Vreemd genoeg besloot men in de tijd van Karel de Grote (769) om een klooster op de andere oever van de Dronne te bouwen, dat wil zeggen buiten de bescherming van het omsingelende rivierwater. Waarschijnlijk dachten de bouwers dat de achterliggende heuvel van kalksteen voldoende bescherming bood tegen eventuele aanvallers. Zij kregen ongelijk: het klooster werd verscheidene malen verwoest door plunderaars. De huidige gebouwen stammen dan ook uit de 18de eeuw, met uitzondering van de klokketoren. De toren bouwde men in de 11de eeuw op een rots en is een van de oudste in Frankrijk. De vier etages van de toren kunt u beklimmen; let tijdens de beklimming op de originele kapitelen.

In de kloosterkerk staan een 14de-eeuwse doopvont, waarop de doop van Jezus staat afgebeeld; er boven is een 13de-eeuws basreliëf te zien met een afbeelding van de `Moord op de Onnozele kinderen'.

In de 16de eeuw kreeg het klooster een beroemde abt: Pierre de Bourdeille, bijgenaamd de Brantôme. De man was avontuurlijk ingesteld en reisde door heel Europa en delen van Afrika. Als man van adel had hij toegang tot de hoogste kringen. Dit stelde hem in staat om twee prachtige boeken te schrijven over het leven in de 16de eeuw: Les vies des hommes illustres et des grands capitaines en Les Vies des dames galantes. De nederzetting waar het klooster stond werd later naar hem vernoemd.

Museum Fernand-Desmoulin

In de voormalige kloostergebouwen kunt u tegenwoordig het stadhuis en het Museum Fernand-Desmoulin vinden (schilderkunst en prehistorische voorwerpen).

De kluizenaarsgrotten

Achter de kloostergebouwen vindt u de toegang tot de kluizenaarsgrotten (Parcours Troglodytique). Deze grotten werden gebruikt door de monniken van het klooster. Zij bakten er hun brood, sloegen er etenswaar op, verwarmden er zich in koude tijden en gebruikten de grotten als schuilplaats in roerige tijden. De wanden van de Grot van het Laatste Oordeel zijn in de 15de eeuw door de monniken versierd met beeldhouwwerk.

Het centrum van Brantôme is bereikbaar via een 16de-eeuwse boogbrug, een van de bruggen die beide oevers van de Dronne verbinden.

Klokketoren, museum Fernand-Desmoulin en kluizenaarsgrotten geopend: juli-15 sept. dgls. 9-19 u.; 16 sept.-okt. en april-juni wo.-ma. 10-12 u. en 14-18 u.; nov.-mrt. wo.-ma. 10-12 u. en 14-17 u.

Toeristen-informatiekantoor: Pavillon Renaissance.

Begeleide rondwandeling door de stad: juli-aug. za. 9 u., vertrek vanaf het klooster (info. Toeristen-informatiekantoor).

Markt: iedere vrijdagochtend.

Bourdeilles

Kasteel van Bourdeilles

Op 9,5 km ten zuidwesten van Brantôme ligt het dorpje Bourdeilles. Hier kunt u het gelijknamige kasteel bezichtigen. In wezen betreft het twee verschillende kastelen: een middeleeuws fort en een versterkt herenhuis uit de 16de eeuw in de stijl van de renaissance. Het middeleeuwse fort werd in de 13de eeuw gebouwd door de familie Bourdeille. De robuuste kasteeltoren die nu nog boven het kasteel uitsteekt bouwde men in de 14de eeuw. Vanaf deze toren heeft u een goed uitzicht op het dorpje en de rivier de Dronne. In de zomermaanden doet het middeleeuwse kasteel dienst als tentoonstellingsruimte. Het rechthoekige versterkte herenhuis bevat een prachtig gedecoreerde Salon Dore (16de en 17de eeuw) met wandtapijten en antieke meubels. Het is het geboortehuis van Pierre de Bourdeilles (1540-1614), bijgenaamd de Brantôme.

