Casablanca
Dit is vaak de eerste stad waarmee je kennismaakt als je naar Marokko vliegt, omdat de lijnvluchten van Royal Air Maroc en KLM/Air France op deze stad vliegen. Het is echter niet de hoofdstad, dat is Rabat, maar het is wel het commerciële en financiële centrum van het land. Er is niet zo heel veel te zien in Casablanca, maar de Hassan II moskee met zijn prachtige, moderne islamitische architectuur is zeker de moeite waard. Dit geldt ook voor de art deco-architectuur in het centrum. De Medina stelt vergeleken bij andere Marokkaanse steden niet zo veel voor.
Geschiedenis en ontwikkeling
In de 6e eeuw voor Christus waren het weer de Feniciërs die dit gebied uit strategisch oogpunt kozen als handelspost. Deze was gevestigd op de plaats van het huidige Anfa, een luxe buitenwijk ten westen van Casablanca. Een eeuw later waren het Imazighen (Berbers) die hier een stad bouwden.
In de 12 en 13e eeuw kwamen de Almohaden, die de stad verwoestten en daarna de Meriniden, die zich er vestigden. Het werd in de 15e eeuw een zeeroversnest nest net als Rabat en Salé en de handelsroutes werden voortdurend door zeerovers belaagd. Daarom hebben de Portugezen zich drie keer om de stad bekommerd. In 1468 verwoestten ze de stad en de kapersvloot. De piraterij ging echter door, zodat de Portugezen in 1515 nog een keer huishielden. Ten slotte kwamen ze in 1575 zelf om de haven in beslag te nemen en er forten omheen te bouwen, die tijdens de aardbeving in 1755 verwoest werden. Ze hadden de haven ‘Casa Branca’, het ‘witte huis’, genoemd.
Sultan Sidi Mohammed ben Abdallah herstelde in de 18e eeuw de havenfunctie van Dar el-Beïda (het witte huis). In het midden van de 19e eeuw ontstond er een levendige handel in graan en wol met Europa. De Spaanse kooplieden noemden de stad toen Casablanca. Er ontstonden echter spanningen met de Europeanen, waardoor de Fransen in 1907 de stad vanuit een oorlogsschip bombardeerden.
Het waren de Fransen die tijdens het protectoraat van 1912 tot 1956 de stad de allure gaven, die het momenteel voor een deel nog heeft. Maarschalk Lyautey vernieuwde de haven en liet architect Henri Prost boulevards aanleggen, zodat de stad er Europees uit begon te zien. Het economische succes was zo groot dat Casablanca begon uit te dijen en in 1945 700.000 inwoners telde, van wie echter een deel in bidonvilles (sloppenwijken) woonde. Daar lagen ook de wortels voor de anti-Franse sentimenten en de opkomst van de socialistische partij van Ben Barka. In 1960 telde de stad meer dan één miljoen inwoners.
Inmiddels heeft Casablanca bijna vier miljoen inwoners en zijn er nog steeds sloppenwijken die je vanuit de trein kunt zien. In 1982 braken er voedselrellen uit. Een zelfmoordcommando van de radicaal islamitische Salafia Jihadia zorgde voor een aanslag in 2003. In 2007 werd een dergelijke aanslag verijdeld. De tegenstellingen tussen rijk en arm zijn behoorlijk zichtbaar. En er is een gevaar dat een deel van de sloppenwijkbewoners kiezen voor radicalisme. De overheid probeert nu andere woonmogelijkheden te verschaffen en heeft het ambitieuze plan om in 2012 de sloppenwijken totaal gesloopt te hebben.
