Dordogne en Lot

Swipe

Geschiedenis

De Prehistorie

De eerste bewoners van Europa kwamen waarschijnlijk zo'n 500.000 jaar geleden vanuit Afrika naar ons continent. Wanneer de eerste mensen Frankrijk bereikten weten we niet, maar zeker is dat zij al ongeveer een kwart miljoen jaar geleden door dit gebied zwierven. Het is een misvatting om te denken dat we toen met een soort aapmensen van doen hadden. Wat aanleg en intelligentie betreft verschilden ze waarschijnlijk niet zoveel van ons. Wel leefden ze heel anders. Ze trokken in kleine groepjes door een ongerept oerlandschap. Ze verzamelden er vruchten en wortels en jaagden op dieren. Behalve herten, reeën en rendieren stonden er ook jonge neushoorns op het menu. Tijdens hun tochten bivakkeerden ze in tijdelijke kampplaatsen, waar ze hun buit slachtten en opaten. Ze maakten er gereedschap van vuursteen, been en hout. Door de mens bewerkte vuurstenen voorwerpen, fossiele botten van zoogdieren en gevonden kampplaatsen uit deze Oude Steentijd vertellen het verhaal van hun leven.

Neandertaler

Ongeveer 100.000 jaar geleden komt men de eerste Neandertalers in Europa tegen. Een menssoort die tijdens de jacht gebruik maakte van speer- en pijlpunten. De huiden van de gevangen dieren maakte men met schrapers schoon. Zij leefden in hutten gemaakt van de botten van mammoeten en droegen dierenvellen. In Le Moustier in de vallei van de Vézère vond men voorbeelden van een nieuwe techniek van steenbewerken. Men ging de afslagen van het steen gebruiken voor de vervaardiging van bijvoorbeeld pijl- en speerpunten. Voorheen gebruikte men alleen de kern van de steen met dit doel. Deze nieuwe cultuur vernoemde men naar de vindplaats in het departement Dordogne Le Moustier. Een bijzonderheid was dat zij de eersten waren die hun doden begroeven, vaak in gezelschap van offerandes. Om onbekende redenen stierf de Neandertaler zo'n 35.000 jaar geleden langzaam uit.

Cro-Magnonmens

Zijn plaats werd in de loop der tijden ingenomen door een nieuwe menssoort: de Cro-Magnonmens. Men neemt aan dat de Neandertalers en Cro-Magnonmensen duizenden jaren lang naast elkaar geleefd hebben, voordat de eerstgenoemde definitief uitstierven. De Cro-Magnonmensen verschenen dus zo'n 35.000 jaar geleden. Zij zijn vernoemd naar de vindplaats Cro-Magnon, gelegen in de omgeving van Les Eyzies in het departement Dordogne. Hier vond men in 1868 de eerste vijf skeletten van deze menssoort. Het waren intelligente jagers die in snel tempo hun wapens verbeterden. Zij waren het die stukken steen versierden met afbeeldingen en op de wanden van grotten en overhangende rotswanden rotstekeningen en andere afbeeldingen aanbrachten.

Het tijdperk van de Cro-Magnonmens kan in verschillende perioden ingedeeld worden. De tijdvakken zijn vernoemd naar de vindplaatsen: het Aurignacien (33.000-26.000 v.Chr.) is vernoemd naar grot van Aurignac in Haute-Garonne; het Gravettien (27.000-19.000 v.Chr.) is vernoemd naar La Gravetta in Dordogne; het Solutréen (19.000-16.000 v.Chr.) is vernoemd naar Solutré in Saône-et-Loire; het Magdalénien (16.000-10.000 v.Chr.) is vernoemd naar La Madeleine in Dordogne; en het Azilien (10.000-7000 v.Chr.) is vernoemd naar Mas-d'Azil in Ariège.

Het Aurignacien

In het Aurinacien (33.000-26.000 v.Chr.) verbeterde men de kunst van het bewerken van vuursteen en botten. Zij versierden zichzelf met kettingen en juwelen van schelpen, ivoor en tanden. Verder brachten zij figuren aan op stenen, rotsen en gebruiksvoorwerpen.

Het Gravettien

Het Gravettien (27.000-19.000 v.Chr.) is vooral bekend om de fraaie afbeeldingen van naakte en rondvormige vrouwen die de Cro-Magnonmens uit ivoor, steen en been beeldhouwde. De betekenis van deze zogenoemde Venus-figuren is niet bekend. Uit deze periode stammen enkele primitieve tekeningen en schilderingen op rotswanden, waaronder eenvoudige afbeeldingen van dieren.

