Noorwegen

Swipe

Nationale parken en reservaten

In Noorwegen zijn nog gebieden waar de ontwikkeling van het planten- en dierenleven geheel wordt bepaald door de wetten van de natuur. Sinds 1962 heeft de Noorse regering een groot aantal van deze gebieden beschermd, als nationaal park (Noors: nasjonalpark) of natuurreservaat (Noors: verneområdet). Op dit moment heeft Noorwegen 29 nationale parken, waarvan het overgrote deel in berggebieden ligt, en de rest bestaat uit eilanden voor de kust, oude oerbossen, meren en hoogveengebieden. Noorwegen heeft langs de grens met Zweden en Finland enkele grote, grensoverschrijdende nationale parken, die door hun grote oppervlak een goede bescherming bieden aan diersoorten die afhankelijk zijn van uitgestrekte territoria (wilde rendieren, roofvogels en roofdieren als beer, wolf en lynx).

In tegenstelling tot veel andere landen zijn alle nationale parken vrij toegankelijk en hoeft u er geen entree te betalen, maar u mag in de nationale parken de natuur niet verstoren, geen grote stenen meenemen, planten uittrekken, vogeleieren wegnemen, etc. Als u kampeert mag achteraf niet te zien zijn dat er iemand is geweest. In de meeste Noorse nationale parken mag u vrij wandelen en in de winter langlaufen, en zijn er voorzieningen zoals gemarkeerde wandelpaden, bruggen en berghutten, maar in de meest kwetsbare nationale parken zijn de voorzieningen beperkt.

De belangrijkste nationale parken kennen bezoekers- en informatiecentra, waar u brochures en kaarten kunt krijgen en u zich op de hoogte kunt stellen van de regels in het desbetreffende gebied. Veel informatie over de nationale parken van Noorwegen vindt u op www.dirnat.no. Onderstaand de belangrijkste nationale parken van Noorwegen met een korte karakteristiek (van zuid naar noord):

Zuid-Noorwegen:

•, Folgefonna nationaal park (720 km2, Hordaland, sinds 2005) , Folgefonna is de op twee na grootste (214 km²) en meest zuidelijke gletsjer van Noorwegen tussen de Hardangerfjord en de Sørfjord. Het nationaal park omvat ook een groot gebied rondom de gletsjer, bestaande uit ontoegankelijke bergen en wildernis.

•, Hardangervidda nationaal park (3422 km2, Buskerud, Hordaland en Telemark, sinds 1981) , Het grootste Noorse nationale park, een typisch hoogvlakteplateau met lange golvende bergpartijen. Het grootste gedeelte van het nationaal park ligt boven de boomgrens en is een belangrijke verblijfplaats van de laatste wilde rendiergroepen in Europa. Ook is het gebied de meeste zuidelijke verblijfplaats van de poolvos, sneeuwuil en andere Arctische planten en dieren. De hoogvlakte met de talloze meren is een waar paradijs voor bergwandelaars. Het gebied bevat veel uitgezette routes en berghutten.

•, Hallingskarvet nationaal park (450 km2, Buskerud, Hordaland, Sogn og Fjordane, sinds 2006) , Een groot samenhangend berggebied met waardevolle rivieren en zeldzame plantensoorten. Het karakteristieke Hallingskarvet bergmassief ten noorden van Finse geeft het gebied zijn naam.

•, Ormtjernkampen nationaal park (9 km2, Oppland, sinds 1968) , Met een oppervlakte van 9 vierkante kilometer het kleinste nationale park van Noorwegen en beschermt een van de laatste sparrenoerbossen van Noorwegen met veel oude en dode bomen en een rijke ondergroei van mossen en paddenstoelen. Er zijn geen speciale aanpassingen gemaakt voor bezoekers, maar het grootste gedeelte van het park is gemakkelijk toegankelijk.

