In het grote kloostercomplex wonen nog maar zes monniken. Het is in de Osmaanse tijd een paar keer afgebrand. De laatste reconstructie dateert van 1891. Het museum heeft een kleine maar uiterst waardevolle collectie kunst, documenten en gebruiksvoorwerpen, die gevonden zijn bij het fort van Bobovac of door rondreizende monniken zijn meegenomen. Nog imposanter is de bibliotheek met een grote collectie eeuwenoude boeken over filosofie, theologie, scheikunde en geschiedenis. Ze zijn geschreven in het Latijn, Duits, Frans en Kroatisch. De auteurs van de boeken in de lokale taal hebben vaak gebruikgemaakt van het bosancica-schrift. Als u het klooster, de kerk, het museum en de bibliotheek wilt bezoeken, kunt u het beste eerst contact opnemen met het toeristenbureau van Kraljeva Sutjeska.

In het dorp zelf is het Dusper-huis nog een bezoek waard. Het familiehuis dat in het begin van de achttiende eeuw gebouwd werd is nog in de oorspronkelijke staat en een prachtig voorbeeld van Bosnische architectuur. Ook een van de oudste moskeeën van Bosnië-Herzegovina staat in Kraljeva Sutjeska. De moskee met houten minaret werd in de vijftiende eeuw gebouwd in opdracht van sultan Mehmed II en is open voor het publiek.

Er is een bus van Kakanj naar Kraljeva Sutjeska. Bent u met eigen vervoer neem dan de weg naar het noordoosten die in het plaatsje Catici, drie kilometer ten zuiden van Kakanj, begint. Vanaf daar is het nog negen kilometer naar Sutjeska.

Bobovac

Vanuit Kraljeva Sutjeska loopt een goed gemarkeerd wandelpad naar de koningsstad Bobovac. Wie geen energie heeft om een uur heen en een uur terug te lopen, kan met de auto dichterbij komen, maar dat is vanwege de kwaliteit van de wegen een hele onderneming. Voorbij het klooster gaat de weg verder en wordt al snel onverhard. Na een krappe vier kilometer komt u bij een kruising waarop borden ongeveer alle belangrijke steden van Europa aangeven. Hier gaat u naar rechts en omhoog. De weg is vooral in de winter nauwelijks begaanbaar voor normale auto’s. Nadat u een flinke heuvel over bent gestoken, daalt de weg af naar het dal van de Bukovica. Vlak na de brug gaat u naar rechts en al snel komt u dan in een gehucht. Ongeveer een kilometer daar voorbij is aan de rechterkant van de weg een kleine parkeerplaats waar een pad naar Bobovac begint. Vanaf daar is het nog maar een klein stukje te voet.

Het fort was het machtscentrum van de middeleeuwse Bosnische staat. Het werd gebouwd tijdens het bewind van ban Stjepan II Kotromanic, die regeerde van 1322 tot 1353. Zijn neef Tvrtko I nam na zijn dood de positie van ban over en in 1377 werd hij in Bobovac tot koning gekroond. Hij en zijn opvolgers oefenden steeds vanuit die burcht de macht uit, met uitzondering van de laatste koning Stjepan Tomaševic (1461-1463).

Bobovac had een verdedigingsmuur van meer dan een meter dik en ruim een kilometer lang met verschillende stadspoorten. Behalve het koninklijke paleis stond er een kerkgebouw waar de kroningen plaatsvonden. Dat is nu helemaal gerestaureerd, maar helaas doorgaans niet van binnen te bekijken.