Langs de Drina naar het zuiden
Over een lengte van meer dan tweehonderd kilometer vormt de Drina de grens tussen Bosnië en Servië. De rivier wordt gevormd door de samenvloeiing van de Piva en Tara op de grens van Montenegro en Bosnië. Stromend door Foca en Goražde is de Drina nog een wilde beek, die diepe kloven heeft uitgeslepen. Bij Višegrad en Zvornik maken waterkrachtcentrales gebruik van de kracht van de Drina. Na 345 kilometer mondt hij als een brede, rustige stroom uit in de Sava ten noorden van Bijelina.
Bijelina
Voor de Bosnische Serven is Bijelina het belangrijkste centrum van het noordoosten. Het ligt op de rand van de Pannonische laagvlakte, die zich uitstrekt tot en met de zuidelijke helft van Hongarije. Vlak bij de stad mondt de Drina in de Sava uit. De vruchtbare gronden die dat oplevert worden intensief gebruikt voor akkerbouw en fruitteelt. Dat gebeurde al lang voor het begin van onze jaartelling, zoals te zien is aan de prehistorische landbouwwerktuigen die in het Semberija Museum (Karadordeva 1) tentoongesteld zijn.
De sporen van de Osmaanse tijd zijn in de loop der eeuwen vrijwel uitgewist. In de achttiende eeuw hadden er hevige gevechten plaats tussen de Habsburgers en de Turken, waarbij de stad zwaar beschadigd raakte. In de laatste oorlog werden alle overgebleven moskeeën van de stad verwoest, waaronder de zestiende-eeuwse Atik moskee. Ook oude Oostenrijkse gebouwen zijn er nauwelijks meer.
Door de ruime opzet van de huidige stad heeft het autoverkeer vrij spel. Tussen grote flatgebouwen bevinden zich brede verkeerswegen. Op een weids plein staat een megalomaan monument voor de partizanen. De meeste toeristen zullen Bijelina bezoeken om inkopen in een van de supermarkten en warenhuizen te doen, om zich vervolgens weer terug te trekken in de mooie omgeving. Langs de Drina zijn verschillende plekken waar het goed toeven is voor vissers, zoals het recreatiegebied Amajlija. In de zomer wordt daar ook veel gezwommen. Veel restaurants hebben een terras met uitzicht over de rivier. Vijf kilometer buiten de stad ligt Etnodorp Stanišici, met nagebouwde traditionele huisjes, een goed restaurant en niet al te goedkope accommodatie.
Zvornik
Net als in Bijelina is de landbouw in Zvornik de grootste bedrijfstak, maar in de grensstad wordt ook veel handel gedreven en er is wat industrie. De grootste attractie is – zoals in zoveel steden in Bosnië – een rivier. De Drina leent zich uitstekend voor raften en kanoën. Aan het eind van het voorjaar is er een belangrijke jaarlijkse kanowedstrijd, georganiseerd door de plaatselijke watersportclub. In de omgeving van Zvornik zijn 56 velden met stecci gevonden. Boven de stad ligt een middeleeuwse burcht, waarover weinig bekend is. Er staat een houten turbe, het mausoleum van de dichter Hasan Kamija. In het centrum van de stad is het graf van de ‘volksheld’ Filip Klajic-Fica, die tijdens de strijd van de partizanen in de Tweede Wereldoorlog zijn leven verloor. Tijdens de laatste oorlog hadden in Zvornik verschrikkelijke etnische zuiveringen plaats. Alle niet-Servische inwoners werden verdreven. De slachtoffers van het bloedbad van Srebrenica liggen veelal hier in massagraven.Kloosters
In het noordoosten van Bosnië liggen een aantal prachtige Servisch-orthodoxe kloosters. Het Tavna klooster ligt aan een weg naar het oosten, die bij het dorp Glavicice van de hoofdroute van Bijelina naar Zvornik aftakt. In de dertiende eeuw gaf de Servische koning Stefan Dragutin opdracht voor de stichting. Het klooster werd zowel in de eerste jaren van de Turkse overheersing als in de Tweede Wereldoorlog ernstig beschadigd, maar is steeds weer opgebouwd. Het interieur is rijk versierd met fresco’s. Van de weg van Zvornik naar Tuzla gaat vlak voor Caparde een zijweg naar links naar Šekovici en Tišca bij Kladanj. Na een kilometer of negen bereikt u het Papraca klooster. De kloosterkerk uit de zestiende eeuw is de grootste van Bosnië. Ernaast staat een klokkenstoel van hout en koper. Als u nog twaalf kilometer doorrijdt bereikt u het dorp Šekovici (www.sekovici.net). Daar gaat een klein weggetje naar het noorden langs het schilderachtige stroompje de Lovnica, dat leidt naar het gelijknamige klooster. Na een paar kilometer bereikt u restaurant Studenac en nog iets verder staat het nonnenklooster verscholen tussen de bomen. De fresco’s van Lovnica zijn misschien wel de mooiste van heel Bosnië-Herzegovina. Sommige ervan schilderde Longini, een beroemde zestiende-eeuwse kunstenaar uit Servië. In de kloosterkerk, gewijd aan St.-Joris zijn bovendien oude manuscripten bewaard gebleven. De nonnen zijn graag bereid u een kleine rondleiding te geven, maar spreken alleen Servo-Kroatisch. In de omgeving zijn mooie wandelingen te maken.Familiereizen
Dit is een afwisselende reis door drie verschillende landen; Kroatië, Montenegro en Bosnië en Herzegovina. Verbaas je over de mogelijkheden van de...
Rondreizen
Dit is een afwisselende reis door 4 verschillende landen; Servië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Kroatië. Deze landen maakten deel uit van het voormalig...
Familiereis-Tweepersoonskamer
Ben je op zoek naar een actieve en avontuurlijke familiereis en wil je daarbij ook nog niet te ver van huis? Dan...