Op de resten van het fort werd in de jaren zeventig van die eeuw een nieuwe tempel gebouwd, de Gangatillaka Vihara, met een grote witte dagoba, die al van veraf te zien is. De tempel wordt door boeddhistische pelgrims uit het hele land bezocht. Het interieur van de nieuwe dagoba, die ten zuiden van de Kalu Ganga-brug staat, is fraai beschilderd. De fundamenten van het Hollandse fort zijn nog te zien in de oost- en zuidzijde van het tempelcomplex. Buiten de dagoba staan een kleine boeddhistische tempel en een bo-boom. Automobilisten die de tempel passeren stoppen bij de bo-boom en offeren een klein geldbedrag om zich te verzekeren van een behouden thuiskomst. De kerk bij de dagoba (met een vrijstaande klokkentoren) dateert van 1876.

Specerijen, mango's, panama-hoeden, toddy en arrack

In de stad staat ook nog een rood-witte stalen telecommunicatietoren. Kalutara was eens het belangrijkste centrum van de specerijenhandel (met name kaneel) van het eiland. Tegenwoordig is de plaats bekend om de mango's, die vooral van mei tot augustus geoogst worden. Ook is Kalutara bekend om zijn gevlochten matten en manden van stro en kokosvezels, die gemaakt worden in de Basket Hall. Ze hebben mooie geometrische patronen en veel kleuren. In Kalutara maakt men tevens vederlichte 'panamahoeden'. Voorts is het stadje het toddy- en arrackcentrum van Sri Lanka; arrack is een alcoholische drank die gestookt wordt uit toddy (palmsapwijn).