Kasteel van Bourdeilles geopend: juli-6 sept. dgls. 10-19 u.; 7 sept.-15 okt. wo.-ma. 10-12 u. en 14-18 u.; 16 okt-dec. en 9 febr.-mrt. wo.-ma. 14-17 u.; april-juni wo.-ma. 10-12 u. en 14-18 u.

St.-Crepin de Richemont

Château de Richemont

Op een afstand van 6 km ten noordwesten van Brantôme ligt het 16de-eeuwse Château de Richemont. Dit bezienswaardige herenhuis werd gebouwd door Pierre de Bourdeilles (de Brantôme). Hij woonde een deel van zijn leven in dit huis en schreef er zijn kronieken.

Château de Richemont geopend: 15 juli-aug. ma.-do. en za. 10-12 u. en 15-18 u.; zo. 15-18 u.

La Chapelle Faucher

Château de la Chapelle Faucher

Het kasteel van Chapelle Faucher kijkt uit over de vallei van het riviertje de Côle. Oorspronkelijk bouwde men het kasteel in 1205 om de Engelsen op afstand te houden. In de 14de eeuw werd het kasteel verwoest. In 1460 schonk de burggraaf van Limoges de ruïnes aan Audoin de Farges die het kasteel restaureerde in de flamboyant-gotische stijl. Helaas sloeg in 1916 de bliksem in en vielen de gebouwen ten prooi aan de vlammen. Alleen de fraaie buitenmuren en een zij-ingang bleven gespaard. In juli en augustus is er een klank- en lichtspel bij het kasteel.

Kasteel geopend: juli-aug. dgls. 10-12 u. en 14-19 u.

Klank- en lichtspel: op de laatste twee zaterdagen van juli en de eerste twee zaterdagen in augustus.

Villars

Château de Puyguilhem

Direct ten noordwesten van de bebouwing van Villars ligt het 16de-eeuwse kasteel van Puyguilhem. Volgens Jean Secret: C'est le plus beau Château de la Renaissance en Périgord (`Het is het mooiste kasteel in de stijl van de renaissance in Périgord'). Het kasteel is rijk gedecoreerd met beeldhouwwerk en heeft veel weg van de zogenoemde Loire-kastelen. Bijzonder zijn de trappen en een rijk gebeeldhouwde schouw, de Cheminée des Travaux d'Hercules.

Château de Puyguilhem geopend: juli-5 sept. dgls. 10-19 u.; april-juni en 6 sept.-15 okt. di.-zo. 10-12 u. en 14-18 u.; 16 okt.-dec. en 8 febr.-mrt. di.-zo. 14-17 u.

Druipsteengrot van Villars

Vier km ten noordoosten van het dorp Villars (via de D82) ligt de gelijknamige druipsteengrot met ontelbare pegels van kalksteen (stalagtieten) die vanaf het plafond naar beneden hangen. De grot werd in 1954 ontdekt; vijf jaar later vond men de eerste rotstekeningen van paarden, een bizon en een mens uit het Magdaleniën (10.000 v.Chr.). De schilderingen zijn deels bedekt met een laagje kalk.

Druipsteengrot van Villars geopend: juli-aug. dgls. 10-18.30 u.; 15-30 juni en 1-14 sept. dgls. 10-12 u. en 14-18.30 u.; 15 sept.-30 okt. dgls. 14-18.30 u; de rest van het jaar op aanvraag.

St.-Jean-de-Côle

Het middeleeuwse dorp St.-Jean-de-Côle is een van de honderd mooiste dorpen van Frankrijk (Un des plus beau villages de France). De smalle oude straten ademen de sfeer van een ver verleden. Het is dan ook geen wonder dat juist hier veel historische films worden opgenomen.

Château de Marthonie

Centraal in het dorp staat het Château de Marthonie uit de 12de eeuw. Alleen de kasteeltoren stamt nog uit deze periode; de rest stamt uit de 15de, 16de en 17de eeuw. In het kasteel kunt u het papiermuseum vinden. Château de Marthonie en papiermuseum geopend: juli-aug. dgls. 10-12 u. en 14-19 u.

