Het plaatsje Salo, op de landschappelijk mooie weg van Tupiza naar Uyuni, is het plaatsje waar Carlos Perló, manager van de Aramayomijnen, met zijn zoon en assistent op 3 november 1908 overnachtten in een huis van het bedrijf. Hij had 15.000 pesos (nu US$ 90.000) bij zich om het loon van de mijnwerkers in Quechisla uit te betalen en was zich er niet van bewust dat twee mannen hem de volgende dag achtervolgden naar de pas La Apacheta. Vanaf hier zagen de bandieten op 4 november 1908 hoe Perló en zijn assistenten zich naar het op 50 km van Tupiza liggende Huaca Huañusca (‘dode koe’ in het Quechua) begaven. Vanaf de top van de helling loopt een pad dat naar een rivier leidt, waar een weiland ligt met een grot en enige rotsblokken. Waarschijnlijk werd Perló hier overvallen door de twee bewapende bandieten, de beruchte Butch Cassidy en the Sundance Kid. Deze waren echter zeer teleurgesteld toen zij constateerden dat er veel minder geld was dan zij gedacht hadden. Perló sloeg onmiddellijk alarm en de politie van Uyuni kwam de bandieten al gauw op het spoor. Butch en Sundance waren via het plaatsje Cucho, op de weg naar Uyuni, in San Vincente beland, een mijnplaatsje op 4800 meter hoogte en vonden daar onderdak bij een lokale man. Deze vond de twee gringo’s verdacht handelen en waarschuwde de lokale legerpost. Drie soldaten gingen onmiddellijk op het huis af en verrasten de twee voortvluchtigen waarbij Cassidy een soldaat doodschoot. Er volgde een lang en heftig vuurgevecht. Pas de volgende ochtend constateerde men dat de beruchte bandieten het loodje gelegd hadden. Men vermoedt, door de positie van de lichamen, dat Sundance zwaar gewond raakte door een kogel en dat zijn kameraad hem uit zijn lijden verloste met een kogel, en zichzelf daarna door het hoofd schoot. Later identificeerde Perló de lijken als de overvallers. De twee lichamen werden vervolgens begraven in een graf dat er nu nog steeds is en waar een bord staat met de tekst ‘Here death’s Butch Cassidy and Sundance the Kid’. Later verspreidde zich het gerucht dat de twee gesignaleerd waren in de Verenigde Staten en in 1992 groef men de lichamen op voor een DNA-test. De test kon niet bewijzen dat de lichamen inderdaad van Cassidy en Sundance waren. Tot vandaag de dag is hun lot een mysterie.

Tegenwoordig is er La Ruta de Butch Cassidy y Sundance Kid, waarbij al deze historische plaatsen bezocht worden. Het adobehuis is te zien in San Vincente waar de bandieten zich schuilhielden en uiteindelijk stierven evenals de begraafplaats met hun graf.

Er is een heel simpel hotel in San Vincente. Openbaar vervoer is er nauwelijks. Het best is om met een tweedaagse tour vanuit Tupiza de route te volgen of je kan vanuit Tupiza met een jeep een 5 uur durende trip maken naar Huaca Huañusca, de plek waar de overval plaatsvond (US$80).