Pamplemousses
Pamplemousses is een dorp met een oude ziel; het bestaat al sinds 1730. Een vruchtbare bodem en frisse lucht maakten het een aantrekkelijk (vakantie)oord voor de Franse kolonisten in de 18e en begin 19e eeuw. Veel mensen uit de hogere kringen hadden er een tweede woning. Halverwege de 19e eeuw verdreef malaria echter veel inwoners naar andere locaties. Pamplemousses raakte daarna in verval maar bleef altijd bewoond.
In het centrum staat de St. François d’Assise, de oudste kerk van het eiland. Op het kleine kerkhof naast de pastorie liggen gouverneurs, botanisten en andere Fransmannen begraven. Zo ook Padre Buonavita, de geestelijke die Napoleon bijstond op St. Helena waarna hij predikant in Port Louis werd. Verder is op het terrein van het gemeentehuis een bassin te zien waarbij vermoedelijk de slaven werden gewassen voordat ze op de markt werden verkocht.
Maar Pamplemousses is natuurlijk vooral bekend vanwege twee grote trekpleisters: de botanische tuinen en het suikermuseum.
De botanische tuinen van Pamplemousses
Altijd gedacht dat er een stuk of tien palmensoorten bestonden? In deze vermaarde botanische tuinen kom je al snel op andere gedachten. Prinsen, presidenten, pausen en andere illustere bezoekers gingen je voor. Alles wat de wereld te bieden heeft aan exotische flora staat er bijeen, waaronder honderden bomen, (medicinale) planten, bloemen en ook tachtig verschillende soorten palmen. Hiervan komt een kwart uitsluitend voor op de Maskarenen en zeven soorten alleen op Mauritius. Van sommige zeldzame boomsoorten is slechts één exemplaar aanwezig, gekoesterd en vertroeteld door een klein legertje tuinmannen en -vrouwen. Je vindt er ook reuzenbamboe, baobabs, geurige specerijenleveranciers (kamfer, kaneel, nootmuskaat en gemberplanten), rubberbomen uit Azië, inheems hardhout (ebbenhout, mahonie) en de befaamde Victoria Amazonica-waterlelies uit Zuid-Amerika. De tuin is uitgestrekt, koel en heel afwisselend. Er hangt een mysterieus sfeertje tussen het weelderig groen – achter iedere woudreus verwacht je een elf of kabouter te zien wegschieten. Veel bomen worden prachtig omarmd door orchideeën en andere epifyten. Er zijn waterpartijen en er staan enkele monumenten in het park, onder andere ter herdenking aan Engelse royalty’s die hier in het verleden kwamen om een boompje te planten. Pamplemousses is op zijn mooist tussen december en april maar ook in de rest van het jaar de moeite waard. Het park is groot genoeg om een halve dag in door te brengen. Je kunt er eindeloos dwalen door lanen die namen kregen van beroemde bezoekers van wie Charles Darwin er een was. Ook al vanwege de afmetingen (dertig hectaren) wordt aangeraden een van de gidsen in te huren. Zij kunnen je van iedere boom of plant behalve alle eigenschappen ook de naam geven in het Latijn, Engels, Frans en Duits. Wandelende encyclopedieën zijn het. Dit ervaren sommige mensen juist als vermoeiend. Koop dan liever de brochure bij de ingang. Het is toegestaan van de paden af te gaan om een plant of boom nader te bekijken.Piet Peper, de specerijenman
Wat begon als een moestuin voor de inwoners van Port Louis groeide uit tot een van de eerste botanische lustoorden in de wereld. De tuin werd in de 18e eeuw gecreëerd in opdracht van de Franse gouverneur Mahé de Labourdonnais, bij zijn buitenverblijf Mon Plaisir dat de kern van een landgoed vormde. Na het vertrek van Labourdonnais verscheen Pierre Poivre ten tonele, botanist en vriend van de gouverneur. Deze ‘Piet Peper’ uit Lyon had een passie voor specerijen en introduceerde specerijenplanten uit alle delen van de wereld. Hiervoor verzamelde hij zorgvuldig allerlei zaden tijdens zijn vele reizen. Zijn doel was om er zoveel mogelijk uit te zetten op Mauritius en het Hollandse monopolie op de specerijenhandel te doorbreken. Het is aan het levenswerk van deze Poivre en zijn opvolger Nicolas Céré te danken dat Pamplemousses zo’n schat aan verschillende soorten planten en bomen bevat en wereldwijde erkenning geniet onder naturalisten. Er staat een borstbeeld van Poivre in het park. Van het ooit nog veel grotere landgoed kon overigens maar een deel als botanische tuin behouden blijven. De rest ging op in plantages.Rondleiding