Het Solutréen

Tijdens het Solutréen (19.000-16.000 v.Chr.) verfijnde men de kunst van het bewerken van vuursteen, met als resultaat langvormige en doeltreffende speerpunten en naalden van been. Het was tevens een periode waarin men prachtige afbeeldingen in reliëf op de rotswanden aanbracht.

Het Magdalénien

Het Magdalénien (16.000-10.000 v.Chr.) is het tijdperk waarin de fraaiste rotstekeningen zijn ontstaan. Men vervaardigde prachtige voorwerpen van been en ivoor. De laatste ijstijd liep op zijn laatste benen en ontelbare rendieren bevolkten de steppen. Men bivakkeerde aan de voet van de rotswanden op de oevers van de rivieren of onder overhangende rotswanden die men in Frankrijk abri's noemt.

Prehistorische rotstekeningen

In de departementen Dordogne en Lot zijn een groot aantal grotten gevonden met unieke prehistorische rotstekeningen uit vooral het Magdalénien. Op enkele plaatsen lopen tekeningen door elkaar heen. Soms bedekten de schilders oude tekeningen met een laag oker waarover zij dan een nieuwe tekening aanbrachten. In de loop der tijden is het oker verdwenen en lopen oudere en nieuwere tekeningen nu door elkaar heen.

Zeker is dat deze prehistorische mensen niet in deze grotten leefden. Waarvoor ze deze grotten dan wel gebruikten en waarom ze de wanden ervan beschilderden weten we niet. Er zijn echter wel enkele theorieën die een antwoord op deze vragen proberen te geven. Bekend is de theorie van de beeldmagie van Abbé Breuil. Volgens hem dacht de prehistorische mens dat hij macht over een dier kreeg als hij het uitbeeldde. Dit zou succes tijdens de jacht garanderen. Dit verklaart waarom er weinig mensen op de schilderingen voorkomen. Maar waarom zijn er dan zoveel dieren geschilderd die geen jachtwild waren, zoals uilen, panters en leeuwen? Bovendien zijn er weinig afbeeldingen van rendieren, de meest gejaagde diersoort in de ijstijd. Volgens een theorie van André Leroi-Gourhan waren de grotten een soort heiligdommen waarin men via rituelen de voortgang van de aarde wilde verzekeren. De afgebeelde vreemde tekens en dieren in de grotten zouden symbolen van het mannelijke en het vrouwelijke zijn, die samengevoegd het voortbestaan van het leven garanderen. Anderen verklaren dat de afgebeelde dieren symbool staan voor verschillende familiestammen. Volgens Australische onderzoekers zijn de rotsschilderingen droombeelden van priestertovenaars die op deze wijze de jacht voorbereiden. Zeker weten de onderzoekers echter niets! Want waarom staan er overal handafdrukken in de grotten? Is het de handtekening van de schilder of moeten zij onbevoegden buiten de grotten houden? Zijn het symbolen van het vrouwelijke of wilden de schilders alleen maar de kleuren testen? Niemand weet het antwoord. Zeker is dat u indien mogelijk een of meerdere grotten met prehistorische rotstekeningen moet bezoeken, want ook uw stamboom loopt via deze schilders! De grootste concentratie rotskunst in grotten en onder overhangende rotswanden vindt u in de vallei van de rivier Vézère, rond het plaatsje Les Eyzies.

Het Azalien

Het Azalien (10.000-7000 v.Chr.) luidde het einde van de laatste ijstijd in. De steppen raakten dichter begroeid en de rendieren waren gedwongen om naar Noord Europa te trekken. In hun kielzog trokken groepen Cro-Magnonmensen eveneens noordwaarts, achter hun basisvoedsel aan. Het betekende het einde van een zeer kunstzinnige periode.

Jonge steentijd en later

Men heeft in de Dordogne en de Lot nog veel meer sporen gevonden uit de Jonge Steentijd (vanaf 7000 v.Chr.). Het is het tijdperk waarin het klimaat warmer werd en men de bodem begon te verwerken. De eerste permanente nederzettingen werden gebouwd. Opmerkelijk zijn de vele dolmens en menhirs die men tussen 4500 en 2500 v.Chr. oprichtte. Onder de dolmens begroef men zijn doden. De menhirs, rechtopstaande stenen, stonden soms in groepen bijeen; het doel van de menhirs is nooit duidelijk geworden.

Tijdens de bronstijd (2000 v.Chr.) trokken de eerste handelaars met barnsteen en tin door het Rhônedal. Velen zouden volgen, waaronder in de 6de eeuw v.Chr. de Kelten. Zij waren de eerste Galliërs. Vervolgens stichtten de Petrocorii een koninkrijk in de Périgord (Dordogne) en de Caduici een koninkrijk in de Quercy (Lot).

10 prachtige bestemmingen in Dordogne en Lot