In de architectuur van het barokke gebouw zat oorspronkelijk een duidelijke symboliek verweven. Vier vleugels herinneren aan de vier jaargetijden, 7 booggewelven staan voor de 7 dagen van de week, 12 schoorstenen symboliseren de 12 maanden, het aantal vertrekken (52) is even groot als het aantal weken in een jaar en 365 vensters stellen het aantal dagen voor. Een deel van deze symboliek is nog in het vierkante gebouw terug te vinden, de rest is tijdens een verbouwing verdwenen. Een van de laatste eigenaren was Philippe Coburg. Hij was getrouwd met Louisa, de dochter van de Belgische koning Leopold II. Haar zus, Stephanie, kwam hier vaak met haar echtgenoot, kroonprins Rudolf van Habsburg. Hij was de zoon van keizer Franz Jozef en keizerin Elisabeth (Sissi) van Oostenrijk. Hij heeft de Oostenrijkse troon echter nooit bestegen. In Mayerling vermoordde hij zijn minnares en sloeg vlak daarna de hand aan zichzelf, omdat hun liefde kansloos was.

De beelden op de tweevleugelige trap zijn van een Oostenrijkse hofbeeldhouwer. De vele vertrekken worden opgeluisterd door meubilair uit diverse periodes. De inrichting geeft een goed overzicht van de manier waarop in vroegere tijden gewoond werd. De muren worden bedekt door schilderijen van Nederlandse, Franse en Duitse meesters, oude gravures en zo'n tweeduizend jachttrofeeën. Ook een muurschildering met allegorische afbeeldingen van de vier seizoenen behoort tot de bezienswaardigheiden. Opvallend aan de portretgalerij is dat de hier vereeuwigde leden uit het geslacht Koháry grotendeels gelijk gekleed gaan. In het slot is het museum voor bosbouw en de jacht gevestigd, met opgezette dieren en vogels uit de streek. Ook worden er rondleidingen door de vertrekken gegeven. Bij het kasteel ligt een uitgestrekt park dat in de omringende bossen overloopt.

Het fort van Bzovík was ooit een Romaans cisterciënzerklooster. Het werd halverwege de 12e eeuw gebouwd. Het werd later overgenomen door de premonstratenzers. Zij breidden het klooster uit tot het grootste feodale landgoed in de streek. In de 15e eeuw werd het verwoest en werden de monniken verdreven. De landheer die het complex in bezit kreeg, verbouwde het tot een renaissancekasteel. In de Tweede Wereldoorlog werd het fort vernietigd. Onlangs is het complex gerestaureerd, maar het is nog steeds een ruïne.

Een wandelpad leidt naar de uitkijktoren Vartovka. De toren werd gebouwd zodat de landheer goed in de gaten kon laten houden of de Turken in de buurt kwamen.

De kerk in Pukanec bezit een aantal mooie altaarstukken. Het had niet veel gescheeld of ze waren door de Turken meegenomen of vernietigd. De omgeving had veel te lijden tijdens de Turkse invallen. Ze hadden het op het goud en zilver dat in de omgeving gewonnen werd voorzien. Met die buit waren ze echter niet tevreden. De hele stad werd geplunderd. Veel mannen werden vermoord en de vrouwen werden verkocht. De altaren werden wellicht over het hoofd gezien. Ze stonden in de kleine, Roomskatholieke Sint-Nicolaaskerk uit 1321. Zo'n honderd jaar later werd er een andere kerk tegenaan gebouwd. In 1940 werd de tussenmuur afgebroken.