Namibië en Botswana

Swipe

Khoikhoi of Hottentotten

Eeuwen voordat Jan van Riebeeck voet aan wal zette op de West-Kaap en het (in 1652) namens de VOC tot Nederlands gebied verklaarde, woonde het Khoikhoivolk er al. De Khoikoi zijn nauw verwant aan de San, maar hun levenswijze was duidelijk anders. De San waren jagers en leefden van de jacht, de Khoikhoi jaagden ook wel maar waren in hoofdzaak landbouwers, veehouders (vooral schapen die geen wol gaven maar gehouden werden om hun vlees en melk) en vissers. Er zijn nog wel sporen terug te vinden van hun manier van vissen: ze groeven een soort strandmeer dat bij vloed volliep en waarin bij eb vissen achterbleven.

Tevens leefden ze van wat uit zee aanspoelde, waarmee ze tot de oudst bekende strandjutters behoren. Ze spreken een eigen taal met veel klikgeluiden, khoisan dus. Het woord khoisan als verzamelnaam voor kliktalen laat zich dus gemakkelijk verklaren, zowel de Khoikhoi als de San bedienden zich ervan. De westerse nieuwkomers vonden het maar niets en dachten dat het een vorm van stotteren was en noemden het volk Hottentotten. Onjuist dus en het is af te raden de naam in het openbaar te gebruiken, het wordt algemeen als een scheldwoord beschouwd.

De Khoikhoi hebben ook nog een rol gespeeld tijdens de Nederlandse kolonisatie van zuidelijk Afrika. Zo streden ze samen met de troepen van Van Riebeeck om een vijandig volk, de Gorikhoina te verdrijven. Ook trokken zij ten strijde met de Nederlanders tegen de Xhosa en dat leidde ertoe dat in 1781 een heel bataljon Hottentotten, 400 man sterk, bij de Nederlandse krijgsmacht werd ingelijfd.

In die tijd viel het volk voor een belangrijk gedeelte uiteen. Velen traden in dienst van westerse boeren die na de komst van Van Riebeeck al snel in de gaten hadden dat de Kaapprovincie buitengewoon vruchtbaar was en vele Nederlanders en Duitsers vestigden zich daar. Het gebied werd al snel te klein en veel kolonisten trokken naar het noorden waar ze de daar wonende volkeren verdreven of ze simpelweg onderwierpen en ze op hun landerijen tewerk stelden. Ze gingen voor boeren werken het begrip 'boer' was geboren.

Nog steeds hebben we het over de Boeren als we de Zuid-Afrikaanse blanken bedoelen. Het betekende het begin van de onderdrukking en de slavernij in zuidelijk Afrika. Overigens werd dezelfde methodiek al eeuwen toegepast door de volkeren die er woonden, slavernij en onderdrukking van de bevolking is bepaald geen 'blanke' uitvinding.