Andere bezienswaardigheden zijn enkele overblijfselen van een 12de-eeuws klooster, de 12de-eeuwse kerk (een voormalige romaans-byzantijnse kapel van het klooster) en een middeleeuwse brug die de rivier de Côle overspant.

Thiviers

Op de plek waar nu het dorp Thiviers ligt, lag in het verleden een Gallisch steunpunt dat later door de Romeinen werd overgenomen. In de 12de eeuw bouwden de bewoners een kerk met romaanse kapitelen die u ook nu nog kunt bezichtigen. Gedurende de 15de en 16de eeuw verrezen er fraaie herenhuizen, waaronder het Château de Vaucocourt, het Château Banceili en het Château la Fiolie. Helaas kunt u deze gebouwen alleen vanaf de buitenzijde bewonderen.

Maison du Foie Gras

Tegenwoordig is het dorp bekend om de hoge kwaliteit foie gras (ganzenleverpastei) die men hier maakt. In het Maison de Foie Gras (Maison de l'Oie et du Canard) ofwel het Ganzen en Eenden Museum kunt u zien hoe men de foie gras vervaardigd.

Maison du Foie Gras geopend: di.-za. 10-12 u. en 15-18 u.

Toeristen-informatiekantoor: Place du Marechal Foch.

Rouffiac

Bij het dorpje Rouffiac ligt een 40 ha groot meer met alle mogelijke watersportmogelijkheden, zoals zwemmen (een zandstrand), windsurfen, kanoën en zeilen. Het omliggende park (Centre de Loisirs de Rouffiac) is 100 ha groot. In de directe omgeving zijn wandeltochten uitgezet.

Toeristen-informatiekantoor: Place Bugeaud in Lanouaille (ten zuidwesten van Rouffiac).

Jumilhac-le-Grand

Château de Jumilhac

Het dorp Jumilhac-le-Grand ligt op de oever van de rivier de Isle en dankt zijn bekendheid aan het gelijknamige 15de-eeuwse kasteel. Tijdens de Honderdjarige Oorlog vormde de vesting een veilige haard voor de inwoners van het kasteeldorp. Het aanzicht van het kasteel is uniek dankzij de vele torentjes en de met blauwe leisteen gedekte daken. In de kelder van het kasteel kunt u het Goudmuseum (Musée de l'Or) vinden. In het museum maakt u kennis met de geschiedenis van de Gallo-Romeinse goudmijnen in Les Fouilloux. Deze goudmijnen lagen ten noorden van Jumilhac-le-Grand. Verder toont men hoe en waarin het goud bewerkt werd.

Château de Jumilhac en goudmuseum geopend: juli-aug. dgls. 10.30-12.30 u. en 14.30-18.30 u.; 15 april-juni en sept-15 okt. zo. en feestdagen 15-18 u.

La Coquille

Op 11 km ten noordwesten van Jumilhac-le-Grand ligt het dorp La Coquille. In het verleden was het plaatsje een halteplaats voor pelgrims op weg naar het pelgrimsoord Santiago de Compostella in Spanje.

Toeristen-informatiekantoor: gemeentehuis Jumilhac.

Nontron

Het stadje Nontron met zijn smalle straten ligt in de vallei van de rivier de Bandiat. De plek waar het stadje ligt is al eeuwen lang een plek waar mensen zich vestigden. Allereerst hadden de Kelten hier een nederzetting, in later eeuwen gevolgd door een Gallo-Romeinse versterking. In de middeleeuwen bouwde men op de fundamenten van deze versterking een middeleeuws fort. Tijdens de Franse Revolutie werd de vesting verwoest; alleen enkele vestingwallen staan nog overeind. Verder kunt u een bezoek brengen aan een 18de-eeuws kasteel.

Saut du chalars

Op 12 km ten oosten van Nontron stort de rivier de Dronne zich omlaag. De waterval is te voet bereikbaar vanuit Champs-Romain.

Toeristen-informatiekantoor: Rue de Verdun.

Varaignes

Atelier Musée du tisserand et du teltile Liefhebbers van weefkunst en textiel kunnen een bezoek brengen aan het Château-Museum van Varaignes. In het museum kunt u kennis maken met de rijke weeftraditie in de Haut-Périgord.

