Lhasa
Oceaan van cultuur
Werelderfgoed: de Potala, Jokhang-tempel, Norbu Lingka
Omringd door hoge bergen en overladen met mystiek is Lhasa nog altijd een bolwerk van het boeddhisme. Drukke markten, zoete wierook en golvende gele pijen begroeten u als u de stad betreedt.
Nadat u urenlang uit uw vliegtuigraampje naar besneeuwde bergtoppen hebt zitten kijken, breekt uw toestel eindelijk door de wolken heen en wordt een uitgestrekte vlakte zichtbaar, omgeven door bergen. Het is alsof u in een andere wereld van wolken, bergen en kleur bent beland. Lhasa is het hart van dit boeddhistische land, dat verscholen ligt in de machtigste bergketen ter wereld, het Hima-laya-gebergte.
In Lhasa zult u een stad aantreffen waarin het leven in al zijn aspecten doortrokken is van religie – de stad is het geestelijk anker van Tibet. Lhasa betekent letterlijk “heilig land”, en dat is een welverdiende naam. Met veel heilige plaatsen is Lhasa een belangrijk pel-grimsoord voor mensen uit heel Tibet die uit afgelegen dorpen naar de stad stromen. Met hun gebedsvlaggen en gebedswielen zijn ze gemakkelijk te herkennen; overal in het land zijn de tekenen van vroomheid overvloedig aanwezig.
Als je naar de hoog oprijzende bergen kijkt die Lhasa omringen, zou je gemakkelijk kunnen vergeten dat je je al op een hoogte van 3650 m bevindt, maar dat is nu precies de reden waarom Tibet ook bekendstaat als “het dak van de wereld”. De 93 km lange rit van de luchthaven naar de stad volgt het kronkelende pad van de schilderachtige Lhasa-rivier, langs families die in gerstvelden aan het werk zijn en gele koolzaadvelden en jonge monniken die langs de weg lopen. Levendige kleuren tekenen zich af tegen de bergen, omgeven door altijd veranderende wolken en de diepblauwe hemel.
Lhasa zelf is een lawaaiige, drukke stad, een mengsel van oud en modern. De stad biedt plaats aan een samenraapsel van mensen, Tibetanen met kleurige kledij, migranten uit Sichuan met hun pikante keuken, maar ook ontdekkingsreizigers, bergbeklimmers en toeristen uit de hele wereld. Er bestaat een gezegde dat Tibetanen beschrijft: “Als een Tibetaan kan praten, kan hij zingen; als hij kan lopen, kan hij dansen.” Dit is een toepasselijke beschrijving van hun levendige en kleurrijke cultuur.
Het meer dan 1300 jaar oude Lhasa dateert van de 7e eeuw na Chr., toen de kleurrijke Tibetaanse koning Songtsen Gampo zijn paleis in Lhasa bouwde. In 1642 maakte de vijfde Dalai Lama Lhasa ook tot zijn hoofdstad en herbouwde het wonder van bouwkunst dat de Potala (bùdálï gong) is, op de ruïnes van Songtsens oude woonverblijf. Vandaag de dag domineert de Potala nog altijd de skyline van Lhasa en is van al de bezienswaardigheden in de stad de meest zichtbare. Vooral ‘s ochtends biedt het paleis een van de beste gezichten op Lhasa en zijn omgeving. De Potala bestaat uit het Witte Paleis (bái gong), dat het woonverblijf van de Dalai Lama was, en het centrale religieuze Rode Paleis (hóng gong). In dit laatste paleis kun je door nauwe gangen lopen die spaarzaam verlicht zijn door veel kleine boterlampjes, om de met juwelen bezette grafstoepa’s van de vijfde en de zevende tot de dertiende Dalai Lama te zien. De vele kapellen en vroegere appartementen geven een idee van hoe het leven eeuwen geleden in dit theocratische heiligdom moet zijn geweest.
Enkele van Tibets grootste schatten bevinden zich in de Potala, in het bijzonder in het westelijk deel van het Rode Paleis. Een bijzonder dramatische aanblik biedt het met juwelen bezette graf van Lobsang Gyatso (luósïngjiïcuò), de vijfde Dalai Lama. Zijn vergulde 14,85 m hoge grafstoepa bevat 3721 kg goud en 10.000 parels en edelstenen. Hier bevindt zich ook een van de mooiste boeddhistische kunstwerken, de Kalachakra-mandala of de mandala van het Rad van de Tijd, die 200.000 parels bevat, naast koraal, turkoois en gouddraad. Mandala’s zijn voorstellingen van de boeddhistische kosmos; ze zijn niet alleen van een verfijnde schoonheid, maar bevatten ook een diepe symboliek. Ze zijn een hulpmiddel bij het onderwijs aan jonge monniken, terwijl oudere monniken ze gebruiken als visualisatiemiddel voor meditatie.
