Midden-China

Swipe

De Shaolin-tempel

Vanaf de haarspeldbochten op een kronkelende bergweg ziet het landschap rondom de Shaolin-tempel er even ruig uit als de legendarische vechtmonniken zelf. Van heinde en verre komen zowel binnen- als buitenlandse toeristen naar het op de Song Shan gelegen dorpje, ongeveer een uur rijden van Luoyang of Zhengzhou in de provincie Henan, dat de bakermat is van een van ‘s werelds beroemdste vechtkunsten.

Maar de Shaolin-tempe is meer dan dat – elk jaar komen hier duizenden mensen om te bidden en hun eer te betuigen in een van China’s oudste boeddhistische tempels. Deze tempel zou in 495 gesticht zijn door de Indiase monnik Ba Tuo, op land dat hem door de Noordelijke Wei-keizer was geschonken, zodat monniken zich op de plichten van het geloof konden toeleggen.

In 527 bezocht Bodhidarma de streek en stichtte wat de Chan- (in het Japans Zen-) sekte zou worden. Volgens de volksoverlevering stak Bodhidarma de Gele Rivier over op een enkele rietstengel en bracht negen jaar mediterend in een grot door voordat hij het tempeldomein betrad. Zijn schaduw, zo zegt men, is tot op de dag van vandaag te zien in een naburige grot die heel toepasselijk de Grot van Bodhidharma wordt genoemd.

Omdat het zenboeddhisme de nadruk legt op verlichting door middel van meditatie, ontwikkelde kungfu zich aanvankelijk als strekoefeningen tussen lange uren van voorovergebogen zitten, bedoeld om de concentratie van de monniken te verhogen. Deze strekoefeningen, waarbij dieren en insecten werden nagebootst, ontwikkelden zich uiteindelijk tot vechtbewegingen, waardoor de naam van de tempel synoniem werd met kungfu.

Het dorp bij Shaolin gaat volledig op in kungfu; bezoekers die in het dorp om de tempel heen stoppen kunnen jongelui bij de diverse scholen in de buurt zien trainen. Kinderen van alle leeftijden zijn hier te zien terwijl ze in de lucht rondtollen, high kicks uitvoeren, uitvallen doen met speren en oefenpartijen navechten, terwijl honderden jonge stemmen zich eenstemmig laten horen. De toegangsprijs tot het tempelterrein bedraagt ¥ 40 en is inclusief alle attracties binnen.

Als u de hoofdpoort van de tempel doorgaat, ziet u de karakters voor Shaolin-tempel, in kalligrafie geschreven door de Qing-keizer Kangxi. Onder de hoogtepunten – naast de hoofdtempel en zijn altaren, tal van bespiegelende boeddha’s en rondzwervende monniken – behoren de paviljoens op het tempeldomein. Er is ook een reusachtige wok te zien. Er wordt beweerd dat er 750 kg rijst in kon worden bereid – en dit is nog een van de kleinste woks die hier eens te vinden waren.

Voor de Klokkentoren staat een stèle met aan één kant uitgehouwen drie gezichten. De gezichten van Boeddha, Laozi (de stichter van het taoïsme) en Confucius zijn hier samengebracht om de harmonieuze drie-eenheid van boeddhisme, taoïsme en confucianisme te representeren. Niet ver hiervandaan toont een andere stèle een lijst van beloningen die de monniken van Shaolin werden geschonken door de latere Tang-keizer Taizong. Toen de Sui-dynastie uiteenviel, kwam Taizong in opstand. Toen hij door een plaatselijke krijgsheer in het nauw was gedreven, hielpen 13 monniken uit de tempel hem te ontsnappen. Toen hij later de troon besteeg, richtte hij een geweldig feestmaal voor de monniken aan, met de fijnste gerechten en wijnen die er waren, om zijn dankbaarheid te tonen. Tot zijn verdriet weigerden de monniken dit vanwege hun strikt vegetarische dieet – waarop hij, zoals keizers plachten te doen, eenvoudigweg een decreet uitvaardigde dat de monniken van Shaolin toestond wijn te drinken en vlees te eten; overigens volgen de monniken tegenwoordig wel een vegetarisch dieet.

Op veel van de paviljoens ziet men een aantal muurschilderingen, gewijd aan de boeddhistische mythologie, Shaolin-legenden en de diverse houdingen in Shaolin-kungfu – waarvan de bekendste de redding van de prins uitbeeldt. Veel van de muurschilderingen werden verwijderd en overgeschilderd toen de tempel herbouwd werd. In 1928 werd de tempel door een krijgsheer verwoest; hij zou veertig dagen lang in vuur en vlam hebben gestaan. De vloer van de Hal van Duizend Boeddha’s is verzakt, wat het gevolg zou zijn van de voortdurende oefeningen die hier worden gehouden.

Voor wie vredige bespiegeling zoekt is de Meditatietuin een ideale plek. Een galerij omsluit de stille vierkante tuin, en er is een terras om op te zitten en te mediteren terwijl hordes toeristen buiten rondsjouwen. De galerij zelf biedt oplettende bezoekers een inzicht in sommige van de kleurrijke figuren van de boeddhistische folklore, met beelden van groene arhats die hun ledematen strekken en beurtelings dreigend kijken of glimlachen. Sommige kijken u blij aan, andere zien met een sinistere blik op u neer.

Iets wat u zeker moet zien is het Woud van Pagodes, een toepasselijke naam voor de 246 monumenten voor bekende monniken uit vervlogen tijden. Veel ervan dragen inscripties waarin het leven en de wapenfeiten van de monniken voor wie de pagodes gebouwd zijn, beschreven staan. Elke pagode herbergt de stoffelijke resten van een monnik die hier tussen 791 en 1803 begraven is. De pagodes beslaan een omvangrijk stuk land aan de voet van een adembenemend berglandschap, hoewel de uitzichten in een nevel gehuld kunnen zijn die het zicht ontnemen op het anders schilderachtige panorama.

Even buiten het tempeldomein ligt het stadje Dengfeng, dat een paar goede gelegenheden biedt om de menigten bij de Shaolin-tempel te ontvluchten. Neem een kijkje in de Zhong Yue-tempel, een taoïstische tempel die oorspronkelijk gebouwd werd om Song Shan te vereren – de berg is een van de vijf heilige bergen van het taoïsme, elk waarvan een van de vijf elementen (aarde, water, hout, vuur, metaal) vertegenwoordigt waaruit volgens het taoïsme de wereld bestaat; Song Shan vertegenwoordigt het element aarde. Zhong Yue werd een taoïstische tempel tijdens de Noordelijke Wei-periode en werd tijdens de Qing-dynastie herbouwd naar het voorbeeld van Beijings Verboden Stad. Even ten noorden van de stad is de Songyang-academie, een van China’s vier “grote academies”. Op het terrein van de academie staan twee cipressen van meer dan 2100 jaar oud, die hier geplant zijn door de Han-keizer Wudi.

Afgezien van deze voor de hand liggende attracties zijn op verschillende tijden van de dag in het trainingscentrum even buiten de voorpoort tot het complex demonstraties door beoefenaren van de vechtkunsten te bewonderen. Wie graag een plaatje wil schieten van kale heren in kleurige gewaden die kungfu-houdingen aannemen, zal ze hier in groten getale aantreffen.

10 prachtige bestemmingen in De Shaolin-tempel en China