Tanzania

Swipe

Europeanen in Tanzania

In het midden van de 19e eeuw kregen veel Europeanen, al dan niet gesteund door grote landen in Europa zoals Engeland en Duitsland, belangstelling voor de Afrikaanse oostkust. De redenen voor die belangstelling liepen sterk uiteen. Was het aanvankelijk de kerk die Europese godsdiensten in zwart Afrika wilde prediken, al gauw werd het strategisch belang van dit deel van de wereld ingezien.

Ontdekkingsreizigers en wetenschappers kwamen met eigen ogen de nieuw ontdekte wereld verkennen. Handelaren konden er goed geld verdienen, zowel met simpele zaken als met de slavenhandel. Avonturiers vonden er altijd iets waaraan ze hun hart konden ophalen. Kortom: Tanzania werd ontdekt in de ruimste betekenis van het woord.

Het was de Duitse missionaris in Britse dienst, Ludwig Krapf die door de Church Missionary Society of London naar de Afrikaanse oostkust werd gestuurd. In 1846 arriveerde hij op Zanzibar. Hij werd vergezeld door Johannes Rebmann, die al snel noordwaarts het land introk. Rebmann was dan ook de eerste blanke die, in 1848, Mount Kilimanjaro zag. Toen hij erover rapporteerde werd zijn verhaal door wetenschappers in Londen met ongeloof ontvangen, hij beweerde namelijk dat er sneeuw op de berg lag.

In 1856 zond de British Royal Geographical Society de ontdekkingsreizigers Richard Francis Burton en John Hanning Speke erop uit om de oorsprong van de Nijl te ontdekken. Dat was vooral vanuit strategisch oogpunt (de Britten hebben daar altijd een goed gevoel voor gehad) van groot belang. Bovendien zou de handel er wel bij varen. Vanaf Zanzibar volgden ze de karavaanroutes diep het land in. In februari 1858 kwamen ze aan bij Lake Tanganyika. Op hun tochten rond het meer ontdekten ze diverse rivieren, maar geen Nijl. Vanwege hun slechte gezondheid keerden ze teleurgesteld terug naar hun basis in Tabora.

Terwijl Burton hun bevindingen op papier zette, ervan overtuigd dat de bronnen van de Nijl niet ver van Lake Tanganyika af konden liggen, trok Speke er weer op uit, ditmaal naar het noorden. Hij ontdekte Lake Ukerewe en gaf het de huidige naam: Lake Victoria, naar de Britse vorstin. Hij raakte ervan overtuigd dat de Nijl hier zijn oorsprong moest hebben en verklaarde bij zijn terugkomst dat hij de bron van de Nijl gevonden had. Burton geloofde hem niet omdat het verhaal niet klopte met zijn eigen aantekeningen. Hij gaf, als leider van de expeditie, opdracht naar Engeland terug te keren en daagde Speke uit tot een openbaar debat over hun verschillende opvattingen over de oorsprong van de Nijl.

Voor het zover was keerde Speke terug naar Afrika, nu direct naar Lake Victoria en ditmaal vergezeld door James August Grant. Deze kwam als gevolg van ziekte niet verder dan Karagwe. Speke trok alleen verder en kwam in 1862 terug met de mededeling dat de bronnen van de Nijl zonder twijfel aan de rand van het meer te vinden waren in watervallen die hij noemde naar de voorzitter van British Royal Geographical Society: Ripon Falls. Dat stukje goodwill werkte uitstekend en Speke werd dan ook, bij zijn terugkeer in Engeland, als een held ingehaald. Hij had zijn conclusie gebaseerd op het feit dat hij de rivier die ontstond vanuit de Ripon watervallen gevolgd was tot aan Gondokoro, waar hij Samuël Baker ontmoette die de Nijl vanuit Egypte gevolgd was.

Bij vele deskundigen, onder aanvoering van Burton, bleef het wantrouwen. In 1864 werd hij voor een tribunaal van de British Association for the Advancement of Science gedaagd om daar publiekelijk met Burton over zijn ‘ontdekking’ te debatteren. Het is er niet van gekomen, Speke werd aan de vooravond van het debat dood aangetroffen. Zijn naam leeft voort in een kleine baai van Lake Victoria: de Speke Gulf, noordelijk van Mwanza.

De Duitser Albert Roscher uit Hamburg was de eerste Europeaan die Mzizima bezocht. Hij was er in 1859. De plaats is beter bekend als Dar es Salaam. In 1862 werd voor het eerst vanuit Tanga aan de kust naar Mount Kilimanjaro gereisd. De Duitser Von der Decken was de initiatiefnemer.

In 1866 kwam David Livingstone op Zanzibar aan. Zijn opzet was om bevaarbare wateren landinwaarts te zoeken, zoals hij een tiental jaren daarvoor al de rivier Zambesi ontdekt had. Hij was ook de eerste Europeaan die de Victoria watervallen zag en hield zich, nét als Speke, bezig met het vinden van de oorsprong van de Nijl. Na zijn artsenstudie trad hij in dienst van de London Missionary Society, waarna hij als zendeling naar Afrika vertrok. Hij deed dat niet alleen om de ‘wilden’ te bekeren, hij bestreed vanuit zijn opvattingen de slavernij met alle middelen die hem ten dienste stonden. Hij overleed in Zambia op 1 mei 1873, maar vond zijn laatste rustplaats in de Londense Westminster Abbey.

Henry Morton Stanley, ooit uitgezonden om Livingstone te zoeken, was zonder twijfel de meest productieve ontdekkingsreiziger in het gebied. Tussen 1871 en 1889 was hij altijd wel ergens te vinden in de landen langs de Afrikaanse oostkust. Hij hield zich vooral bezig met het verschaffen van inlichtingen aan Europese regeringen over de mogelijkheden van kolonisatie van dit gebied. Enkele reizen maakte hij in opdracht van koning Leopold van België.

Tot omstreeks 1890 kwamen veel Europeanen met hetzelfde doel naar Tanzania en de omliggende landen. Een bont gezelschap uit Schotland (Joseph Thomson), Frankrijk (Gireaud), Engeland (Smith), Duitsland (Emin Pasja die eigenlijk Eduard Schnitzer heette) en Oostenrijk (Oscar Baumann), alle landen wilden wel iets meepikken van de rijkdommen die Tanzania te bieden had. Professor Hans Meijer uit Leipzig slaagde er in 1889 als eerste in om de top van Mount Kilimanjaro te bereiken.

Uiteindelijk waren het Duitsland en Engeland die het gebied gingen beheersen. De laatste expedities ter voorbereiding van de kolonisatie kwamen uit Duitsland. Aan het einde van de negentiende eeuw bezocht Adolf von Götzen het noorden. Stuhlmann vestigde zich daarna in Mzizima, in de voetsporen van Albert Roscher en bouwde het dorp uit tot een stad van grote sociaal-economisch, maar vooral van strategisch belang.

10 prachtige bestemmingen in Tanzania