Herzegovina

Swipe

Mostar

De oude brug, die op grote hoogte de blauwgroene Neretva overspant, vormt het hart van Mostar. Aan weerszijden van de door de rivier gevormde kloof liggen de bergketens als Velež, Prenj en Cabulja. Stroomafwaarts verandert de kloof in een vruchtbare vallei, waarin wijnranken en olijfbomen groeien. Mostar zelf is met bijna 100.000 inwoners behalve een parel van schoonheid ook een levendige en bedrijvige stad.

De wonden van de oorlog zijn nog niet allemaal genezen, maar Mostar durft langzaam weer naar de toekomst te kijken. Steeds meer toeristen ontdekken de stad, deels ook dagjesmensen die hun vakantie aan de Kroatische kust doorbrengen. De Neretva heeft veel te bieden aan liefhebbers van raften, kajakken of van gewoon een frisse duik. Op Velež komen bergbeklimmers aan hun trekken. Op vijftien kilometer van Mostar bij de mysterieuze bron van de Buna ligt de tekija van Blagaj, het mooiste voorbeeld van Osmaanse architectuur in Bosnië. Mostar is een stad met een roerige geschiedenis, die soms tragisch was, maar ook prachtige sporen heeft nagelaten.

Geschiedenis

Mostar werd in de Osmaanse tijd het centrum van Herzegovina en is dat sindsdien gebleven. Net als andere steden in Bosnië dankt Mostar zijn positie aan de gunstige ligging op de handelsroute van de Adriatische kust naar de binnenlanden van het Balkanschiereiland. Eeuwenlang staken de handelaren via de oude brug de Neretva over. De stad beleefde haar zwartste dag toen haar symbool in 1993 de in Neretva stortte.

Pre-osmaanse tijd

Tot aan de Osmaanse tijd was Mostar niet meer dan een onbeduidende nederzetting; Blagaj was het politieke en economische centrum van de regio. De Romeinen, die het gebied in de tweede eeuw op Illyrische stammen veroverd hadden, hielden zich voornamelijk bezig met oorlogsvoering en de verdediging van het gebied. De stad dankt haar naam aan de brugwachters (mostari), die controleerden wie via de houten brug de Neretva overstak. Pas veel later, toen een periode van vrede was aangebroken, begonnen de Romeinen met het aanleggen van wegen en nederzettingen. Het christendom was toen al wijdverbreid in de regio. Bij opgravingen zijn de resten van enkele kerken uit de Romeinse tijd gevonden.

Van de Slaven die zich op de Balkan vestigden, streken veel Kroaten langs de oevers van de Neretva neer. Ze waren op verzoek van de Byzantijnse keizer gekomen, om tegen de Avaren te vechten. Keizer Constantijn VII Porphyrogennitos (de in het purper geborene), maakte een autonome provincie van het gebied waar behalve de Kroaten de Illyrische stam van de Daorsen woonde. De provincie, die de naam Hum kreeg, werd later met omliggende gebieden uitgebreid. Ook als onderdeel van de Bosnische staat en onder het bewind van de Hongaars-Kroatische koning hield Hum – en later Herzegovina – een grote mate van zelfstandigheid.

Osmaanse tijd

De autonomie van Herzegovina werd danig ingeperkt toen het gebied in 1482 onder Osmaans bestuur kwam te staan. Al snel nam Mostar de rol van Blagaj over als het bestuurlijke, militaire en economische centrum van de regio. In 1566 werd het werk aan een stenen brug, die de inmiddels wankele houten brug over de Neretva moest vervangen, voltooid. Deze brug was een meesterwerk van barokke Osmaanse architectuur, van de hand van de Turkse architect Mirmar Hajrudin.

Rondom de brug ontwikkelde zich een bloeiend centrum (warsija) waar ambachtslieden werkten en handelaren samenkwamen. Mostar werd een belangrijke handelspartner van Dubrovnik en andere steden aan de Adriatische kust. Over land brachten karavanen olijfolie, vis en linnen, terwijl schepen wol, vlees, honing en haver over de Neretva naar Dalmatië vervoerden. De tradities van metaal- en houtbewerking, schilderen en tapijtweven zijn tot op de dag van vandaag bewaard gebleven, al zijn toeristen nu de voornaamste afnemers. Aan beide kanten van de Neretva ontstonden nieuwe wijken en in hoog tempo werden moskeeën en medressa’s, een klokkentoren en een hamam gebouwd. In de zestiende en zeventiende eeuw was Mostar op het hoogtepunt van zijn bloei.

