Noordwest-China

Swipe

Xi’an

De museumstad

Werelderfgoed: het Mausoleum van de Eerste Keizer van de Qin en het Terracotta Leger

Xi’an is een museumstad die bezaaid is met de historische relieken van vroegere dynastieën, van de gerestaureerde stadsmuren tot de luister van het Terracotta Leger. Xi’an brengt de hedendaagse bezoeker in verrukking, net zoals het dat eeuwen geleden deed als beginpunt van de befaamde Zijderoute.

Xi’an, de hoofdstad van de provincie Shaanxi, kan bogen op een opgetekende geschiedenis van 3000 jaar achter zich, terwijl hier al in de Steentijd mensen woonden, zoals ontdekt is in het dorp Banpo. Xi’an was de hoofdstad van 12 dynastieën, hoewel het onder verschillende namen bekendstond, waarvan Chang’an de belangrijkste is. Het was ook het beginpunt van de Zijderoute, waar kamelen werden beladen voor hun lange, gevaarlijke reis naar Centraal-Azië. Xi’ans banden met Centraal-Azië gaan verder dan alleen de handel, aangezien de islam via de islamitische Oeigoeren-minderheid zijn invloed heeft behouden op de couleur locale.

Iedere dynastie heeft haar eigen stempel op Xi’an gezet, en overal in de stad en het omringende platteland wemelt het van de ruïnes van oude paleizen, tempels en graven. De tirannieke Qin-keizer Qin Shihuang, met zijn hoofdstad in Xianyang, niet ver van het tegenwoordige Xi’an, heeft zijn onuitwisbare stempel nagelaten in de befaamde krijgers van het Terracotta Leger.

Vanwege haar ongeëvenaarde culturele verworvenheden geldt de tijd van de Tang-dynastie als een van China’s gouden tijdperken. De handel reikte tot in Centraal-Azië en Europa, duizenden studenten uit Japan en Korea kwamen naar Xi’an om te studeren en erkenden daarmee de culturele superioriteit van de Tang, en Chinese monniken reisden naar India om boeddhistische soetra’s te kopiëren. In zijn hoogtijdagen gedurende de Tang-dynastie was Xi’an ‘s werelds grootste en meest kosmopolitische stad, met een oppervlakte van meer dan 84 km² en meer dan een miljoen inwoners.

Hoewel Xi’an groot was, kende het niet de wirwar van bochtige stegen van soortgelijke steden uit die tijd. Als eerste geplande stad in China was het opgezet in een keurig rasterpatroon, waarin de geomantie een belangrijke symbolische rol speelde. Xi’ans ontwerp zou van invloed zijn op andere steden, zoals Beijing en Kyoto.

Dankzij de instroom van buitenlandse handelaren en studenten, en het zelfvertrouwen van de machtige en kosmopolitische Tang-dynastie werd Xi’an niet alleen een handelscentrum, maar ook een knooppunt van culturen, religies, kunst en wetenschap.

Vandaag de dag ligt de charme van de stad in haar historische sfeer. Er heerst een tastbare stemming van glorie van vroeger tijden, sporen uit het verleden van de stad zijn alomtegenwoordig. Als men over de stadsmuren loopt of door het oude moslimkwartier slentert, kan men zich gemakkelijk de beelden en geluiden van Xi’an op het hoogtepunt van zijn roem voorstellen.

De laatste jaren is Xi’an een belangrijk centrum geworden voor het streven van de regering het westen van China tot ontwikkeling te brengen. Als economisch centrum voor de regio verkeert Xi’an in een natuurlijke positie voor verdere ontwikkeling; de luchtvaart is hier al een belangrijke industrie.

Binnenstad

Xi’ans indrukwekkende grijze stadsmuren zijn gebouwd om bandieten en barbaren buiten de deur te houden. De reusachtige muren zijn 12 m hoog en onderaan 16 m breed, een dikte die taps toeloopt naar 12-14 m; de omtrek bedraagt 13,74 km. Verdedigingstorens op elke hoek springen uit de muren naar voren. De nog resterende muren, gebouwd op fundamenten uit de Tang, dateren van de Ming-dynastie en werden tijdens de 14e eeuw gebouwd. Delen van de muur zijn verwoest, en de muur is niet compleet, maar veel stukken zijn bewaard gebleven of opnieuw opgebouwd. U kunt de muur op bij iedere poort op de kompaspunten. Het uitzicht bij de zuidpoort is het best.

