Vrouwen en meisjes dragen vaak een kleurige sari- zij die het kunnen betalen een van zijde, andere van kunststof. Ze dragen de sari als een rok, terwijl een strook over één schouder afvalt achter op de rug. De borsten zijn bedekt door een bloesje, dat echter de buik en rug voor een gedeelte bloot laat. Veel mannen dragen een sarong. Dat is een heel ruime rok uit één stuk, zonder split, waar ze in stappen of die ze over het hoofd aantrekken. Ze strijken hem vanachter glad en de resterende stof slaan ze aan de voorzijde over elkaar, waar ze hem vastmaken. Hoewel de bevolking graag kleurig gekleed gaat, draagt men witte kleding bij religieuze feesten en tijdens diensten in de tempel. Dit geldt voor hindoes, boeddhisten en moslims. