Pas in 1992 werd het Udzungwa National Park een nationaal park. Door het grote hoogteverschil, het park ligt tussen 330 en 2200 meter, is er van alles te zien. De vegetatie is op sommige plaatsen overweldigend, maar de kenner gaat op zoek naar het kleine Afrikaanse viooltje dat alleen in dit park en nergens elders ter wereld voorkomt. Er zijn trouwens nog meer planten die uniek zijn waaronder enkele orchideeënsoorten.

Over het vogelleven is weinig bekend, vaststaat dat het park rijk bedeeld is. Nog steeds ontdekt men soorten die niet eerder werden waargenomen.

Behalve dat er diverse soorten antilopen voorkomen, zijn in het vlakke gebied leeuwen en luipaarden te vinden. U mag daar de auto dan ook niet verlaten. In de bergen mag dat wel, zelfs zonder gewapende begeleider. Evengoed oppassen, van buffels en olifanten is bekend dat ze zich in bergachtig gebied uitstekend thuis voelen.

Als u besluit de bergen in te gaan wordt uw klimvermogen behoorlijk op de proef gesteld, de paden zijn soms zeer steil en bovendien glad. Uw moeite wordt echter beloond met schitterende vergezichten. Bovendien kunt u de diverse watervallen van dichtbij bekijken, waaronder de ruim 170 meter hoge waterval in de rivier Sanje die in het park ontspringt. Een van de zeldzamere apensoorten, de Sanje kroonaap, is zelfs naar de rivier genoemd. Een andere zeldzame soort, de Iringa franjeaap, een ondersoort van de rode franjeaap, laat zich eveneens regelmatig zien.