Stadswandelingen en oriëntatie
Wandeling 1: de oude medina en de Hassan-moskee Vanaf de Place des Nations Unies kun je rechts van de klokkentoren via een kleine poort de medina inlopen. Dit voormalige marktpein, dat in 1920 werd aangelegd, kreeg toen de naam Place de France. Na de onafhankelijkheid heeft men veel straatnamen gewijzigd. De oorspronkelijke klokkentoren uit 1910 werd in 1940 geheel herbouwd. De herinneringen aan het koloniale verleden dienden gewist te worden. De medina is wat vervallen en vrij klein; zo groot was Casablanca dus aan het begin van de 20e eeuw. De huizen zijn niet zo heel erg oud, uit de 19e eeuw, zodat de medina niet erg authentiek aandoet. Oorspronkelijk had de stadsmuur om de medina vier poorten, waarvan er nu nog twee aan de westkant bestaan. Via de Rue Chakib Arsalane die overgaat in de Rue Jemaa ash Chleuh doorkruis je het winkelgebied met stalletjes en winkeltjes. Je passeert de Jemaa (vrijdag) moskee. Als je doorloopt, kom je in de noordelijke hoek van de medina waar nog resten van 18e-eeuwse forten te zien zijn. In dit Sqala-complex bevindt zich het sfeervolle Café Maure met een fijn terras. (zie ‘restaurants’). Achter het bastion ligt de maraboet (een wit gebouw met een groen koepelvormig dak), waar de eerste beschermheilige van Casablanca begraven ligt: Sidi Allal el-Kairouani. Via de Boulevard Sour Djedid kom je bij de Hassan-moskee. Aan dit statussymbool van Casablanca en van Marokko werd in 1980 ter ere van de zestigste verjaardag van koning Hassan II begonnen. De door de Franse architect Michel Pinseau ontworpen moskee, zou die van Mekka moeten evenaren. Wat betreft de minaret is dit gelukt, met zijn 200 meter is hij de hoogste in de wereld. ’s?Nachts is hij verlicht met twee laserstralen richting Mekka. De moskee waarin 25000 gelovigen binnen kunnen, is de op twee na grootste in de wereld. Hij was in 1993 gereed en kostte bijna een biljoen euro waarvan een groot deel min of meer onvrijwillig door de Marokkaanse bevolking is betaald. De meesten zijn er echter wel trots op. De prachtige, moderne, islamitische architectuur komt zowel in het interieur als in het exterieur naar voren. De ligging aan de zee, geïnspireerd door een regel uit een koranvers ’De troon van God was op het water’, is magnifiek. Het buitenwerk van marmer met groene daken en blauw-groen tegelwerk is oogstrelend. De gebedshal is 2000 m² groot en heeft een verplaatsbaar dak. De vloer is van glimmend marmer dat door de sfeervolle verlichting van enorme lampen op water lijkt. Het plafond is met kunstig houtsnijwerk versierd. Er zijn twee hangende mezzanines (vrouwengedeeltes) waarvan de trappen versierd zijn met prachtig houtsnijwerk. Ze bieden plaats aan 5000 vrouwen. De benedenverdieping heeft twee hammams, een zaal voor rituele wassing met 41 fraaie bloemvormige fonteinen. Kortom, deze moskee is een bezoek meer dan waard. Het is ook de enige grote moskee in Marokko die je als niet-moslim kunt bezoeken. Je kunt er alleen naar binnen via een rondleiding met een gids. Deze duurt ruim een uur en kost 120 dh. De kaartjes kun je beneden in een aparte ruimte kopen. Wandeling 2: Langs de Moorse art-decogebouwen Het uitgangspunt van deze wandeling is Hotel Guynemer in de Rue Mohammed Belloul. In deze wijk tussen de Place Mohammed V en het marktgebied zijn vele art-decogebouwen te zien, die vaak ook een neo-moorse invloed vertonen. Vele hebben ronde hoeken en zijn tussen 1920 en 1940 gebouwd. Hotel Guynemer heeft op de hoek van zijn gevel mooi houtwerk. Loop de straat uit en sla linksaf en direct weer rechtsaf. Je bent nu in de Rue Tahar Sebti met vele gebouwen in deze stijl. Sla bij de kruising linksaf de Rue Chaouia in. Hier staat Hotel Transatlantique met een fraaie gevel met halfronde bogen en balkonnetjes. Edith Piaf had in de jaren dertig hier haar eigen kamer en haar tasje staat in de vitrine in de hal. Bij de volgende kruising ga je rechtstaf de Rue Abdel in, waar Hotel Volubilis is. De gevel van dit hotel heeft een typische mix van stijlen. Ga bij de kruising naar links en loop de Rue Ibn Batouta in. Aan het eind bij de kruising met de Boulevard Mohammed V staat alleen nog de zwaar vervallen gevel van Hotel Lincoln overeind. Je bevindt je nu in het