•, nationaal park Syöte (Oulu en Lapland, Taivalkoski, 299 km2, sinds 2000). Uitgestrekt gebied rond de Iso- en Pikku-Syöte, de zuidelijkste bergen van Lapland. Prachtige ranke sparrenbossen en heuvels met bijzondere hellingvenen.

•, nationaal park Lemmenjoki (Lapland, Inari, 2859 km2, sinds 1945). Grootste nationale park van Finland, bestaande uit oerbos en grote stukken fjell zonder wegen of paden. Het park is van belang voor de rendierteelt en een van Finlands bekende goudwinningsgebieden. Centraal door het park stroomt de Lemmenjoki rivier in een kloofdal met dennenbossen.

•, nationaal park Urho Kekkonen (Lapland, Inari, 2550 km2, sinds 1983). Groot wildernisgebied langs de grens met Rusland; valleien met dichte dennenbossen en kale afgeronde bergen boven het bos, bedekt met berkenstruikgewas of heide. Het gebied wordt door de Berg-Saami gebruikt, die hier hun rendierkuddes hoeden.

•, nationaal park Pallas-Yllästunturi (Westelijk Lapland, Enontekiö, 1020 km2, sinds 2005). Honderd kilometer lange keten van bergruggen waarvan de toppen oprijzen uit de zee van hoogvenen en naaldbossen. De bergmassieven Ounastunturi (723 m), Pallastunturi (807 m) en Yllastunturi (718 m) zijn in een zeer natuurlijke staat met zeer zuivere lucht.

•, nationaal park Pyhä-Luosto (Oostelijk Lapland, 142 km2, sinds 1938, uitgebreid in 2005). Typisch landschap van Lapland: uitgestrekte venen en oude bossen aan de voet van afgeronde toppen van de Pyhätunturi bergketen. In het nationale park ligt de Isokurukloof, een van de heilige plaatsen uit de Saamicultuur.