•, Jotunheimen nationaal park (1145 km2, Oppland, Sogn og Fjordane, sinds 1980) , Een ongerept gebied met hoge bergen en tientallen kleine gletsjers. Het grootste gedeelte van het park ligt boven de boomgrens en alle hoogste bergtoppen van Noorwegen zijn hier te vinden. In de Jotunheimen worden vele hoogterecords door planten verbroken. Het hoogst van alle bloemplanten gaat de gletsjerhanevoet die tot op 2370 m groeit op de Glittertind. Jotunheimen is een populair gebied voor bergwandelaars en bergbeklimmers en het biedt veel mogelijkheden voor gletsjerwandelingen. Er zijn meerdere gemarkeerde paden, en een groot aantal berghutten.

•, Jostedalsbreen nationaal park (1310 km2, Sogn og Fjordane, sinds 1991) , De helft van het Jostedalsbre Nationale park wordt ingenomen door de 875 km2 grote ijskap Jostedalsbre, de grootste gletsjer op het Europese vasteland. Het hoogste punt van het park is de top van de berg Lodalskåpa op 2083 meter. Vanaf de ijskap stromen vele spectaculaire gletsjertongen door de dalen naar beneden. Gletsjerwandelingen, bergtochten en skitouren onder leiding van berggidsen zijn zeer populair in dit gebied. Het gebied rond de gletsjer en de gletsjertongen is in voortdurende verandering. Er zijn drie bezoekerscentra: Breheimsenteret, Jostedalsbreen Nasjonalparksenter en Norsk Bremuseum (Gletsjermuseum).

•, Reinheimen nationaal park (1969 km2, Oppland, Møre og Romsdal, sinds 2006) , Een van de grootste ongerepte wildernisgebieden van Zuid-Noorwegen. Het is een gebergte in zeer natuurlijke staat met enkele toppen boven 2000 meter, maar weinig voorzieningen als paden en hutten. Het nationale park heeft een rijke natuur met wilde rendieren, veelvraat, koningsarend, valken en sneeuwhoenders. •, Rondane nationaal park (580 km2, Hedmark, Oppland, sinds 1962) , Het oudste nationaal park van Noorwegen, opgericht in 1962 en in 2003 verder uitgebreid. Rondane is een hooggebergte met maar liefst 10 toppen boven de 2000 meter, met als hoogste punt de berg Rondeslottet (Rondane kasteel, 2178 m). In het gebied leeft nog een van de laatste (bedreigde) bestanden van ‘villrein’, wilde rendieren. Vroeger trok deze groep rendieren van Rondane over Dovrefjell naar Sunndalsfjella, maar bebouwing en de aanleg van (spoor)wegen hebben de grote groep rendieren opgedeeld. De rendieren zijn zeer schichtig en gevoelig voor verstoringen en moeten dan ook niet gestoord worden.

•, Dovre nationaal park (289 km2, Hedmark, Oppland, sinds 2003) , Het grootste gedeelte van het nationale park ligt boven de boomgrens tussen 1100 en 1700 meter en heeft glooiende afgeronde toppen. Door de hoge ligging heeft het landschap bijna een Arctisch uiterlijk met sporen van permafrost. In Dovre zijn sporen gevonden van jagers die ruim 6000 jaar geleden de kuddes rendieren volgden. In de middeleeuwen reisden over de Dovrefjell pelgrims op weg naar Trondheim. Omdat de rendieren zeer gevoelig zijn voor verstoringen in de winter en de lente wordt het aangeraden om op de gemarkeerde routes te blijven.

•, Dovrefjell-Sunndalsfjella nationaal park (1693 km2, Møre og Romsdal, Sør-Trøndelag, sinds 2002) , Het aan Dovre grenzende nationale park is opgedeeld in twee gedeeltes, een aan elke zijde van de rijksweg en spoorweg over Dovrefjell. Dovrefjell en Sunndalsfjella bieden een gevarieerd Noors berglandschap met een zeer rijke vegetatie. Ten oosten van het park ligt de bekende Knutshøene, een van de plantenrijkste bergplateaus van Noord-Europa. Verder leven er kuddes rendieren en muskusossen, en leven er roofvogels als de koningsarend en ruigpootbuizerd. Het gebied heeft een netwerk van gemarkeerde paden en verschillende hutten. Populair onder bergwandelaars is de beklimming van de berg Snøhetta.

