Suriname

Swipe

De staatsgreep

Op 25 februari 1980 overmeesterde een groep geschorste legerofficieren onder wie leider en woordvoerder Desi Bouterse in afwachting van een uitspraak van de krijgsraad de Memre Boekoe kazerne en de marinebasis. Vanaf de Surinamerivier namen ze het hoofdbureau van de politie onder schot en arresteerden soldaten en politici. In het avondjournaal verklaarden ze dat de staatsgreep bedoeld was om het land van de ondergang te redden. Kort daarop werd een avondklok ingesteld.

Decembermoorden

De revolutie of kortweg ‘revo’ kwam voor de meeste Surinamers als een frisse wind, voornamelijk door de arrestatie van corrupte politici en ambtenaren. De arts Henk Chin A Sen werd, als stroman van de legerleiding, benoemd tot premier. De weinig democratische regeringswijze van legerleider Bouterse leidde echter tot steeds meer verzet en kwam tot een escalatie tijdens het staatsbezoek van de politiek leider van Grenada, Maurice Bishop. Bouterse zag de volksopstand die tijdens het bezoek uitbrak als een persoonlijke vernedering en liet op 8 december 1982 vijftien tegenstanders van het militaire regime in Fort Zeelandia doodschieten. Als gevolg van de decembermoorden trad het Surinaams kabinet af en stopte Nederland de betaling van ontwikkelingsgelden.

Moiwana

Wegens financiële problemen en geringe steun onder de bevolking, zag bevelhebber Bouterse zich vervolgens genoodzaakt een andere weg in te slaan. Hij stelde, als volksvertegenwoordiging en voorloper op het Surinaamse parlement, een Nationale Assemblee in. Vanuit het binnenland kreeg het nationaal leger tegenstand van het junglecommando, onder leiding van de marron Ronnie Brunswijk, een voormalige lijfwacht van Bouterse. De guerrilla in het binnenland concentreerde zich rond de bauxietbedrijven en marrondorpen in Oost-Suriname, met als dieptepunt in 1986 de slachting in het marrondorp Moiwana waarbij het Nationaal Leger op zoek naar Junglecommandoleden 38 burgerslachtoffers maakte. Duizenden marrons vluchtten daarna naar Frans-Guyana.

Democratische verkiezingen

Onder druk van de binnenlandse oorlog en de algemene opinie komt het in 1987 in Suriname tot democratische verkiezingen. De Nationale Democratische Partij (NDP) van de militairen verliest van het Front voor Democratie en Ontwikkeling, een combinatie van de NPS, VHP en KTPI. Ramsewak Shankar wordt president en Henck Arron regeringsleider. Jagernath Lachmon wordt voorzitter van de Nationale Assemblee. De invloed van legerleider Bouterse blijft echter groot en hij weet zich gesteund door indianen die protesteren tegen het tumult in het binnenland. De Tucayana-indianen verklaren zich tegen de nieuwe regering en met steun van het leger en de NDP creëren zij onrust in Zuid- en West-Suriname.

Telefooncoup

Op kerstavond 1990 is Bouterse het eeuwige geharrewar tussen de drie regeringspartijen zat en pleegt het Surinaamse leger een nieuwe coup. Ditmaal is een telefoontje voldoende om de regering-Shankar naar huis te sturen. De geplande verkiezingen van 1991 gaan evenwel door. De NPS, VHP en KTPI vormen samen met de vakbondspartij, de Surinaamse Partij van de Arbeid (SPA), het Nieuw Front. De oppositie wordt gevormd door Democratisch Alternatief (DA’91) en de legerpartij NDP. De NDP boekt succes en behaalt 12 zetels in het parlement. Het Nieuw Front verliest zetels maar wordt toch de winnaar. In 1991 wordt de NPS’er Ronald Venetiaan, voormalig minister van onderwijs, president van Suriname.

Kabinetten-Venetiaan

Na de verkiezingen van 1991 stabiliseert de situatie in het binnenland. Er wordt een vredesovereenkomst met de indianen gesloten. De meeste gevluchte marrons keren terug uit de vluchtelingenkampen in Frans-Guyana. Met Nederland wordt in een raamverdrag gesproken over hervatting van de ontwikkelingshulp. Het Structureel Aanpassingsprogramma (SAP) voor dit doel ontwikkeld, benadrukt het belang van de export boven de import en bezuiniging op de overheidsuitgaven. In 1992 dient legerleider Bouterse zijn ontslag in. Aanleiding hiervoor is de eerste herdenking van de decembermoorden. In de jaren daarop neemt de populariteit van Desi Bouterse weer toe. Bij de verkiezingen van 23 mei 1996 blijkt de NDP de grootste partij. De NDP’er Jules Wijdenbosch wordt met een kleine meerderheid tot president gekozen. Bouterse blijft achter de schermen actief. Drie jaar later geeft het volk echter openlijk blijk van zijn ongenoegen met het wanbeleid van de overheid. In massabetogingen wordt er geroepen om het aftreden van president Wijdenbosch. ‘Bosje’ weigert op te stappen maar laat, overtuigd van zijn populariteit, vervroegde verkiezingen uitschrijven. Het verdeelde NDP-kamp tussen aanhangers van ‘Bosje’ en ‘Bouta’ moet het wederom afleggen tegen de partijencombinatie Front. De opnieuw gekozen president Ronald Venetiaan begint in 2000 aan zijn tweede regeerperiode en in 2005 aan zijn derde, om het 2010 alsnog af te leggen teggen rivaal Desi Bouterse.

10 prachtige bestemmingen in Suriname