Drie kilometer ten westen van de Potala ligt de Norbu Lingka (luóbùlínka), in 1751 gebouwd als zomerresidentie van de Dalai Lama. Als gure winters plaats maakten voor de lente, vergezelde een grootse processie van lama’s en ambtenaren de Dalai Lama van de Potala naar zijn zomerverblijf. Norbu Lingka, ofwel “juwelentuin”, is een toepasselijke naam voor dit grote complex van gebouwen en uitgestrekte tuinen. Opeenvolgende Dalai Lama’s hebben het paleis voortdurend uitgebreid, en tot 1959 hadden gewone mensen geen toegang tot het interieur. Tegenwoordig is dit eens verboden paleis ideaal voor rustige wandelingen en luie middagen. Het paleis bevat enkele fabelachtige muurschilderingen, waarin Tibetaanse mythen en geschiedenis met elkaar verweven zijn. Enkele van de mooiste muurschilderingen zijn achterin de bossen te vinden in de Gouden Lingka (jînsè línka) en Chensel Potrang (jînsè pozhïng).
Een van de beste plaatsen om het moderne Lhasa en zijn culturele diversiteit in actie te zien is in de bedrijvige Barkhor (bïkuò jiê), een deel van de oude stad. Hier biedt de Barkhor-markt (bïkuòjiê shìchang) allerhande goederen, van sieraden met turkoois tot mala’s (meditatiesnoeren), kleurige traditionele Tibetaanse kleren en jakwollen truien. Hier kunt u groepen monniken in hun kastanjebruine en gele pijen tezamen zien met Tibetanen uit afgelegen gebieden die dolken dragen en grote halskettingen van turkoois.
Lange rijen vrome Tibetaanse pelgrims lopen in Barkhor met de klok mee om de Jokhang-tempel (dàzhïo sì), een van Tibets heiligste tempels, heen terwijl ze met hun meditatiesnoeren gebeden reciteren, hun gebedswielen draaien of zich op de grond werpen. Deze vrome pelgrims dragen jakleren handschoenen en voorschoten om hun handen te beschermen terwijl ze over de rotsgrond schuiven als boetedoening voor wandaden die ze in het verleden hebben begaan.
De Jokhang-tempel, gelegen op het Barkhor-plein (bïkuòjiê guangchang), is het lawaaiige en kleurrijke hart van Lhasa. Hij werd gebouwd in de 7e eeuw, toen Songtsen Gampo een tempel wilde bouwen als behuizing voor twee beroemde beelden die door zijn bruiden van de Tang-dynastie uit Nepal waren meegebracht. Omdat hij niet kon besluiten waar hij het gebouw zou neerzetten, liet hij de beslissing aan het lot over en wierp zijn ring in de lucht met de belofte dat hij een tempel zou bouwen op de plaats waar die terecht zou komen. De ring kwam terecht in een meer, waar hij een rots trof waarop op wonderbaarlijke wijze een witte stoepa verrees; het meer werd met stenen opgevuld en hier werd de Jokhang-tempel gebouwd. De hoofdingang tot de tempel wordt gemarkeerd door een groot gouden Rad van de Leer (Dharma) met acht spaken, met aan weerszijden twee herten. De spaken van het rad symboliseren het boeddhistische achtledige pad naar verlichting, en de herten herinneren aan het feit dat Boeddha zijn eerste preek hield in een hertenpark.
Schemerige gangen met aan weerszijden woeste en welwillende bewakers leiden naar de binnenste schrijn. Deze herbergt het oudste en kostbaarste object in Tibet – de gouden Boeddha Sakyamuni (shìjiïmóuní jînxiàng), die 1300 jaar geleden door prinses Wencheng van de Tang-dynastie als deel van haar bruidsschat mee naar Tibet werd genomen. In de binnenste kamer werpt het zachte licht van boterlampen schaduwen die over zijn gelaatstrekken spelen. Eveneens in deze binnenste kamer staan een 6 m hoog beeld van Padmasambhava, de Boeddha van het mededogen, en de half zittende figuur van Maitreya, Boeddha van de toekomst. Als u de nauwe gangen te benauwd vindt, ga dan naar het dak. Monniken leiden hier vaak gebedsdiensten, en het is een prachtige plek om het moderne leven van Lhasa op het Barkhor-plein te bekijken of gewoon in de middagzon te zitten.
