Na de Eerste Wereldoorlog leidde de Russische revolutie ook in Finland tot hervormingen, waarbij Finland zich op 6 december 1917 eenzijdig onafhankelijk verklaarde. Binnenlandse spanningen leidden tot een korte maar bloedige burgeroorlog tussen de ‘Roden’ (Bolsjewieken) en de ‘Witten’ (de rechtse regering). De regeringstroepen onder leiding van generaal Mannerheim wonnen (met Duitse hulp) de oorlog. Na een mislukte poging een koninkrijk te stichten onder leiding van een Duitse vorst ontstond in 1919 de republiek Finland, met K.J.Ståhlberg als eerste president. In 1920 werd in Estland de vrede getekend met Rusland, waarbij Finland afzag van aanspraken op gebieden met een Finse bevolking zoals Oost-Karelië en het in het noorden Petsamo en de toegang tot de Noordelijke IJszee verkreeg. In 1921 werden ten slotte de Åland-eilanden door de Volkenbond aan Finland toegewezen.