Noorwegen

Swipe

Toendra en alpiene zone (fjell)

Ten noorden van de zomer 10 graden isotherm (‘s?zomers niet warmer dan 10 graden) bevinden we ons in de Arctische klimaatzone, groeit er geen bos meer en rest slechts kale toendra (Noors: vidda). Deze koude steppe vormt een brede zone langs de noordkust van Finnmark. Door koude, harde wind en permafrost (bevroren bodem die alleen ‘s?zomers ondiep ontdooit) kunnen diepwortelende planten er niet overleven en groeien er op de hoogvlaktes alleen dwergstruiken, grassen, mossen en korstmossen. Een bijzonder korstmos is het eetbare IJslands Mos of Rendiermos, dat - de naam zegt het al - in de winter belangrijk voer is voor de rendieren.

De Noorse fjell

Toendra-achtige vegetatie groeit ook boven de boomgrens in de Noorse berggebieden die binnen de zone van het boreale naaldbos liggen (Noors: fjell). In de fjellgebieden zien we van laag naar hoog op korte afstand de opeenvolging van naaldbos-berkenbos-toendra (een zonering die we in Lapland over honderden kilometers van zuid naar noord ook zien).

Het berkenbos vormt de boomgrens op hoogtes tussen 1000 m (Zuid-Noorwegen), 700 m (poolcirkel) en zeeniveau (Finnmark); hoe noordelijker hoe lager.

De zone boven de boomgrens kan in de bergen nog worden onderverdeeld in een laag-, midden- en hoogalpiene zone. In de onderste alpiene zone groeien nog Dwergberken, Wollige Wilgen, Bosbessen, Lappenroosjes en andere kruiden. De middelste alpiene zone kent slechts lage begroeiingen van heide, Dwergwilgen (10 cm hoog) en grassen. De bovenste alpiene zone is een rotswoestijn en alleen nog het domein van de mossen en korstmossen en taaie alpiene planten als Zilverwortel, Stengelloze Silene en Gletsjerranonkel.

10 prachtige bestemmingen in Noorwegen