De nederlaag van de Turken bij Wenen in 1683 toonde de kwetsbaarheid van het Osmaanse Rijk. Venetiërs zorgden met steeds nieuwe invallen voor onrust in de omgeving van Mostar. De weerstand van de lokale bevolking tegen de Osmanen groeide als gevolg van belastingverhogingen. Als tegemoetkoming aan de bevolking stonden de Turken de bouw van een katholieke kerk toe en mocht de oude orthodoxe kerk gerenoveerd worden. In 1873 opende nog een tweede orthodoxe kerk haar deuren. Het mocht niet baten en na drie jaar van opstand tussen 1875 en 1878 moesten de Osmanen hun gezag opgeven.

Moderne geschiedenis

De regering van Oostenrijk-Hongarije, die het bestuur in Bosnië-Herzegovina in 1878 overnam, liet meteen een spoorlijn langs Mostar aanleggen die Sarajevo met Dubrovnik verbond. Ook openden ze een tabaksfabriek en een kolenmijn en breidden ze het wegennetwerk uit, waardoor de economie van de stad weer opleefde. Nieuwe scholen en een stadsbad openden hun deuren en de stad kreeg elektrische verlichting. Mostar ontwikkelde zich tot een cultureel centrum. Er werden kranten, tijdschriften en allerlei boeken gedrukt. Christenen, vooral katholieken, genoten grotere vrijheid dan voorheen. Er werden nieuwe kathedralen en kerken gebouwd in Mostar en omgeving. Tot in de buitenwijken van de stad is de Habsburgse architectuurstijl terug te vinden.

De ontwikkeling van Mostar stagneerde in de tijd dat het een onderdeel was van het Joegoslavische koninkrijk. De communistische partij won in de jaren dertig van de twintigste eeuw steeds meer aanhang. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd meteen een 150 man sterk partizanenbataljon in Mostar opgericht. Tien procent van de bevolking van de stad verloor het leven in de oorlog. In de communistische tijd werd de aluminiumindustrie een belangrijke economische factor in Mostar naast de aloude verwerking van tabak en wijndruiven. Vanaf de jaren zeventig kwamen steeds meer toeristen op de stad en haar beroemde brug af. In de jaren voor het uiteenvallen van Joegoslavië kende de stad grote welvaart. Net als in andere grote steden was er veel onderling contact tussen de verschillende bevolkingsgroepen en was een groot deel van de huwelijken etnisch gemengd.

De oorlog en daarna

Er zijn weinig plekken in Bosnië-Herzegovina die zo zwaar onder de burgeroorlog geleden hebben als Mostar. Het centrum is inmiddels met veel geld van de internationale gemeenschap opgeknapt, maar in de buitenwijken staan nog talloze geraamtes van stukgeschoten gebouwen. In feite hebben er in de jaren negentig twee oorlogen in Mostar gewoed: de eerste was tussen het Joegoslavische volksleger (JNA) en de bevolking van Mostar, de tweede was een burgeroorlog tussen de Kroatische en Bosnjakse inwoners van de stad.

In het voorjaar van 1992 vielen Servische en Montenegrijnse reservisten van het JNA Mostar aan. De Servische troepen mishandelden de Kroatische en Bosnjakse bewoners en beschermden de wijken waar voornamelijk Serven woonden. Bewuste provocaties van alle zijden, hadden in de etnisch zeer gemengde stad al voor verhoogde spanning gezorgd. Elke bevolkingsgroep verschanste zich in de eigen stadsdelen en steeds vaker kwam het tot gewapende confrontaties. Het conflict escaleerde toen het JNA Mostar vanuit de omliggende heuvels begon te beschieten. De stad werd omsingeld en afgesloten van stroom, water en levensmiddelen. In de zomer werd het beleg plotseling opgeheven, omdat het JNA zich uit Bosnië-Herzegovina begon terug te trekken. In de korte vreedzame periode die volgde kwamen duizenden vluchtelingen naar de stad en verliet de Servische bevolking Mostar.