Atelier Musée du tisserand et du textile geopend: mei-okt. ma.-za. 10-12 u. en 14-18 u., zo. 14-18 u.; nov.-april sluitingstijd: 17 u.

Toeristen-informatiekantoor: in het Château bij het museum.

Mareuil

Château de Mareuil-sur-Belle

Het dorpje Mareuil ligt aan de oever van de rivier de Belle, op de grens tussen de vlakte van Ribérac en het noordelijk gelegen plateau. Bij het dorp Mareuil staat het 12de-eeuwse kasteel Mareuil-sur-Belle. Het fungeerde jarenlang als de thuishaven van een van de vier barons die in de Périgord woonden. In de 15de eeuw paste men het kasteel aan de eisen van die tijd aan; onder meer de vierkante kasteeltoren en de kapel in flamboyant-gotische stijl stammen uit deze periode. De kasteelzalen staan vol met antiek meubilair. Bijzonder zijn de vele herinneringen aan keizer Napoleon die u in het Château kunt vinden.

Château de Mareuil-sur-Belle geopend: juli-7 sept. wo.-ma. 10-12 u. en 14-18.30 u; april-juni en 8 sept.-nov. wo.-ma. 14-18.30 u.

Vendoire

Het Veenmuseum

Het gehucht Vendoire ligt in een moerassig gebied met veel laagveen. Vandaar dat men op 3,5 km ten westen van Vendoire een Veenmuseum (Musée-site Les Tourbières de Vendoire) opende. In het museum kunt u kennis maken met alle aspecten van veen en turf. Over de vele waterwegen in het moerassige gebied (23 ha) organiseert men rondvaarten; een goede manier om dit gebied te onderzoeken.

Als het water van de rivier de Lizonne hoog stond (en staat), werd het moeras gevoed met rivierwater. Aldus ontstonden in de vallei van de rivier allerlei ondiepe meertjes. In het voedselrijke (eutrofe) water van deze meertjes begonnen allerlei planten en bomen te groeien. Planten en bomen die, als hun tijd gekomen was, afstierven en vervolgens onder water vielen. Deze plantenresten verteerden maar gedeeltelijk door een gebrek aan zuurstof onder water (voor afbraak van plantenmateriaal is zuurstof in de regel onmisbaar). Zo hoopten zich in de meertjes de halfverteerde plantenresten op, met andere woorden: er werd veen gevormd. Heden ten dage is dit proces nog steeds in gang en zijn de ondiepe meertjes verandert in een soort moeras. In het moeras ligt een dik veenpakket.

Door de eeuwen heen hebben de inwoners van dit gebied het veen afgestoken en gedroogd. Het aldus verkregen turf gebruikte (en gebruikt) men als brandstof. Een groot aantal soorten planten en vogels voelen zich in dit gebied thuis.

Veenmuseum geopend: mei-sept. dgls. 10.30-12.30 u. en 14.30-18.30 u.; okt.-april zo. 14-17 u.

Ribérac

Het stadje Ribérac is het regionale centrum van de vallei van de Dronne. Iedere vrijdag doen veel inwoners van de dorpen in de omgeving hier hun inkopen op de markt. In de vallei van de Dronne en directe omgeving staan veel romaanse kerkjes, onder andere in: Ribérac, Villetoureix, Grand-Brassac, Montagrier, St.-Martin-de-Ribérac, Vanxains, St.-Privat-des-Prés, St.-Antoine-Cumnond en Aubeterre. In St.-Privat-des-Prés kunt u het Musée de l'Outil et de la Vie à St.-Privat-des-Prés vinden; in Saint-Aulaye is het Musée du Cognac et du Vin.

Musée de l'Outil et de la vie a St.-Privat-des-Prés geopend: juni-sept. dgls. 15-18 u.

Musée de cognac et du vin in Saint-Aulaye geopend: juli-aug. di.-zo. 11-12 u. en 15-17 u.; sept.-jan. en mrt.-juni. za. 11-12 u. en 15-17 u.

Toeristen-informatiekantoor: Place Charles de Gaulle.