•, Gutulia nationaal park (23 km2, Hedmark, sinds 1968) , Gutulia is het op een na kleinste nationale park van Noorwegen en bestaat uit moerassen en een van de laatste oerbossen rond de berg Gutulivola. In het waardevolle oerbos groeien dennen en sparren van meer dan 400 jaar oud.

•, Femundsmarka nationaal park (390 km2, Hedmark, Sør-Trøndelag, sinds 1971) , Femundsmarka vormt samen met het nationale park aan de Zweedse zijde van de grens een van de grootste aaneengesloten wildernisgebieden van Zuid-Scandinavië. Het gebied is gevormd door het ijs in de laatste ijstijd en bestaat uit afgeronde bergtoppen, meren, kale morenehellingen en veengebieden. Ondanks het karige landschap leeft hier een aantal bijzondere diersoorten zoals de beer en de lynx en een groep muskusossen die vanuit Dovrefjell is overgekomen. In het gebied broeden visarend, koningsarend, giervalk en oehoe. Femundsmarka is een van de weinige plaatsen in Noorwegen waar otters leven en een kolonie bevers. Het park is verder een belangrijk overwinteringsgebied voor rendieren. ’s Zomers bieden de vele rivieren en meren fantastische kano- en vismogelijkheden.

Midden-Noorwegen:

•, Forollhogna nationaal park (1062 km2, Hedmark, Sør-Trøndelag, sinds 2001) , Een wildernisgebied dat niet is aangepast aan het toerisme. Het gebied is beschermd omdat het een van de weinige plaatsen is waar de rendieren nog ongerepte winter- en zomerweiden vinden. De rendierbokken worden hier het grootst van heel Noorwegen, wat iets zegt over de goede voedselvoorzieningen en het rijke planten- en dierenleven in dit gebied. Ook voor de bedreigde poolvos is het gebied belangrijk.

•, Skarvan og Roltdalen nationaal park (441 km2, Sør-Trøndelag, sinds 2004) , Een bijna onaangetast berg- en bosgebied, typisch voor Trøndelag. Het is het grootste gebied in Sør-Trøndelag zonder een enkele weg. Er is een netwerk van gemarkeerde routes rond de bemande berghut Schultzhytta in het centrum van het park. Kale bergen tot 1000 m hoogte en dichte sparrenbossen domineren het gebied.

•, Blåfjella-Skjækerfjella nationaal park (1924 km2, Nord-Trøndelag, sinds 2004) , Een van de grootste nationale parken van Midden-Noorwegen. Het landschap in het park is zeer gevarieerd met dicht oerbos, berkenbossen, moerassen en bergen van meer dan 1000 m hoog.

•, Lierne nationaal park (333 km2, Nord-Trøndelag, sinds 2004) , Samen met andere beschermde gebieden in Noorwegen (Blåfjella-Skjækerfjella) en Zweden maakt Lierne deel uit van een groot samenhangend natuurgebied. Hier komen dan ook dieren voor die een groot leefgebied nodig hebben, zoals beren, lynx en veelvraat. Voor geologen is dit landschap uit de ijstijd zeer speciaal met vele relatief zeldzame landschapsvormen.

•, Børgefjell nationaal park (1447 km2, Nord-Trøndelag en Nordland, sinds 1963) , Een groot berggebied op de grens tussen Nord-Trøndelag en Nordland, gelegen langs de Zweedse grens. Voor veel Noren begint bij de Børgefjell het noorden van Noorwegen. Het park bestaat uit pure wildernis van hoge bergen in het westen en kale stenige toppen langs de Zweedse grens. Aan de voet van de bergen liggen weelderige dalen, moerasgebieden en meren. In het gebied zijn nauwelijks voorzieningen als paden of hutten.

Noord-Noorwegen:

•, Svartisen-Saltfjellet nationaal park (2105 km2, Nordland, sinds 1980) , Een groot en gevarieerd berggebied rond de poolcirkel met de grootste gletsjer van Noord-Noorwegen, Svartisen (370 km2). Rondom de gletsjers ligt een kalkrijk berggebied met een grote bloemenrijkdom.