Maar de herfst van 1992 kwam het in Mostar opnieuw tot spanningen, en wel tussen de Kroatische en Bosnjakse bevolking. In mei 1993 begon in heel Bosnië-Herzegovina een oorlog tussen deze twee groepen, die kort daarvoor nog samen tegen de Serven hadden gevochten. De Kroaten, die vooral de westoever van de Neretva bevolkten, vochten voor aansluiting bij West-Herzegovina en Kroatië. In augustus 1993 riepen zij de door de rest van de wereld nooit erkende staat Herceg-Bosna uit, met West-Mostar als hoofdstad. Bosnjakken werden uit hun huizen verdreven en naar gevangenkampen gebracht. In november vernielden Kroatische troepen met doelgericht vuur de oude brug. Die gebeurtenis schokte de wereld, vanwege de cultuurhistorische én symbolische waarde van de brug. De opdrachtgevers van deze daad zijn door het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag veroordeeld voor het vernietigen van cultureel erfgoed.

Kroaten en Bosnjakken sloten in het voorjaar van 1994 een wapenstilstand en toen een jaar later in Dayton de definitieve vrede tussen alle strijdende partijen werd getekend kon de wederopbouw beginnen. Mostar bleef echter langs de oude frontlinie verdeeld tussen Kroaten en Bosnjakken. Pas in 2004, het jaar dat de herbouw van de oude brug klaar kwam, werd Mostar verenigd tot één gemeente.

Bezienswaardigheden

De meeste bezienswaardigheden van Mostar bevinden zich in de directe omgeving van de oude brug (Stari Most). Aan de oostkant liggen de bazaar (markt) Kujundžiluk en een aantal prachtige moskeeën, zoals de Mehmed-paša en de Karaéoz. Aan de westkant bevinden zich de hamam (Turks badhuis) en een miniatuur Stari most, de scheve brug. Dankzij de compactheid van de stad is Mostar in een dag te bekijken. Wie echter meer wil zien dan alleen de absolute hoogtepunten en de sfeer in de stad wil ervaren, doet er goed aan twee of drie dagen te blijven.

De oude brug

In 1566 gaf sultan Suleiman de Prachtige opdracht tot de bouw van een stenen verbinding tussen de oostelijke en westelijke oever van de Neretva. De architect Mirmar Hajrudin, een leerling van de veel geroemde bouwmeester Mimar Sinam, viel de eer ten deel de brug te mogen ontwerpen. Met één enkele ranke boog overspant de brug de bijna dertig meter brede kloof van de Neretva op 21 meter hoogte. Een Bosnische schrijver beschreef de beroemde brug eens als een “bevroren maan”.

Over de bouwmeester Hajrudin gaat de legende, dat hij zich kort voor het voltooien van de brug in het diepe gestort heeft. Suleiman had hem gedreigd met de doodstraf, als de brug zou instorten. De architect had zichzelf echter onderschat, want de brug overleefde vierhonderd jaar lang aardbevingen en oorlogen, voordat hij in 1993 bewust vernietigd werd. Bij de wederopbouw bleek nog een keer de genialiteit van Hajrudin. Architect van de herbouw Amir Pašic had zelfs met behulp van computermodellen grote moeite een bouwplan voor de brug op te stellen. De nieuwe brug moest zo authentiek mogelijk worden. Zelfs de specie werd volgens het recept van Hajrudin aangemaakt. Aanvankelijk heeft Pašic getracht de oorspronkelijke stenen weer te gebruiken, maar de stroom van de Neretva had deze zo afgesleten, dat dat niet meer mogelijk was. Daarom gebruikte hij stenen uit de groeve, waar het materiaal van de oorspronkelijke brug vandaan was gekomen.

In 2004 werd de gereconstrueerde brug feestelijk geopend. Niet alleen Bosnië, maar de hele wereld had uitgekeken naar het moment dat het symbool van eenheid weer hersteld was. Aan de feestelijkheden namen onder andere Bill Clinton en Kofi Anan deel. Het hoogtepunt van het programma was het duiken van de brug. Deze traditie wordt in de zomermaanden dagelijks voor de toeristen in stand gehouden, hoewel de jonge mannen van de duikersclub in standhouding naar beneden springen. Eens per jaar vind een duiktoernooi plaats en dan zijn ook de meer gewaagde manieren van duiken te bewonderen.

Bij de brug staan drie torens. De Halebija op de westelijke oever was al voor de komst van de Osmanen gebouwd, maar later enkele keren verbouwd en uitgebreid. De eerste verdieping heeft een tijdje als gevangenis dienst gedaan en tijdens de Venetiaanse aanvallen op de stad waren er militairen gestationeerd. Ook hielden de brugwachters (mostari) hier gedurende de hele Osmaanse periode een oogje in het zeil. Nu is er een museum in de toren gevestigd. Aan de overkant staat de Tara toren uit 1676. Deze werd gebruikt voor de opslag van munitie en heeft daarom drie meter dikke muren. De toren huisvest nu de duikersclub. Iets verder van de rivier staat de Herceguša toren, die vermoedelijk al in de vijftiende eeuw in opdracht van hertog Stjepan Vukcic gebouwd werd.

