De wereld van 1914 stond in het teken van strijd: sociale, economische, militaire en politieke machtsstrijd in en tussen landen bepaalden het beeld. De lont in het kruitvat was de moord op de Oostenrijkse troonopvolger Frans-Ferdinand op 28 juni 1914 in Sarajevo. Men voorspelde een korte oorlog; het werd een lange oorlog waarin men zich in de loopgraven terugtrok. Aanvankelijk zorgden nederlagen, prijsstijgingen en schandalen voor grote onrust in Frankrijk. Toch verloor Duitsland in 1918 de strijd, vooral omdat de V.S. zich in de strijd mengde. Bij de Vrede van Versailles in 1919 kreeg Duitsland het hard te verduren. Deze onvrede in samenhang met een economische crisis werd een van de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog. Het Franse leger stortte op het slagveld snel in. De Duitsers verdeelden Frankrijk in tweeën: een bezet (Noord- en West-Frankrijk) en een onbezet deel. Maarschalk Pétain werkte samen met de Duitsers en installeerde een regering in het kuuroord Vichy. Het verzet tegen de Duitsers was groot. Uiteindelijk verloor Duitsland ook deze oorlog en haalden de Fransen de nieuwe president Charles de Gaulle enthousiast in. Al snel trok hij alle macht naar zich toe: de Vijfde Republiek was geboren.