Het mooie gietijzeren hek bij de ingang, een gift van een bewonderaar, werd vervaardigd in Europa. Voordat het naar Mauritius kwam won het de eerste prijs bij een internationale tentoonstelling in Londen, 1862. Bovenop elke pilaar stond oorspronkelijk een leeuw met kroon. Eigenlijk is het hek een kopie, het origineel werd overgebracht naar Port Louis. Na de ingang begint de Labourdonnais Avenue, geflankeerd door zeldzame gele latanen uit Madagaskar. Verderop staat aan de linkerkant de Liénard Obelisk, een obelisk van wit marmer met op de flank een filosofische overpeinzing van Bernardin de Saint Pierre. Vervolgens begint links de Charles Darwin Avenue met daaraan de grootste mahoniebomen van het land. Ze hebben een prachtige roodbruine kleur. Ga je na de ingang niet rechtdoor maar rechtsaf dan kom je op de statige Poivre Avenue waar rijen metershoge koningspalmen (twee varianten) meteen in het oog springen. Volg deze weg tot aan het rijtje palmen met enorme bladeren dat dwars op het pad staat, exemplaren van de talipot. Stokoud zijn ze, want ze zijn geplant in 1870. Dit is de grootste van alle palmen – hij kan wel 25 meter hoog worden. Pas op veertig- tot zestigjarige leeftijd wordt de boom volwassen en bloeit dan eenmalig. Hoog boven de bladeren steekt dan een metershoog boeket omhoog, bestaande uit miljoenen minibloemetjes. Na deze triomf sterft de palm. De talipot is de nationale boom van Sri Lanka. Daar en in India werden de bladeren in het verleden gebruikt voor het noteren van religieuze teksten. Een van de hoogtepunten in het park is natuurlijk de rechthoekige vijver met Nymphaea, waterlelies met witte, blauwe of roze bloemen en de Victoria Amazonica-waterlelie met zijn enorme bladeren met opstaande randjes, net een dienblad. Aan de onderkant zitten kleine dorens, bedoeld om de vissen op afstand te houden. Merkwaardig is dat de mooie bloemen van deze waterlelie slechts tweemaal opengaan, op twee achtereenvolgende dagen. Hierbij verkleuren ze van crèmewit tot roze. Dan is er nog de lotusvijver met weer andere witte en gele bloemen waarvan de zaden eetbaar zijn. De lotus speelt een grote symbolische rol in het boeddhisme en hindoeïsme. Achterin de tuin staat Château Mon Plaisir (19e eeuws, dus niet de oorspronkelijke woning van Labourdonnais, dat werd afgebroken). Het château met de mooie lange veranda doet dienst als ontvangstruimte voor belangrijke gasten. Er is ook een kruidentuin en een replica van een oude suikermolen. Ernaast wonen een paar stokoude schildpadden, afkomstig van het eiland Aldabra. Op advies van Charles Darwin liet koningin Victoria de dieren importeren om de uitgestorven Mauritius-schildpad te vervangen. In de Fernery achter het château is een collectie varens, orchideeën en andere decoratieve planten samengebracht. Al sinds de tijd van Poivre worden er zaden en planten uit de tuin geëxporteerd, destijds naar koningshuizen van Europa, nu naar andere botanische parken in alle werelddelen. Tot slot vermeldenswaardig is het Paul & Virginie-monument. Paul en Virginie zijn romanfiguren, ontsproten aan het brein van naturalist en filosoof Jacques Henry Bernardin de Saint Pierre. Menig Mauritiaan weigert te geloven dat het liefdespaar fictief is en komt hier hun ‘graf’ bezoeken, in een onopvallend hoekje van de tuin. Het borstbeeld van de auteur staat ook in de tuin.L’Aventure du Sucre