De oostelijke Neretva-oever

In de Kujundžiluk zijn allerlei souvenirs te koopWie vanaf het bus- en treinstation komt of de auto aan de oostkant van de rivier heeft geparkeerd komt op weg naar de oude brug vanzelf over de Kujundžiluk. Dit is een oude bazaar, die werd vernoemd naar de goudsmeden die hun werk altijd in deze straat gedaan hebben. Nu worden op de markt vooral souvenirs voor toeristen verkocht, waar soms wat te veel geld voor gevraagd wordt, zeker omdat de meeste verkochte waren geen handwerk meer zijn. Toch vallen de prijzen voor de koffiesetjes, schilderijen, houtsnijwerk en waterpijpen voor westerse begrippen nog wel mee.

Direct bij de brug staat de oudste moskee van Mostar, de Wejvan cehajina džamija, gebouwd in 1552. Op hetzelfde terrein staat een later gebouwde medressa (koranschool). Een eindje noordelijker ligt de Koski Mehmed-paša moskee. Het in 1619 afgekomen gebouw heeft een vrij strak, maar licht en kleurrijk interieur. De wesma, de overdekte bron bedoeld voor de rituele reiniging voor het gebed, is een van de oudste van Herzegovina. De moskee én de minaret zijn toegankelijk voor publiek.

Een klein eindje verder komt u bij de Tepa markt, waar van een prachtig uitzicht op de oude brug genoten kan worden. Al sinds de Osmaanse tijd brengen de kooplieden op de Tepa groente en fruit, rakija en de beroemde Herzegovijnse honing aan de man. Naast de markt staat het Bišcevic-huis (Bišcevica 13), dat een zeventiende-eeuws Osmaans interieur heeft. De woonkamer van het met tapijten en houtwerk ingerichte huis kijkt direct uit op de Neretva. Het museum beschikt ook over een kleine verzameling alledaagse gebruiksvoorwerpen uit de zeventiende eeuw. Een bezoek aan het Bišcevic-huis geeft een goed beeld van de wooncultuur in Bosnië in die tijd.

Bij de Most Bunur staat de Roznamedžin moskee uit 1620. Indrukwekkender is de Karaéoz-beg moskee, die in 1557 gebouwd werd. De moskee, tussen de straten Titova en Brace Fejica gelegen, is door Kodža Mimara Sinan ontworpen en is misschien wel de mooiste van Herzegovina. Op de vierkante benedenverdieping staat een achthoekige tamboer, waarop weer een grote koperen koepel is geplaatst. Het dak van het portaal bestaat uit drie kleinere koepels en wordt gedragen door vier marmeren zuilen. De uitzonderlijk hoge minaret is aan de buitenkant versierd. Naast de moskee bevinden zich een kleine begraafplaats en een medressa.

Ten westen van de Karodoz moskee staat het Muslibegovic-huis (Osman Dikica 41). Het nationale monument is een uniek voorbeeld van Osmaanse architectuur uit de achttiende eeuw. In tegenstelling tot de lage huizen uit vroegere periodes heeft het vier verdiepingen en een binnenplaats. De mediterrane invloed is te zien aan de ingang, die uit een dubbele boog bestaat, gescheiden door een zuil. Het huis heeft aparte ruimten voor mannen en vrouwen. Het Muslibegovic-huis is in authentieke staat en geeft een mooi inzicht in het leven van een rijke beg-familie uit de achttiende eeuw.

Verder in zuidelijke richting langs de Titostraat staat de Nasuh-Aga-Vuwjakovic moskee, die in tegenstelling tot wat de inscriptie boven de ingang zegt, vermoedelijk niet in 1529 gebouwd is, maar pas in 1564. Naast de moskee staat de vijftien meter hoge klokkentoren (sahat kula). De 250 kilo zware klok, die in het Kroatische Zadar gemaakt was en bekend stond om zijn zware toon, werd in de Eerste Wereldoorlog door de Oostenrijkers omgesmolten om als grondstof voor een kanon te dienen.

