Departement El Quiché

Swipe

De ruïnes van Utatlán

Deze overblijfselen van de oude hoofdstad van de Quichés liggen 4 km ten westen van Santa Cruz del Quiché aan een onverharde weg. De Indianen noemden de stad Cumarcaj. Toen de Spanjaarden arriveerden, was het Quiché-volk in cultureel opzicht het meest vooraanstaande inheemse volk. De hoofdstad was als een vesting gebouwd want zij werd omringd door diepe cañons en was alleen bereikbaar via een smal pad en steile trappen. In Utatlán leefden het koninklijke hof en de priesters terwijl de boerenbevolking buiten het fort woonde.

In de buurt van het huidige Quetzaltenango werd Tecún Umán, een Quiché-heerser, door Pedro de Alvarado gedood. Om deze dood te wreken werden de Spanjaarden door de Quiché-adel uitgenodigd in de hoofdstad met als doel ze te overmeesteren en te doden. Door verraad ontdekte Alvarado het plan, waarop hij de Quiché-adel gevangen nam en levend liet verbranden. Daarna verwoestte hij de stad. Tecún Umán wordt nog steeds als inheemse held overal met standbeelden geëerd.

De Spaanse kroniekschrijver Fuentes y Guzman was in zijn berichtgeving nogal enthousiast over Utatlán. Hij vermeldde vele prachtige gebouwen waaronder een koninklijk paleis, mooie tuinen, een grote harem, een grote kazerne en een school. Uit latere onderzoekingen blijkt dat hij wel wat overdreef.

In 1840 brachten Stephens en Catherwood een bezoek aan de ruïnes van Utatlán. Catherwood maakte tekeningen van een aantal gebouwen waarvan de Sacrificadero, een offerplaats, het meest opvallende was. Dit vierkante, piramidevormige bouwwerk met trappen aan drie kanten kende meerdere bouwperioden. Dit bleek uit verschillende met figuren beschilderde pleisterlagen. Bovenop de piramide heeft waarschijnlijk een altaar gestaan waarop mensen geofferd werden.

Toen A.P. Maudslay in 1878 de stad bezocht, was er alleen nog maar een heuvel waarop de stad gestaan had. Hij vond slechts sporen van muren. Nergens waren hiërogliefen of stèles zichtbaar. Sommige stenen van de verwoeste stad werden gebruikt om Santa Cruz del Quiché mee op te bouwen, zoals de kathedraal.

Na de verwoesting van de stad door de Spanjaarden is er niets opnieuw opgebouwd of gerestaureerd en alle ruïnes zijn nog steeds met vegetatie bedekt. Je ziet dus eigenlijk alleen maar begroeide heuvels. De piramides waren van hetzelfde schuin aflopende type als die in Zaculeu. Er zijn twee onderaardse grafkamers waar je in kunt, je hebt wel een zaklantaarn nodig. Ze worden door de indianen voor ceremonies gebruikt, die hier tegenwoordig openlijk plaatsvinden.

Bij de ingang van het ruïnecomplex staat een maquette van de stad en er is een klein museum met onregelmatige openingstijden. Hoewel er weinig te zien is, zorgt de ligging van de vestingstad voor een prachtig uitzicht op de omgeving. De ruïnes zijn geopend van 8.00-18.00 uur; de entree bedraagt Q20. Je kunt ze lopend bereiken (3 kwartier) door de 10 Calle in westelijke richting te volgen totdat de weg zich splitst. Neem de rechterweg die heuvelopwaarts loopt. Met een taxi kun je er ook naartoe, vanaf de plaza heen en terug kost Q50 met een verblijf van een uur in de ruïnes.

Ten oosten van Santa Cruz del Quiché

De weg naar Joyabaj ten oosten van Santa Cruz del Quiché loopt door een heuvelachtig landschap met bossen en maïsvelden. Je passeert de plaatsen Chinique en Zacualpa. Er vertrekken dagelijks tussen 8.00 en 14.30 uur ieder uur vanuit Santa Cruz bussen naar Joyabaj. Vanuit deze plaats naar Santa Cruz vertrekken bussen tussen 5.00 en 13.00 uur.

10 prachtige bestemmingen in De ruïnes van Utatlán en Guatemala