San Sebastián is schilderachtig gelegen en u vindt er prachtige brede zandstranden. De stad is lang de zomerresidentie geweest van de Spaanse adel. Ook nu nog ontvluchten veel Madrilenen de ‘s zomers snikhete hoofdstad om aan de noordelijke kust verkoeling te zoeken. San Sebastián is een typisch Spaanse badplaats, maar wordt ook veel door Fransen bezocht. In het zomerseizoen is het er druk.

San Sebastián is in 1013 gesticht en is het bestuurlijk centrum van de Baskische provincie Guipúzcoa. De stad wordt in het oosten begrensd door de dichtbegroeide Monte Ulia en in het westen door de even bosrijke Monte Igueldo. Tussen beide bergen ligt op een schiereiland het oude stadsdeel, Parte Vieja, dat overigens nog niet zo oud is: het bestaat hoofdzakelijk uit 18e- en 19e eeuwse wijken. De kop van het schierland wordt gevormd door de Monte Urgull. Op deze lage heuvel waakt het kasteel van La Mota over de kleine vissershaven.

Naar het zuiden toe gaat de stad over in moderne nieuwbouw die de snelle groei van San Sebastián moet opvangen; de stad telt tegenwoordig ruim 186 duizend inwoners. Dwars door de stad stroomt de door statige bruggen overspannen Río Urumea naar zee.

Langs de diepe baai waaraan San Sebastián ligt, de Bahía de la Concha, loopt een groot, sikkelvormig strand dat uitkijkt op het vuurtoreneilandje Isla de Santa Clara. Aan de brede Paseo de la Concha, de boulevard die langs het strand loopt, vindt u luxe hotels, appartementencomplexen en restaurants. Samen met de lommerrijke villawijken geven ze San Sebastián een mondain karakter.

San Sebastián heeft als het gaat om bezienswaardige historische gebouwen weinig te bieden. Niet alleen de felle stadsbrand in de 15e eeuw is daar de oorzaak van, ook door het treffen tussen Wellington en de terugtrekkende Franse troepen in de 18e eeuw, is veel historische bezit letterlijk in rook opgegaan.

Bezienswaardigheden

De barokke Santa María-kerk (Iglesia Santa María) heeft een druk bewerkte spitse toren en dateert oorspronkelijk uit begin 16e eeuw. Na tijdens een belegering te zijn verwoest, is in de 18e eeuw de huidige versie verrezen.

Het oudste gedeelte van de stad, de Parte Vieja, ligt op het schiereiland, aan de voet van het kasteel. Vlak bij het strand staat het fraaie stadhuis van San Sebastián, het Ayuntamiento. In de Parte Vieja is ook de robuuste 18e-eeuwse Basiliek van Santa María del Coro (Basilica de Santa María del Coro) een kijkje waard.

Wanneer je vanaf de basiliek de weg omhoog volgt, kom je uit bij het San Telmo Museum (Museo San Telmo). Het museum is ondergebracht in een voormalig renaissance klooster met een heel mooie, door arcaden omsloten binnenplaats. De collectie oude meesters telt enkele minder bekende doeken van El Greco en Goya. Er is ook een afdeling volkenkunde die een goed beeld geeft van de Baskische tradities.

Om na een bezoek aan het museum naar het Sancta Cruz de la Mota-kasteel (Castillo de Sancta Cruz de la Mota) te lopen op de top van de Monte Urgull, kun je het beste terugkeren naar de basiliek. Achter het kerkplein loopt een weg in westelijke richting naar boven. Het kasteel heeft een lange traditie, maar het huidige complex dateert hoofdzakelijk uit de 16e eeuw; er is een militair museum in ondergebracht.

Vanaf de Monte Urgull zie je in het westen de Monte Igueldo liggen. Op deze berg is een klein pretpakt te vinden dat onder andere per kabelbaan bereikbaar is.

Evenementen

Jaarlijks, gedurende de tweede week van augustus, is het Semana Grande (‘Grote Week’) en staat San Sebastián op zijn kop. Er worden onder andere typisch Baskische sportwedstrijden gehouden.