In de achtste eeuw werd Taza door de Amazigh (Berber)stam Meknassa gesticht. In de loop van de geschiedenis werd zij door ver-schillende Arabische rijken vanwege de strategische ligging ingenomen. De nabijgelegen pas, de Tizi n’Touahar, verschafte toegang aan verschillende binnen trekkende volkeren zoals de Romeinen en diverse Arabische stammen. Zowel de Almohaden als de Meriniden lieten hun sporen na in de hooggelegen medina van Taza. De macht van de verschillende sultans was meestal wankel, omdat de lokale Amazigh (Berber)stammen altijd konden aanvallen. De Alawitische sultan Moulay Ismaïl maakte van de stad een defensief bolwerk.

De heerser over de Rif en het oosten was in het begin van de twintigste eeuw Bou Hamra, die zich ‘El Rogui’ noemde. Dit betekent ‘hij die aanspraken maakt op de troon van de sultan’. In 1902 verklaarde hij zichzelf tot sultan van Taza. Door sultan Moulay Hafid werd hij gevangen genomen en gedood. Van het paleis van Bou Hamra in de medina is niet veel meer over dan een ruïne.

In 1914 namen de Fransen de macht over en vochten van hieruit tegen de altijd rebellerende Amazigh (Berber)stammen. Vanaf 1920 bouwden de Fransen de ville nouvelle die drie kilometer lager ligt.

Stadswandeling en oriëntatie: de medina en de ville nouvelle

De medina

De stadswal om de medina is ongeveer drie kilometer lang en stamt uit de 12e eeuw toen de Almohaden hier heersten. Ze zijn onder andere door de Meriniden in de 14e eeuw opgeknapt. De Saadiërs bouwden er in de 16e eeuw een bastion bij. Bij de noordwestelijke muur is de Bab er Rih. Hier heb je het mooiste uitzicht over de omgeving en krijg je een idee van de strategische ligging van Taza. De medina is tegenwoordig vooral een gemoderniseerde woonwijk met een aantal markten.

Via de Rue Mechouar loop je dwars door de medina. Aan je linkerhand staat de Grote Moskee, die door de Almohaden in 1135 gebouwd is en een van de oudste moskeeën van Marokko is. Verderop aan dezelfde kant staat de Markt Moskee met daaromheen de souks en de kissaria (overdekte markt).

Als je de Mechouar verder volgt, passeer je aan je rechterhand een madrasa (koranschool). Verderop loop je tegen de Andalusische Moskee aan die nog een 12e-eeuwse minaret heeft. Hierachter lag het paleis van Bou Hamra. Aan het eind van de straat ga je linksaf en kom je bij de Bab el Guebour. Van hieruit loop je naar de Place Moulay Hassan en de Place Aharrach waar diverse winkels zijn, de bussen en taxi’s staan en een parkeerplaats is.

De ville nouvelle

Het centrum van dit oorspronkelijk door de Fransen aangelegde deel van de stad is de Place de L’Independance. Het is een levendig plein waar omheen banken, hotels, restaurants, het busstation en het postkantoor te vinden zijn. In dit stadsdeel bouwden de Fransen destijds een grote gevangenis. In de zijstraten van de Rue de Fez vinden aan het eind van de middag en in de avond gezellige markten plaats.

Excursies vanuit Taza: rondom de Djebl Tazekka

Je kunt met eigen auto een schitterende dagtocht maken rondom de Djebl Tazekka (125 km). Dit is het overgangsgebied van de Rif naar de Midden-Atlas. Vooral in het voorjaar zijn er prachtige bloemen en zie en hoor je veel verschillende vogels. De weg is smal en bochtig maar goed onderhouden.

Langs de medina van Taza klim je naar boven richting Cascades de Ras el Oued; een kleine waterval in drie delen die je vanaf de weg kunt zien. Alleen in het vroege voorjaar is er een waterval; de rest van het jaar is het te droog. In het dorp Ras el Ma is aan de linkerkant van de weg het Café Ras El Ma met twee fraaie terrassen met een mooi uitzicht over de vallei. Je passeert een dorpje met een witte moskee en huizen met een rieten dakbedekking.

Wat verderop is de toegang tot het Nationale Park Tazekka, waar picknickplaatsen zijn en waar verschillende wandelingen gemarkeerd worden aangegeven, de meeste in de categorie middelzwaar tot zwaar. De weg loopt in krappe bochten naar de eerste pas die op bijna 1200 meter hoogte ligt. Daarna kom je bij een soort vlakte met een beetje water en veel groen, de Daïa Chiker, waar ook verschillende boerenwoningen staan. Eén ervan is de Gite Dayet Chiker, die 100 m van de weg af ligt. De eenvoudige boerenhoeve heeft een idyllische ligging maar je moet wel het primitieve voor lief nemen.

Tegenover de gite loopt een weg naar de Gouffre du Friouato, een enorme, diepe grot waar je als gewone bezoeker zo’n 700 meter in kan afdalen over ruim 500 treden; de terugweg is pittig (entree 5 dh). Wil je meer zien, dan heb je een gids nodig (200 dh tot vijf personen) die je drie km verderop brengt, maar dit is veel klimmen en dalen en door nauwe openingen kruipen. De grot heeft prachtige stalagmieten en draperieën (meerdere stalactieten naast elkaar). Een enthousiaste gids is Youness Qasimir (0666503468).

In 1935 werd de grot ontdekt en speleologen hebben de grot nog niet helemaal geëxploreerd. Hij is waarschijnlijk de diepste van Noord-Afrika. Je kunt hier vanaf Taza met een grand taxi komen.

Verderop ligt Bab Bou-Idir, een soort vakantieoord met lelijke moderne vakantiewoningen. Hier vlakbij is een kantoortje van het Tazekka Nationale Park met een plakkaat met een tiental wandelingen. Hier zijn ook picknickplaatsen in het prachtige kurkeikenbos, waarvan de basten aan de onderkanten van de stammen afgehaald zijn voor het kurk.

Acht km verderop is er rechts een slechte, onverharde zijweg die de Djebl Tazekka (1980 m) opgaat. Je passeert een plek waar een bord staat met daarop de hoogte van de plek = 1650 m. Even verderop heb je links een fantastisch uitzicht op de besneeuwde toppen van de Midden-Atlas waarvan de ronde top van de Djebl Bou Naceur (3340m) het meest besneeuwd is. Vervolgens rijd je door dichte wouden en door de canyon van de Oued Zireg naar Sidi Abdellah de Riata waar je op de weg naar Taza komt.