Dordogne en Lot

Swipe

Landschappelijke indeling

Het beschreven gebied kan landschappelijk in vier gebieden worden verdeeld: het licht heuvelachtige kalksteenplateau in de landstreek Berry, dat samenvalt met de departementen Cher en Indre; de westelijke flank van het Centraal Massief in de landstreek Limousin, dat grotendeels in de departementen Haute-Vienne, Creuse en Corrèze ligt; het kalksteenplateau in de landstreek Périgord dat samenvalt met het departement Dordogne en wordt doorsneden door een groot aantal rivieren; en de zeer droge kalksteenplateaus (causses) in de landstreek Quercy dat nagenoeg samenvalt met het departement Lot.

Ten noorden van de in deze website beschreven departementen (Cher, Indre, Haute-Vienne, Creuse, Corrèze, Dordogne en Lot) liggen de departementen Loir-et-Cher en Loiret. Indre-et-Loire, Vienne, Charente en klein stukje Charente-Maritime vormen de westelijke buren; Nièvre, Allier, Puy-de-Dôme, Cantal en Aveyron zijn dat in het oosten. Ten slotte liggen ten zuiden van het beschreven gebied de departementen Gironde, Lot-et-Garonne en Tarn-et-Garonne.

De Berry

De landstreek Berry bestaat uit twee departementen: Indre en Cher, vernoemd naar de gelijknamige rivieren die het landschap doorsnijden. Bourges is de hoofdstad van het departement Cher; Châteauroux speelt die rol voor het departement Indre. In de valleien liggen kleine kasteeldorpen met indrukwekkende burchten, zoals de kastelen van Meillant, Lignières, Ainay-le-Vieil, Culan, Maupas, Menetou-Salon, Boucard, Verrerie en Blancafort.

De Berry strekt zich uit over een licht heuvelachtig kalksteenplateau. Op veel plaatsen liggen lagen zand, klei en leem die de bodem vruchtbaar maken. Op deze golvende gronden verbouwd men granen, koolzaad, aardappelen en zonnebloemen. Centraal in dit agrarische gebied ligt La Champagne Berrichone, een omvangrijk landbouwgebied met veelal grootschalige landbouwbedrijven. Ten westen van dit gebied ligt de Brenne, een uitgestrekt merengebied en een regionaal natuurpark. De zuidgrens van de Berry wordt gevormd door de Boischaut du Sud, een zacht glooiend gebied met bossen en weidenvelden, doorsneden met beken en rivieren. Opvallend zijn de heggen (bouchures) die de weidenvelden omsluiten.

De Limousin

De Limousin bestaat uit twee delen: de Haut-Limousin en de Bas-Limousin. Het grootste deel van dit gebied ligt op de westelijke flank van het Centraal Massief en heeft dus veel graniet (een vulkanisch gesteente) als ondergrond. De naam Limousin is een verbasterde vorm van de naam Lemovices. De Lemovices zijn de oorspronkelijke bewoners van dit gebied.

Het dun bevolkte Haut-Limousin bestaat uit de twee departementen Haute-Vienne, met als hoofdstad Limoges, en Creuse, met als hoofdstad Guéret. Het is een bosrijk en heuvelachtig landschap doorsneden met rivieren als de Cher, de Creuse, de Vienne en de Triouzoune. Al deze rivieren ontspringen in de waterrijke Montagne.

In de loop der tijd heeft de mens ingegrepen in het oorspronkelijke landschap om voedsel te kunnen verbouwen en om te wonen. Aldus ontstond een gevarieerd landschap met stenen muren, heggen, lanen, parken, bossen en weidengebieden. In deze weiden loopt het bekende roodbruine Limousin-rundvee. Op enkele plaatsen bouwde men stuwdammen waarachter stuwmeren ontstonden. De bekendste zijn Lac de Vassivière en Lac de Saint-Pardoux. Rondom de meren zijn veel watersportmogelijkheden. Het email en porselein uit Limoges, de hoofdstad van Haute-Vienne, zijn wereldberoemd. In de stad Aubusson in het departement Creuse maakt men sinds de 16de eeuw wandtapijten die de muren van vele Franse kastelen sieren.

De Bas-Limousin valt samen met het departement Corrèze; hoofdstad is Brive (La Gaillarde). Het is een voornamelijk agrarische streek doorsneden met rivieren die in zuidwestelijke richting stromen. In het noorden stroomt de Vézère, in het midden de Corrèze en in het zuiden de Dordogne. De Dordogne ontspringt aan de voet van de Sancy in het Centraal Massief; de Vézère en de Corrèze ontspringen op het Plateau de Millevaches in het noorden van het departement Corrèze.