Ten zuiden van de stadsmuren bevindt zich de bakstenen Grote Wilde Gans-pagode in het complex van de Tempel van de Moederlijke Genade. De tempel werd in 648 door keizer Gaozong gebouwd als daad van vroomheid van een zoon jegens zijn moeder. Na de val van de Tang-dynastie werd de tempel verwoest, en de huidige gebouwen, voornamelijk uit de Qing-dynastie, zijn onlangs gerenoveerd.

De Grote Wilde Gans-pagode wordt door velen als een symbool van de stad beschouwd. De in 1652 gebouwde pagode heeft een 5 m hoge vierkante basis en bereikt een hoogte van 64,5 m. Ze werd gebouwd om onderdak en bescherming te bieden aan boeddhistische geschriften die door de Chinese monnik Xuan Zang tijdens een 17 jaar durende reis naar India waren verzameld en daarna in nog eens 17 jaar vertaald. Zijn reis is vereeuwigd in de roman Reis naar het Westen, een van China’s belangrijkste literaire werken.

In de moslimwijk langs de Huajue-steeg ligt de Grote Moskee op een korte wandeling van de Trommeltoren en de Klokkentoren in het stadscentrum. De moskee, die nog altijd in gebruik is als gebedshuis, werd in 742 door de Tang-dynastie gesticht voor islamitische handelaren uit Centraal-Azië die zich in Xi’an vestigden.

Op het terrein van de Grote Moskee is moeilijk te zien dat de gebouwen islamitisch zijn, omdat het complex volgens traditionele Chinese architectonische vormen gebouwd is en veel van de islamitische symbolen gesinificeerd zijn. In tegenstelling tot typisch Chinese tempels, die op een noord-zuidas zijn gebouwd, is de moskee in een oost-westrichting gebouwd, met de gebedshal aan de uiterste westkant, in overeenstemming met het islamitische voorschrift dat met het gezicht naar Mekka gebeden moet worden. Hoewel het complex oorspronkelijk gebouwd werd tijdens de Tang-dynastie, is het uitgebreid gerenoveerd en dateren veel gebouwen uit de Qing-dynastie. De moskee en de omringende gebouwen beslaan een oppervlakte van 13.000 m². Niet alle gedeelten, bijvoorbeeld de gebedshal, zijn toegankelijk voor niet-moslims.

Op het terrein van de moskee heerst rust, die er een gewijde sfeer aan verleent, en er is een grote houten doorgang die uit de tijd van de Qing-keizer Kangxi dateert, die regeerde van 1662 tot 1723. De doorgang bevat een kalligrafie van Mi Fu, een beroemde kalligraaf en schilder uit de Noordelijke Song-dynastie. De Introspectie-minaret, die er niet als een Arabische minaret uitziet, is de plaats waar de imam op een verhoogd podium tot zijn volgelingen predikt.

Het gebied rondom de moskee heet Huifang en ademt een uitgesproken islamitische sfeer, met door bomen geflankeerde steegjes, vol restaurantjes en winkels waar het gonst van de activiteit.

Ten zuiden van de stadsmuren, ten noordwesten van de Grote Wilde Gans-pagode, is het Historisch Museum van Shaanxi, dat in 1991 werd geopend. Dit museum, het grootste in de provincie, exposeert meer dan 3000 historische objecten, een fractie van de collectie, die varieert van 115.000 jaar oude prehistorische artefacten tot voorwerpen uit de Opiumoorlogen van de jaren 1840.

Hoewel het museum in een traditionele bouwstijl uit de Tang-tijd is gebouwd, is het modern en goed ontworpen. De voornaamste attractie hier is de prachtige collectie uit de Tang-dynastie. Speciale vermelding verdienen de bronzen stukken en de gouden en zilveren voorwerpen uit de Tang-tijd, de terracotta beelden en de wandschilderingen uit graven van de Tang-dynastie.

Oostelijke route

De Huaqing-warmwaterbronnen, 30 km ten oosten van Xi’an, waren eens het recreatieoord van keizers van de Tang-dynastie, hoewel hier gebouwen hebben gestaan die tot de Westelijke Zhou teruggaan, met latere toevoegingen uit de Qin- en de Sui-dynastie. De warmwaterbronnen zijn vermaard vanwege concubine Yang Guifei, de hoofdpersoon in een van China’s onsterfelijke liefdeslegenden, die hier regelmatig kwam.