Ca. 8 km ten westen van Lhasa, even buiten de stad, staat het Drepung-klooster (zhébàng sì). Dit allegaartje van witte gebou-wen tekent zich af tegen de majestueuze berg Gambo Utse Shan (gênpéiwùzî shïn). Eens was dit het grootste klooster in Tibet en de plaats waar iedere incarnatie van de Dalai Lama zijn opleiding kreeg. Het in de 15e eeuw opgetrokken gebouwencomplex herbergt thans zo’n 700 monniken.
Een andere belangrijke tempel ten noorden van Lhasa is het Sera-klooster (sèlï sì). Dit aan de voet van de Tatipu-heuvel gelegen klooster is nog altijd een opleidingscentrum waar jonge monniken zich in de debattuin met oefendebatten voorbereiden op hun priesterexamens. In het lamaïstische boeddhisme is de debattuin een slijpsteen waarop de geest gescherpt wordt. Klim na de tuin de muur op en loop de heuvel op om de mooie rotskunst te zien, met afbeeldingen van levensgrote blauwe bodhisattva’s. Een korte klim wordt beloond met een weids uitzicht over Lhasa en op het uitgestrekte gebergte om de stad heen.
Waar u ook bent in Lhasa, u wordt altijd omringd door kleurrijke mensen, een schitterend landschap, imposante bergen, stromende rivieren en velden groen, goud en geel. Bij sommige van de hoofdtempels kan het druk zijn, maar sla een hoek om of ga een eindje verderop, en u zult zich in een landelijke Tibetaanse omgeving bevinden die schilderachtig is als een prentbriefkaart.
Feesten in Tibet
Tibet kent tal van kleurrijke feesten, die het hele jaar door gehouden worden, en als uw bezoek met een daarvan samenvalt, moet u het niet missen. De feesten zijn fantastische gelegenheden om de actuele Tibetaanse cultuur te voelen, te zien en te proeven – dit zijn de momenten waarop heel Lhasa voor de dag komt. Een bijzonder indrukwekkend feest in de buurt van Lhasa is het Shötun-feest (xuedùn jié), dat, afhankelijk van de Tibetaanse maankalender, tussen medio augustus en begin september wordt gevierd. Tijdens het feest worden reusachtige Boeddha-kleden op de berghelling uitgespreid of aan de Potala opgehangen. Monniken uit verschillende kloosters besteden een heel jaar aan de vervaardiging van het kleed als een vorm van meditatie. Om te zien hoe het wordt uitgerold moet u in de vroege uurtjes voor het licht wordt een smal bergpad op strompelen. Pas als het gaat dagen wordt duidelijk dat u zich te midden van duizenden pelgrims bevindt die deze route ook volgen. Oudere lama’s en monniken zetten onder het reciteren van soetra’s een groot toneel op op de berghelling; aan weerszijden daarvan houden twee monniken reusachtige horens vast. Het doordringende geloei van deze horens vergezeld van de lage keelklanken van de monniken doet de hele berg trillen, en het gevoel van verwachting is aanstekelijk. Als het tapijt eenmaal is uitgerold, gaan duizenden felgekleurde stukjes gebedspapier de lucht in terwijl pelgrims langs de kant van het tapijt tara’s (gebedsvlaggen) uitrollen in de hoop zo de zegen van de Boeddha te verkrijgen.Rondreizen-Hotel
Leer in korte tijd een aantal geweldige hoogtepunten van China kennen en ervaar zelf het contrast tussen de overblijfselen van vervlogen dynastieën...
Rondreizen-Hotel
Reis met ons mee naar de bruisende stad Singapore en de spectaculaire natuur in het dichtbegroeide regenwoud van Borneo. We gaan op...
Rondreizen-Hotel
Ga mee met deze indrukwekkende rondreis door China, waarin we onder meer Beijing met zijn keizerlijke verleden, de wereldberoemde Shaolin tempel en...