De Périgord

De landstreek Périgord valt samen met het huidige departement Dordogne, al gebruiken de inwoners vooral de oude naam en noemen zij zichzelf Périgourdins. Het is het op twee na grootste departement van Frankrijk. Vandaar dat deze landstreek in twee delen is opgesplitst: de Haut-Périgord en de Bas-Périgord.

De Haut-Périgord, het noordelijk deel van het departement Dordogne, kan op zijn beurt in twee gebieden verdeeld worden: de groene Périgord en de witte Périgord. De groene Périgord is vochtig en de lichtgolvende heuvels zijn begroeid met bomen en struiken. In de valleien stromen rivieren als de Bandiat, de Belle, de Tardoire, de Dronne, de Isle en de Auvézère. Op de oevers staan imponerende kastelen. Ten zuiden van de groene Périgord, in het centrum van het departement, ligt de witte Périgord. Hier bepalen kalksteenplateaus het uiterlijk van het landschap. Het is het gebied waar truffels, walnoten, kastanjes en aardbeien veelvuldig op het menu staan. Tussen de kalksteenplateaus stromen de rivieren de Isle, de Manoire en de Auvézère in westwaartse richting naar de zandige gronden uit het Tertiair. Dit geldt ook voor de rivieren de Vézère en de Dordogne die door de Bas-Périgord stromen. De Bas-Périgord, het zuidelijk deel van het departement Dordogne, kan in twee gebieden verdeeld worden: de zwarte Périgord en de purperrode Périgord. De zwarte Périgord is het gebied tussen de rivieren de Vézère en de Dordogne, het land in het zuidoosten van het departement Dordogne, met veel bebossing. Opvallend zijn de vele steeneiken.

In dit gebied vond men in veel grotten prachtige rotstekeningen, rotsschilderingen en gravures van onze voorvaderen vond. Met name het dal van de Vézère is wereldberoemd om de vele vondsten in grotten en schuilplaatsen. Bijna iedereen kent het grottencomplex van Lascaux, een van de beroemdste prehistorische vindplaatsen in de wereld. Dankzij de vele grotten, de middeleeuwse stadjes en de kastelen is het geschiedkundig een van de interessantste gebieden in Europa. De rivieren die het kalksteenplateau doorsnijden zijn op enkele plaatsen uitermate geschikt voor een kano- of kayaktocht over water.

In de purperrode Périgord, in het zuidwestelijk deel van het departement Dordogne, liggen uitgestrekte wijngaarden. De wijnen uit de omgeving van Bergerac zijn van een hoge kwaliteit. De vele kastelen en vestingstadjes, die men bastides noemt, zijn de stille getuigen van de Honderdjarige Oorlog en de Godsdienstoorlogen.

De Quercy

De grenzen van de landstreek Quercy komen ruwweg overeen met de grenzen van het huidige departement Lot. Als hoofdstad fungeert Cahors, bekend om zijn wijnen. In de landstreek Quercy vindt u een groot kalksteenplateau waar de rivieren Dordogne, Célé en Lot in westwaartse richting doorheen slingeren. Op veel plaatsen hebben zij prachtige kloven uitgesleten. In het noordelijk deel van het departement Lot stroomt de Dordogne; in het zuiden bepalen de rivieren Célé en Lot het aangezicht. Er tussen liggen ruige en uitgestrekte kalksteenplateaus, waaronder de hoogvlakte van Gramat (tussen Rocamadour en Cahors) en de hoogvlakte van Limogne (ten zuiden van de Lot). Deze hoogvlaktes noemt men causses. Het zijn gebieden waar weinig mensen wonen en kudden schapen in de meerderheid zijn. Door de hoogvlaktes lopen beken en rivieren die uitmonden in de grote oost-west stromende rivieren.

In het departement Lot maakt u kennis met de lange geschiedenis van de mens, van de prehistorie door de middeleeuwen tot de huidige tijd. Beroemd is het eeuwenoude pelgrimsoord Rocamadour met het beeld van de Zwarte Madonna als centrum van verering.

Ook de Quercy lag tijdens de Honderdjarige Oorlog in de frontlinie en dus bouwde men ook hier veel bastides. Het is een gebied dat bekend is om zijn pruimen, walnoten, zwarte truffels zoekt, ganzenleverpastei, lamsvlees, geitekaas en Cahorswijnen.

10 prachtige bestemmingen in Dordogne en Lot