Waar breng je een museum onder over suikerbouw? Precies, in een oude suikerfabriek. In en rond de oude suikermolen van Beau Plan (1797-1999) kunnen jong en oud op interactieve wijze kennis nemen van alles wat met suiker te maken heeft. Na de entree (door een grote ‘suikerberg’) trekt de geschiedenis van de suikerbouw in al zijn facetten je voorbij. Te zien is hoe de verwerking van het suikerriet in zijn werk gaat in een machtig stelsel van pijpen, raderen, buizen en boilers, en hoe suikerbouw de ziel vormt van de Mauritiaanse maatschappij. Suiker bracht Mauritius welvaart maar ook veel menselijk leed. Wie durft kan een zak suiker van tachtig kilo optillen, het gebruikelijke gewicht dat de slaven en arbeiders vroeger moesten sjouwen. L’Aventure du Sucre is een van de beste musea van Mauritius. Het is modern, aantrekkelijk vormgegeven en erg interessant al is de opbouw soms wat warrig. Een mooie souvenirwinkel waar ook rum en suiker geproefd kan worden en restaurant La Fangourin in de tuin maken het geheel compleet. Je vindt het museum aan de noordzijde van de rotonde bij Pamplemousses. Dagelijks geopend.Vergers de Labourdonnais
Dit domein rond het 19e-eeuwse Château de Labourdonnais ligt aan de M1 tussen Pamplemousses en Grand Baie, iets ten noorden van Mapou. Neem bij de rotonde de afslag naar ‘La Corbeille Pépinières de Labourdonnais. Het ‘château’ is eigendom van een Franco-Mauritiaanse familie en niet te bezichtigen maar de rest van het terrein wel. De oorspronkelijke suikerplantage werd opgedoekt (er staat nog een schoorsteen) en maakte plaats voor een keurig onderhouden kwekerij. Zowel in kassen als in de buitenlucht staan lange rijen aromatische bloeiende (sub)tropische (kamer)planten en palmen opgesteld. Er zijn groentetuinen, ananasvelden en een geurende boomgaard vol fruitbomen, zwaar van de mango’s, guaves, bananen en citrusvruchten. Planten en decoratieve potten zijn te koop in kwekerij La Pépinière en voor verse bloemen, fruit uit de boomgaard, biologisch gekweekte groenten en heerlijke jams kun je terecht in het winkeltje La Corbeille bij de ingang. Naast de winkel zijn een koffiehoek en een (Zuid-Afrikaanse) wijnkelder. Mits vooraf gereserveerd kan een tour met begeleiding over het domein gemaakt worden, de ‘fruit stroll’ (ma. t/m za.), Tel: 266 1533. De wandeling duurt circa een uur en is inclusief het proeven van fruit en fruitsapjes na afloop. Kom je op de fiets dan mag je er ook zelfstandig doorheen fietsen. Voor bezoek aan de winkel en de kassen is geen reservering nodig.La Nicolière Drinkwaterreservoir
Nicolière (250 m) ligt in het hart van Mauritius waar de Rivière Citrons ontspringt. Het lieflijke heuvelachtige landschap rond het meer is nog tamelijk onontdekt en vormt een aardig contrast met de rest van het vlakke noorden. De vegetatie is er volkomen anders. Er loopt een mooie weg langs het meer en natuurliefhebbers kunnen wandelen langs een aantal uitzichtpunten. Wie weet kom je er apen of vleermuizen tegen. Nicolière ligt in de streek Nouvelle Découverte ten oosten van Port Louis. Ten noorden ervan, aan de weg naar het plaatsje Grande Rosalie staat Château de Villebague, een prototype van Frans-koloniale architectuur op Mauritius. In de 18e eeuw was het een van de woningen van gouverneur Mahé de Labourdonnais. Helaas is dit imposante château gesloten voor publiek.
Bij aankomst klinkt direct het geluid van een tradionele trommel. Je voelt je direct welkom in Grand Baie door de lokale muzikant...
Direct aan het strand van Belle Mare ligt het SALT of Palmar hotel. Dit prachtige 5-sterrenresort wordt erg goed beoordeeld door voorgaande...
Op het prachtige eiland Mauritius geniet je vast en zeker van een heerlijke welverdiende zonvakantie. Aan de noordwest-kust ligt de plaats Grand...