Yang Guifei, ook bekend als “de dikke concubine” – tijdens de Tang-dynastie golden goedgevulde vrouwen als het toppunt van schoonheid – was een meisje van nederige komaf maar van uitzonderlijke schoonheid. Ze trok de aandacht van de Tang-keizer Xuanzong, die zo bekoord werd door haar schoonheid dat hij zijn keizerlijke plichten verwaarloosde. Toen het rijk door opstanden uiteen dreigde te vallen, zag de keizer zich gedwongen Xi’an te ontvluchten. Tijdens de vlucht dwongen de hovelingen van de keizer, die Yang Guifei de schuld gaven van de ondergang van het rijk, de keizer haar bevel te geven zichzelf op te hangen. Ziek van verdriet trad de keizer af en liet de troon aan een van zijn zoons na.

De natuurlijke bronnen zouden geneeskrachtige mineralen bevatten, en er zijn diverse plaatsen waar men een bad kan nemen. In het Hot Springs Bathhouse zijn privébaden te huur, maar gemeenschappelijke badhuizen hebben meer sfeer en zijn goedkoop. De toe-gang tot de Huaqing-warmwaterbronnen kost ¥ 30, de openingstijden zijn van 8:00 tot 19:00 uur.

Het Dorp Banpo, dat allang bewoond werd voordat de diverse dynastieën Xi’an tot hun hoofdstad maakten, werd in 1953 ontdekt. Het dorp is het vroegste voorbeeld van de neolithische Yangshao-cultuur, die vermaard is om haar kleurige keramiek met etsen die mogelijk een vroege schriftvorm zijn. De site zelf, die in drieën verdeeld is: een woongedeelte, een begraafplaats en een werkplaats, bestaat uit 45 huizen en gebouwen, 250 graven van volwassenen, 73 grafurnen van kinderen en zes pottenbakkersovens. De dorpelingen verbouwden diverse gewassen, domesticeerden varkens en honden, visten in de naburige Wei-rivier en bakten potten.

Sommige archeologen hebben betoogd dat Banpo een matriarchale maatschappij was, maar daarvoor bestaat geen doorslaggevend bewijs. Maar de site is een schatkamer van vondsten geweest, waar meer dan 8000 stukken zijn opgegraven, waarbij de grafurnen van kinderen tot de interessantste behoren. Kinderen werden niet bij de volwassenen begraven, maar in urnen dicht bij huizen. In de deksels op de urnen zit een gat zodat de geesten van de overledenen naar de onderwereld kunnen reizen.

Het Terracotta Leger

In 221 v.Chr. werd China voor het eerst in zijn geschiedenis onder één keizer verenigd, Qin Shihuang van de Qin-dynastie. De invloed van deze keizer strekte zich ver uit voorbij zijn kortstondige dynastie. Zijn belangrijkste daad was dat hij de diverse strijdende koninkrijken verenigde en het schrift, het geld en de maten en gewichten in één gecentraliseerde en gestandaardiseerde bureaucratie integreerde. Zoals veel heersers begon Qin Shihuang al vroeg aan zijn eigen mausoleum; de bouw begon toen hij nog maar 14 was en ging 36 jaar lang door.

Het grafcomplex van de keizer is een reusachtig gedenkteken voor een man die de geschiedenis is ingegaan als een even briljant als bruut heerser. Veel gedeelten van zijn rijke graf zijn nog niet blootgelegd omdat de huidige archeologische technologie niet toereikend is om de onschatbare artefacten die zich in het graf bevinden te conserveren.

Het graf van de Qin-keizer, dat een oppervlakte van 56 km² beslaat, kan het beste worden beschreven als een ondergronds paleis met stallen en een stad met een centrum en buitenwijken. De historicus Sima Qian, uit de Han-dynastie, heeft uitvoerig beschreven hoeveel mankracht er in de bouw van de laatste rustplaats van de keizer is gestoken. Meer dan 700.000 dienstplichtigen en slaven bouwden het graf als onderdak voor de talrijke schatten die het bevatte, rivieren van kwikzilver, een plafond met daarin ingelegd constellaties van parels en edelstenen, plus een assortiment aan benodigdheden voor de keizer in het hiernamaals, inclusief levende soldaten, concubines en bedienden – plus de ambachtslieden die aan het mausoleum werkten, om te voorkomen dat ze de geheimen ervan zouden onthullen.

Vandaag de dag bewaart Qin Shihuangs ongeopende graftombe, 1,5 km van het Terracotta Leger en 30 km van Xi’an, nog steeds zijn geheimen. De onopvallende, met gras begroeide tumulus is omgeven door bomen. Op kalme zonnige dagen blaast de wind löss over het land, wat eronder zou kunnen liggen contrasteert met de nederige omgeving en prikkelt de verbeelding.