•, Junkerdal nationaal park (682 km2, Nordland, sinds 2004) , Berggebied en bloemenrijke valleien met een rijk dierenleven, waaronder veel elanden. Het gebied is rijk aan Samencultuur en historie.

•, Rago nationaal park (170 km2, Nordland, opgericht in 1971) , Een wild berglandschap met kale bergen en ruige kloofdalen en zeldzame planten en dieren (veelvraat, lynx, bever). Rago grenst direct aan de grote Zweedse nationale parken Padjelanta, Sarek en Stora Sjøfallet en maakt deel uit van een 5700 km2 groot natuurgebied. Rago is een van de ontoegankelijkste berggebieden van Noorwegen en heeft slechts enkele paden.

•, Møysalen nationaal park (51 km², Nordland, sinds 2003) , Een wildernisgebied rond de berg Møysalen (1262 m) op de grens van de Lofoten en Vesterålen aan het einde van de Innerfjorden. Spectaculaire bergen, fjorden en kustgebied, nauwelijks door de mens beïnvloed.

•, Ånderdalen nationaal park (125 km2, Troms, sinds 1970) , Kust- en bergnatuur van zuidelijk Senja, bestaande uit een door steile bergen omgeven vallei, met meertjes, rivieren, moerasgebieden en prachtige bossen van dennen en berken (500 jaar oude dennen, zeldzame planten als gevlekte orchis, koraalwortel en spookorchis).

•, Øvre Dividal nationaal park (770 km2, Troms, sinds 1971) , Een van de mooiste bergmassieven van Noorwegen op de grens met Zweden, rond de valleien van het Dividal en het Rostadal. Zeer gevarieerd berggebied: valleien met oude dennenbossen, dwergberkenzones, bergplateaus en bergpieken tot 1700 m, leefruimte van ‘de grote vier’: bruine beer, wolf, veelvraat, en lynx.

•, Reisa nationaal park (803 km2, Troms, sinds 1986) , Gebied rond de canyonachtige Reisarivier met rijke flora en fauna en indrukwekkende watervallen (roofvogels als de ruigpootbuizerd, steenarend en giervalk).

•, Seiland nationaal park (316 km2, Finnmark, sinds 2006) , Een groot eiland bij Hammerfest, vrijwel geheel bestaand uit wildernis, fjorden en steile bergen. Het midden ervan wordt ingenomen door twee grote gletsjers, de noordelijkste van Scandinavië.

•, Øvre Anárjokka nationaal park (1390 km2, Finnmark, sinds 1975) , Aan de zuidkant van de Finnmarksvidda gelegen wildernisgebied, samen met het aangrenzende Finse Lemmenjoki nationaal park een van de meest afgelegen delen van Lapland. Øvre Anárjokka is qua grootte het tweede nationale park van Noorwegen en het eenzaamste. Het gebied bestaat uit golvende, met meren bezaaide, plateaus. In deze wildernis van berkenbos, toendra en moerassen leven de roofdieren beer, wolf, lynx en veelvraat.

•, Stabbursdalen nationaal park (747 km2, Finnmark, sinds 1970) , Een mix van de diverse typen landschappen die in Finnmark voorkomen: bergtoppen, plateaus, smalle ravijnen met berkenbos, watervallen en meertjes en beschut dal langs de Stabburselva met het noordelijkste dennenbos ter wereld. Het gebied vormt met zijn prachtige dennenbossen een kleine oase in het verder kale toendralandschap van de Finnmarksvidda.

•, Varangerhalvøya nationaal park (1804 km2, Finnmark, sinds 2006) , Het Varangerschiereiland in oostelijk Finnmark is het meest Arctische landschap van Noorwegen, en bestaat uit plateaus en kale afgeronde bergen.

•, Øvre Pasvik nationaal park (119 km2, Finnmark, sinds 1970) , Lage beboste heuvels, met meren, moerassen, oerbossen van grove dennen en de dichtste berenpopulatie van Noorwegen. De oerbossen van Øvre Pasvik zijn de meest westelijke uitlopers van de Siberische taigabossen, en herbergen enkele planten- en diersoorten die in de rest van Noorwegen niet voorkomen.

Natuurbescherming en nationale parken

10 prachtige bestemmingen in Noorwegen