marktgebied. Achter de overdekte markthal met vlees, groente en fruit zijn kleine visrestaurantjes die geschikt zijn voor de lunch. Volg de Boulevard Mohammed V in westelijke richting. Je passeert aan je linkerhand een aantal interessante gebouwen zoals het postkantoor en het gebouw Le Matin/Maroc Soir met zeshoekige motieven en een groen pannendak. Ga bij de kruising linksaf de Rue Mohammed el-Qory in. Hier is de Cinema Rialto in typische art-decostijl. Bij de volgende kruising sla je rechtsaf richting Place 16 Novembre. Hier staan ook verschillende art-decogebouwen. Je kunt de Rue Prince Moulay Abdallah, een voetgangersgebied ingaan. Hier zijn diverse leuke winkeltjes en terrassen zoals Happy Dream. Bij de patisserie aan de Boulevard de Paris kun je heerlijke amandelkoekjes kopen, die je op het terras van Happy Dream zonder probleem met een potje muntthee erbij kunt nuttigen. Wandeling 3: rond de Place Mohammed V Deze wandeling kun je laten aansluiten bij de vorige. Vanaf het voetgangersgebied (Rue Prince Moulay Abdallah) ga je de Rue Idriss Lahrizi in westelijke richting in. Aan je linkerhand is de theesalon La Princière, een mooi voorbeeld van art deco. Bij de kruising met de Avenue Hassan II ga je linksaf. Hier staat het fraaie postkantoor uit 1920 met prachtig blauw mozaïek bij de ingang. Binnen is een schitterend cederhouten plafond. Als je verder loopt over de Boulevard Hassan II kom je bij de Place Mohammed V. Hier staat een aantal imposante gebouwen. Links zie je het Palais de Justice uit 1922. Het gebouw heeft een typisch Moorse ingang met aan weerszijden arcadegalerijen. Dit soort architectuur wordt door heel Marokko voor bestuurlijke gebouwen gebruikt. Er schuin tegenover is de wilaya, het oude hoofdbureau van politie uit 1930 met een moderne klokkentoren. Bij de volgende kruising sla je rechtsaf en loop je de Boulevard Rachidi op. Links is het Parc de la Ligue Arabe met palmen en vele plantensoorten. In de omgeving van het park zie je diverse art-decohuizen. Verderop staat aan de linkerkant de spierwitte Cathedrale du Sacré Coeur uit 1930, waar culturele evenementen in gehouden worden. Om de hoek aan de Boulevard Brahim Roudani staat de Villa des Arts, waar moderne kunst te zien is. De villa wordt momenteel gerenoveerd. Hier eindigt deze wandeling.Andere bezienswaardigheden
Het Joods museum dat in een moderne villa gevestigd is, ligt vijf kilometer ten zuidwesten van het centrum. Het geeft een beeld van de omvangrijke Joodse gemeenschap, waarvan er nu nog maar zo’n 5000 personen over zijn van wie de meerderheid in Casablanca woonachtig is. Foto’s, traditionele kleding, religieuze voorwerpen en documenten zijn hier te zien. Het adres is: 81 Rue Chasseur Jules Gros, Quartier Oasis, tel. 022-994940. De openingstijden zijn: ma. t/m vr. van 10.00-18.00 uur; de entree bedraagt 20 dh. Het Quartier Habbous, een soortmodel medina, ook wel nieuwe medina genoemd, ligt één kilometer ten zuidoosten van het centrum. Het werd in 1930 door de Fransen gebouwd en is dus weer een mix van Marokkaanse en Europese architectuur. De bedoeling was dat hiermee de bevolkingsgroei van de stad opgevangen zou kunnen worden. Sloppenwijken zijn er echter toch gekomen. Er zijn winkeltjes en cafés en het geeft een idee van een medina ‘nieuwe stijl’. Aïn Diab en Anfa liggen ten westen van het centrum van Casablanca. De voorstad Aïn Diab ligt aan het strand en hier zijn diverse strandtenten te vinden van verschillende kwaliteit. De meeste hebben een zwembad, een restaurant, een bar en sportfaciliteiten en je betaalt er entree (80-160 dh), andere zijn gratis. Een taxi naar Aïn Diab kost 15-20 dh vanaf de Place des Nations Unies. Anfa is een rijke buitenwijk met zelfs een vliegveld voor privévliegtuigjes en villa’s voor rijke inwoners van Casablanca en Saoediërs.Rondreizen-Hotel
Je start de reis in de hoofdstad Marrakech. Bezoek het Djemma el Fna plein, dat 's avonds past écht tot leven komt als...
Gelegen in het Marokkaanse Agadir ligt het Igoudar appartementencomplex. Dit 2-sterrencomplex in Moorse stijl ligt op slechts enkele meters van het fijne...
Timoulay and Spa is met haar 4-sterren gelegen in het bekende Agadir, aan de Atlantische Kust van Marokko. Neem een verfrissend drankje...