Het Terracotta Leger vormt slechts een deel van het grafcomplex van de Qin-keizer. Het zou in vergetelheid zijn gebleven als het niet in 1974 bij toeval ontdekt was door plaatselijke boeren die een put aan het graven waren. Wat ze vonden zou de archeologische wereld op zijn kop zetten.

In een kelder van ca. 12.000 m² en 5 m diep stonden zo’n 8000 terracotta infanteristen, boogschutters, cavaleristen en strijdwagens in slagorde opgesteld, klaar om de onsterfelijke ziel van hun keizer te verdedigen. Elke soldaat is ca. 1,8 m lang, met een grotere lengte voor de hogere militairen, en vervaardigd van een laag 7,6 cm dikke terracottaklei. Elk deel van het holle lichaam is afzonderlijk gemaakt. Hoewel de romp, ledematen en handen in serie geproduceerd werden, werden de hoofden elk afzonderlijk geboetseerd en is het gezicht van elke krijger anders. Dit heeft geleid tot de theorie dat de gezichten het evenbeeld zijn van de soldaten en vaklui die hier werkten. De terracotta beelden hebben een hoog artistiek niveau, met individuele gelaatsuitdrukkingen, haarstijlen en kleding, en waren eens in heldere kleuren beschilderd met een zwarte wapenrusting, kleurige rode sjaals en groene broeken, maar de kleuren zijn allang verbleekt. Als krijgers hebben ze allemaal wapens: bronzen zwaarden, speren, bijlen en hellebaarden – die bij hun ontdekking nog scherp waren – en ook hand- en kruisbogen.

Drie groeven met krijgers zijn open, een vierde groeve in de buurt was leeg toen ze gevonden werd. Er worden nog altijd opgravingen gedaan en in veel gevallen blijken krijgers omgevallen te zijn, alsof ze in de strijd zijn gevallen. Verbrijzelde beelden en beelden zonder hoofd geven je het griezelige gevoel de slachting op een oud slagveld onder je te zien. Hoewel het een enorm werk is, blijven archeologen de scherven van die krijgers bij elkaar zoeken die de strijd tegen de tijd verloren hebben.

De eerste groeve is de grootste en bevat ca. 6000 krijgers met strijdwagens en paarden. Opgesteld in een reusachtige hal die aan een vliegtuighangar doet denken, zijn de krijgers beschermd tegen de elementen en tegen toeristen, die ze vanaf verhoogde wandelgangen kunnen bekijken. De krijgers staan opgesteld in 38 loopgraven, met het gezicht oostwaarts naar het graf van de keizer gekeerd.

De krijgers in de tweede groeve zijn voor het merendeel aan het gezicht onttrokken, en de opgravingen zijn nog gaande, terwijl het grootste deel van dit terrein gesloten is. Deze kamer vertoont sporen van brandschade, het houten dak verbrandde toen het mausoleum geplunderd werd door Xiang Yu, een van de krijgsheren die na de val van de Qin-dynastie om de opperheerschappij streden. Terwijl de eerste kamer voor het merendeel voetsoldaten bevat, bevindt zich in de tweede kamer het mobiele deel van het leger, met strijdwagens, cavalerie en boogschutters. In deze kamer is ook een groot beeld gevonden waarvan men denkt dat het een generaal voorstelt.

De derde groeve is het commandocentrum voor het spookleger, met 68 beelden van officieren rondom een strijdwagen. De kleding van de officieren verschilt van die van de gewone soldaten, de officieren dragen mooie uniformen en zijn veel groter.

Er is een tentoonstellingsruimte met twee bronzen strijdwagens die bij de voet van het graf van de keizer zijn opgegraven. Deze wagens op de helft van de ware grootte zijn fijn afgewerkt, met gedetailleerd weergegeven menners en paarden met versierde pluimen en met goud en zilver ingelegde tuigen. Deze rijkversierde wagens hebben bewegende delen zoals vensters die open- en dichtgaan en deurhendels. Er zijn ook tentoonstellingen met artefacten uit de groeves, die de bezoeker in staat stellen het verfijnde handwerk van dichterbij te bekijken.

Buiten de poorten van het Terracotta Leger zullen de marktkrijgers van deze tijd een luide strijdkreet aanheffen als ze u zien naderen. Ze zijn gewapend met diverse waren, van alomtegenwoordige replica’s van de terracotta krijgers tot prentbriefkaarten. De beste verdediging is de aanval, en dat betekent afdingen.

Hotel Royal Dragon

Pal aan de Turkse kust is een klein stukje China te vinden; namelijk in het luxe Hotel Royal Dragon. Dit vijfsterrenresort is...

v.a. 509.00 p.p.

10 prachtige bestemmingen in Xi’an en China