Aan de andere kant van de hoofdweg van Sarajevo naar Dubrovnik staan twee orthodoxe kerken, beide uit de negentiende eeuw. Voor de Oude Orthodoxe Kerk, die uit 1835 stamt, moest een zestiende-eeuwse kerk wijken. De kerk bezit iconen afkomstig uit onder andere Rusland en Venetië. Net als de oudere kerk werd de Nieuwe Orthodoxe Kerk met geld van de orthodoxe gemeenschap gebouwd. Sultan Abdul Aziz gaf echter een riante subsidie, omdat hij deze bevolkingsgroep tevreden wilde houden.

Het Museum van Herzegovina (Bajatova 4) ligt vlak bij de klokkentoren en heeft een archeologische, etnografische, literaire en cultuur-historische collectie. Ook is er een korte film over het Mostar van voor de laatste oorlog te zien. Verder naar het zuiden staat het Kajtaz-huis (Gase Ilica 21) dat, net als het Muslibegovic-huis, een inkijkje geeft in het leven in Osmaans Bosnië tijdens de achttiende eeuw.

De westelijke Neretva-oever

De oudste brug in Mostar is niet de Stari most, maar de Kriva wuprija (scheve brug), die de Osmaanse architect Cejvan Kethoda in 1558 bouwde. Waarschijnlijk diende de bouw van deze kleine brug over een zijbeekje van de Neretva als test voor de bouw van de oude brug. Het bruggetje over de Radobolja werd in 1996 bij hoogwater weggespoeld, maar in het kader van de heropbouw na de oorlog gereconstrueerd. Het langwerpige gebouw met zes koperen koepels is een hamam, die vermoedelijk aan het eind van de zestiende eeuw gebouwd is.

Aan de Onešcukov-straat staat een synagoge en even verderop de katholieke Kerk van Petrus en Paulus. De toren van deze kerk werd na de laatste oorlog verhoogd en dat vatten de Bosnjakken in Mostar – net als de plaatsing van een gigantisch kruis op een heuveltop – als een provocatie op. Tot de bouw van de kerk in 1847 hadden de katholieken geen eigen godshuis in Mostar. Er was weliswaar een franciscanenklooster geweest, maar dat hadden de Osmanen in de zestiende eeuw vernield. In 1866 bouwden de katholieken een tweede kerk. Naast de kerk ontstond een nieuw klooster, waarin zich nu het archief van de monniken, enige andere eeuwenoude geschriften en een kunstcollectie bevinden. Vanaf de negentiende eeuw zetelt een bisschop in Mostar. De eerste bisschop Rafo Barišic gaf opdracht tot het stichten van een franciscanenschool. Het bisdom bezat ook de eerste drukkerij van Mostar.

In het grote park in het westen van de stad is de partizanenbegraafplaats – een communistisch monument voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. De beroemde Joegoslavische architect Bogdan Bogdanovic heeft de gedenkplaats ontworpen. Aan het grote verkeersplein Rondo is het Kroatisch Cultuurcentrum gevestigd. In het Zrinski-park vlak bij de rotonde staat sinds 2005 een standbeeld van de acteur Bruce Lee. Volgens de initiatiefnemer, een jongerenbeweging uit Mostar, is de kungfu-legende een symbool van de strijd tegen etnische scheiding en een idool voor alle bevolkingsgroepen. Aan de andere kant van het park staat het gymnasium, dat in 1896 gebouwd werd. Net als de bibliotheek in Sarajevo zijn in de architectuur zowel Habsburgse als Moorse invloeden terug te zien. Nu is het United World College, een internationale school gericht op de verzoening van de bevolkingsgroepen, in het gebouw gevestigd.

Blagaj

Detail van het plafond van een van de kamers in de tekijaVijftien kilometer ten zuidoosten van Mostar ligt Blagaj aan de Buna. Deze rivier stroomt deels ondergronds, wat kenmerkend is voor het karstlandschap. De plek waar het water voor het eerst met het daglicht in aanraking komt is indrukwekkend en mysterieus. Het komt uit een tweehonderd meter hoge rotswand zetten. Een zeventiende-eeuwse Osmaanse sultan was blijkbaar ook van de plek onder de indruk en liet een tekija bouwen in Turkse barokstijl. Het is een van de zeer weinige nog in oorspronkelijke staat bewaard gebleven derwisj-kloosters in Bosnië-Herzegovina. De tekija is voor die tijd zeer luxueus ingericht en beschikt zelfs over vloerverwarming. Nu is het een museum en één van de toeristische trekpleisters van Herzegovina, maar elk jaar in mei komen de derwisj-monniken nog bijeen in de tekija van Blagaj.

