessen werden nieuwe allianties gesmeed. Broedermoord en verraad volgden en zouden de dynastie in de dertiende eeuw vooral van binnenuit doen wankelen. Zeker na enige generaties werd de zuurverdiende onafhankelijkheid stukje bij beetje weggegeven aan Hongaren, Bulgaren en Byzantijnen.

Al dit verval werd tenietgedaan door Dušan Nemanjic (1308-1355), die aan de macht kwam door zijn vader te wurgen. Hij maakte nuttig gebruik van een Byzantijnse burgeroorlog en verdubbelde het Servische territorium ten koste van de Grieken in het zuiden. Onder zijn leiding werd Servië niet alleen veel groter, maar ook moderner. Met Dušanov Zakonik (Dušans Codex) presenteerde hij één van de eerste wetboeken in het toenmalige Europa. In 1346 liet hij zich door de vers aangestelde Servische patriarch tot Tsaar kronen. Als de machtige tsaar van de halve Balkan besloot hij ook samen met de Paus op te trekken tegen de Turken die aan de poorten van Europa rammelden. Voordat hij echter de Bosporus bereikte, stierf hij – waarschijnlijk door vergiftiging.

Tsaar Dušan werd opgevolgd door Uroš de Zwakkere (1336-1371) die zijn naam eer aandeed en veel grondgebied dat zijn voorganger had veroverd weer uit handen gaf. Na dit bewind stierf de dynastie uit.

Een laatste krimp gaf het Servische rijk nog onder het bewind van de veldheer Stefan Lazar Hrebeljanovic (1329-1389) – vlak voordat de gehele Balkan voorgoed onder de voet zou worden gelopen door de sterke Osmaanse legers.

In 1389 stond het leger van een gemixte christelijke alliantie onder leiding van tsaar Lazar tegenover het Osmaanse leger van Murad, op het Merelveld in Kosovo. Met de afloop van deze slag verloor Servië haar positie op de Balkan en werd spoedig erna bij het Osmaanse rijk ingelijfd.

Rondreizen

Groepsrondreis Balkan

Dit is een afwisselende reis door 4 verschillende landen; Servië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Kroatië. Deze landen maakten deel uit van het voormalig...

v.a. 1449.00 p.p.

10 prachtige bestemmingen in Servië