Santa Cruz is met een oppervlakte van 370.000 km2 het grootste departement van Bolivia en kan grofweg verdeeld worden in Los Llanos, de hete golvende laaglanden, af en toe onderbroken door de Serranía (bergland) en Los Valles, de valleien, die het voorgebergte van de Andes vormen. De hoofdstad is de relaxte en voor Boliviaanse begrippen welvarende stad Santa Cruz, het belangrijkste economisch centrum van het land. Ten westen van de stad beginnen na 60 km de voorgebergtes van de Andes, die doorkruist worden door vruchtbare valleien. Hier bevindt zich op 1600 m het aangename vakantieplaatsje Samaipata (Quechua voor ‘hoogtes om uit te rusten’) met het nabijgelegen precolumbiaanse archeologische complex El Fuerte. Vanaf hier zie je het ongerepte, met nevelwoud bedekte Parque Nacional Amboró liggen, dat vanaf de tropische noordkant bij het vakantieplaatsje Buena Vista eveneens bezocht kan worden. Vanaf Samaipata begint de zogenaamde Ruta de Che Guevara, die loopt via het vriendelijke plaatsje Vallegrande naar La Higuera, waar de Argentijnse guerrillastrijder op 8 oktober 1967 werd gevangengenomen en een dag later geëxecuteerd zou worden. Een van de grootste attracties van Santa Cruz zijn de historisch en cultureel belangrijke 17e-eeuwse jezuïetenmissies in het oosten van het departement. Vanaf het begin van de jaren negentig is er een belangrijk restauratieproject gaande in de zeven missieposten, waarvan de belangrijkste Concepción en San Ignacio de Velasco zijn. Tegenwoordig kan men de schitterende kerken en andere religieuze gebouwen bewonderen en overnachten in goede, in lokale stijl gebouwde hotels. Een vaak over het hoofd gezien gebied is de nabijgelegen provincie Chiquitos, dat indrukwekkende tafelberglandschappen heeft en goede wandelmogelijkheden biedt. In de verste oostelijke uithoek van het departement, geïsoleerd, aan de grens met Brazilië, ligt het juweeltje onder de Amazoneregenwouden, Nacional Parque Noel Kempff. Dit paradijselijke, ongerepte park omvat tafelberglandschappen, spectaculaire watervallen en rivieren omringd door primair regenwoud en is volgens natuurkenners een van de beste gebieden in het hele Amazonegebied om fauna en flora te spotten, met onder andere een redelijke kans om de almachtige jaguar te zien. Meer naar het zuiden, langs de Braziliaanse grens ligt een ander hoogtepunt aan natuurgebieden, het grote wetland (drassig gebied) de Pantanal, dat periodiek onder water loopt en het leefgebied vormt voor ontelbare vogels en wilde dieren. Puerto Suárez vormt de toegangspoort tot het park. De toeristische infrastructuur is hier beperkt maar daardoor is reizen hier des te avontuurlijker. Als alternatief kun je de Braziliaanse grens oversteken naar Corumbá, waar diverse reisbureaus tours naar de meer toegankelijke Braziliaanse Pantanal organiseren.