Boven de bron van de Buna ligt de zogenaamde Groene Grot (Zelena pecina). Uit beschilderd aardewerk, dat archeologen vonden, blijkt dat deze en andere grotten in de omgeving bijna vijfduizend jaar geleden al bewoond waren. Bij de Buna zijn ook de resten van een Romeinse nederzetting gevonden, zoals de peilers van een brug. In de zestiende eeuw bouwden de Osmanen een nieuwe brug met vijf bogen en daarbij een hamam. In het stadje Blagaj zelf is de zestiende-eeuwse Keizersmoskee (Careva džamija) interessant.

Een belangrijke plek voor de geschiedenis van Herzegovina is de burcht van Hertog (Herceg) Stjepan Vukcic, de naamgever van deze regio, die in zijn eigen tijd nog Hum heette. Wie puf heeft voor een klim van ongeveer een uur over een niet gemarkeerd maar makkelijk te volgen pad, kan genieten van een prachtig uitzicht over de vallei van de Neretva. De burcht was oorspronkelijk een nederzetting van de Illyrische stam Daorsi en werd door de Romeinen gefortificeerd. In de tiende eeuw had de vesting zich ontwikkeld tot het centrum van de regio Hum. Achtereenvolgens bezetten de vorsten uit Zeta (Montenegro) en de Servische vorst Stefan Nemanja nog de burcht, totdat die in handen van de Bosnische koning viel. Stjepan Vukcic verdedigde Hum tegen de Turken, totdat die het fort in 1465 innamen. De burcht werd tot 1835 als thuisbasis voor een heel garnizoen gebruikt.

Velež-gebergte

De bergketen Velež is een afwisselend natuurgebied met donkere wouden, uitgestrekte velden, idyllische beekjes en spectaculaire rotswanden. Het hoogste punt ligt op 1958 meter boven zeeniveau en steekt daarmee bijna 1900 meter boven Mostar en Blagaj uit. Binnen in de bergen is een uitgebreid netwerk van ondergrondse rivieren en grotten ontstaan. Het gebied leent zich uitstekend voor mountainbiken, bergwandelen en rotsklimmen. De bossen staan vol eetbare paddenstoelen en geneeskrachtige kruiden en de bergbeken zijn rijk aan vis.

Het Podveležje-plateau ligt op 700 meter tussen de toppen van Velež en het Neretva-dal bij Mostar. Het wordt bevolkt door een herdersgemeenschap, die de laatste eeuwen nauwelijks iets aan haar levenstijl heeft veranderd. Ze houden zich bezig met het hoeden van schapen, en de productie van wol, melk, boter en kaas. In de dorpen zijn families die kamers aan toeristen verhuren. Het plateau, links van de hoofdweg van Mostar naar Nevesinje, is een goed uitgangspunt om de bergen van Velež te verkennen.

Nergens zijn zoveel stecci gevonden als bij Nevesinje: Op 110 plaatsen zijn in totaal 3880 exemplaren ontdekt. Daarnaast zijn er ook Illyrische grafheuvels en resten van Romeinse nederzettingen aangetroffen. In het centrum van het kleine, hooggelegen stadje staat een Osmaanse klokkentoren uit de zestiende eeuw. Als bouwmateriaal voor de toren hebben de Osmanen stecci gebruikt.

De toeristische voorzieningen in het Velež gebied zijn voor Bosnische begrippen vrij goed. Er is een aantal officiële toeristische organisaties, waarnaar in het informatieblok wordt verwezen. U kunt echter ook op de bonnefooi naar het gebied gaan, want het is niet moeilijk in Nevesinje of Podveležje lokale gidsen te vinden. In het gebied zijn enkele berghutten waar u voor een klein bedrag de nacht kunt doorbrengen.

Familiereizen

Familiereis Balkan

Dit is een afwisselende reis door drie verschillende landen; Kroatië, Montenegro en Bosnië en Herzegovina. Verbaas je over de mogelijkheden van de...

v.a. 1649.00 p.p.

Rondreizen

Groepsrondreis Balkan

Dit is een afwisselende reis door 4 verschillende landen; Servië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Kroatië. Deze landen maakten deel uit van het voormalig...

v.a. 1449.00 p.p.

10 prachtige bestemmingen in Mostar en Bosnië en Herzegovina