Andalusische vluchtelingen (moslims en Joden) bouwden de stad in de 15e eeuw. De naam betekent in het Berbers ‘open je ogen’. Van het noordelijke Spaanse protectoraat werd Tetouan de hoofdstad. Daarna werd de stad vergeten en een persoonlijk bezoek van koning Mohammed VI in 1999 gaf de burger weer moed. Een bezoek van een halve of hele dag is zeker aan te bevelen.

Geschiedenis en ontwikkeling

Oorspronkelijk is de stad door Mauritaanse Berbers gesticht in de derde eeuw voor Christus. De Romeinen verwoestten haar in 42 na Christus. Begin 14e eeuw bouwden de Meriniden de stad weer op, maar nog geen honderd jaar later werd ze door de Spanjaarden verwoest.

De derde opbouw in 1484 hield stand. Deze vond plaats door gevluchte Andalusische moslims en joden, die als gevolg van de reconquista (herovering) van de christenen Spanje moesten verlaten. Vooral de Joden hebben veel bijgedragen aan de bloei van de stad in deze tijd. In de 17e eeuw legden sultan Moulay Ismaïl de stadswallen aan. Tot de 18e eeuw was Tetouan een zeeroversnest en werd er veel gehandeld met Europa.

Van 1859 tot 1862 bezetten de Spanjaarden de stad en gaven ze de medina een Spaans uiterlijk. In 1913 probeerden ze de Rif onder controle te brengen en gebruikten ze Tetouan als militaire gevangenis. Later werd de stad de hoofdstad van de het Spaanse protectoraat in het noorden. Naast de medina breidden ze de stad uit met de zogenaamde ‘Ensanche’ van voornamelijk witte koloniale architectuur, die een onderdeel vormt van de ville nouvelle. Hier verklaarde generaal Franco in 1936 het gekozen regime de oorlog en brak de Spaanse burgeroorlog uit.

Bij de onafhankelijkheid in 1956 bleek dat de stad zich weinig had kunnen ontwikkelen. Tot in 1984 waren er anti-overheidsacties. Momenteel worden de gebouwen van de Ensanche met de hulp van de Andalusische overheid gerestaureerd.

Stadswandeling en oriëntatie

Vanaf de Place Moulay El Mehdi loop je over de Avenue Mohammed V, die voor een groot deel een voetgangerspromenade is, naar de Place Al Jala. Linksaf is de Rue Al Jazaer, waar het Musée Archéologique te vinden is. Hier vind je vele objecten uit het Romeinse Lixus en Volubilis en een schaalmodel en luchtfoto’s van de monolieten van M’Zoura. De openingstijden zijn van ma. t/m vr. van 8.30-12.00/14.30-18.30 uur. De entree is 10 dh.

Loop terug naar de Place Al Jala en volg de Avenue Mohammed V naar de Place Hassan II. Dit voormalige marktplein werd in 1988 geheel gerenoveerd en er werd een nieuw koninklijk paleis gebouwd. Vlak vóór de Bab er Rouah (poort van de winden) kun je rechtsaf de Rue al Qods in, waar je in de mellah, de voormalige Joodse wijk, komt. Deze werd begin 19e eeuw gebouwd en er staan nog enkele synagogen.

Bij de Bab er Rouah ga je de medina in en volg je de Rue Terrafin. Bij een driesprong kun je naar links, naar de Souk el Houts met etenswaren en aardewerk. Vanaf hier neem je het meest rechtse straatje naar de Guersa el Kebira met kleding en textiel, waar ook de typisch rood wit gestreepte stof van de Berbers, de foutah, verkocht wordt. Verderop ligt de Place de l’Oussa, een pleintje met een fontein. Hier in de buurt zijn allerlei ambachtslieden te zien zoals koperslagers, babouchemakers, timmerlieden en andere.

Via de Rue El Jarazzin met allerlei winkeltjes kom je bij de Bab Sebta. Een andere mogelijkheid is bij de eerdergenoemde driesprong rechtdoor te gaan en de Rue Ahmed Torres en de Rue Sidi el Yousti naar Bab el Okla te volgen. Rechts van deze poort staat het Musée d’Art Marocain dat in een Andalusisch paleis gevestigd is in een bastion uit 1828. Er zijn zalen met bruidsrituelen te zien en muziekinstrumenten, meubilair en kleding. Er is een tuin en het uitzicht op het Rifgebergte is mooi. De openingstijden zijn: van ma. t/m vr. van 9.00-14.00 uur. De entree bedraagt 10 dh.

Tegenover de Bab el Okla is de ambachtsschool, waar je kunt zien hoe oude technieken van mozaïek, houtbewerking, zijden klederdrachten en andere ambachten nog aangeleerd worden. Het is in een prachtig Moors gebouw gevestigd. De openingstijden zijn: van ma. t/m vr. van 8.00-12.00/14.30-17.30 uur. De entree is 10 dh. In het oude station ten zuiden van de medinamuur zou een Musée d’Art Moderne gevestigd worden.

Excursies vanuit Tetouan

Ten noorden van Tetouan: Martil

Dit was de havenstad van Tetouan maar door verzilting van de rivier werd het een kustplaats met een mooi strand dat zich acht kilometer tot de landtong van Cabo Negro uitstrekt. Het is hier vooral in de zomer druk. Er zijn vele cafés, restaurants en ijswinkels. Martil is acht kilometer van Tetouan verwijderd. Je kunt hier overnachten in bijvoorbeeld Hotel Etoile de la Mer, Avenue Moulay al Hassan, 9039-979058, 1 pk. 150/175 dh, 2 pk. 175/230 dh.

M’diq

Zo’n dertien kilometer van Tetouan ligt dit tot chique badplaats uitgegroeide vissersdorp met een jachthaven en een goed strand. Er zijn prima restaurants en hotels zoals Golden Beach Hotel, 84 Route de Sebta, 9039-975077 en Hotel Narijiss, Avenue Lalla Nezha, 9039-975841. Vanaf dit hotel gaan grands taxi’s naar Tetouan (20 minuten, 5 dh).

Ten zuiden van Tetouan: Oued Laou

In dit langgerekte kustplaatsje, dat 45 kilometer van Tetouan verwijderd is, is niet veel meer te doen dan aan het strand liggen. Er zijn diverse budgethotels zoals Hotel Oued Laou, Boulevard Massira, 9039-670249, 1 pk. 120 dh, 2 pk. 130 dh, 3 pk. 150 dh. Met een bus ( 2 uur, 20 dh) of grand taxi (een uur, 30 dh) kun je hier vanaf Tetouan komen.