Beeldjes en sieraden van jade zijn mooi, maar duur. Zilveren oorbellen en broches in de vorm van een quetzal zijn ook een leuk aandenken. Er is dus keus genoeg om het een en ander mee naar huis te nemen. Probeer de toeristentroep te onderscheiden van de echte mooie dingen. Als je op een markt koopt of bij mensen thuis, ding dan flink af en probeer op de helft van de prijs te komen. Men heeft meer respect voor degene die afdingt, dan voor iemand die direct koopt. Het is een soort spel moet je maar denken. Veel inheemse vrouwen hebben een eigen winkeltje op de plaza van hun dorp. Vergelijk de waren en hun prijzen in deze winkeltjes.

Sommige zinnetjes die je kunt gebruiken in de onderhandeling zijn: ‘¿Cuánto vale?’ (Hoeveel kost dit?), ‘¿Cuánto menos?’ (Voor hoeveel minder verkoop je het?), ‘¿Cuánto lo menos?’ (Wat is je laagste prijs?). De verkoper kan het volgende zeggen: ‘Puede ofrecer’ (je kunt een bod doen), ‘¿Cuánto mas?’ (Hoeveel meer wil je betalen?).

Probeer zo veel mogelijk bij de mensen thuis te kopen of bij coöperaties zodat de makers een redelijke prijs voor hun producten ontvangen en niet alleen de tussenhandel er behoorlijk aan verdient.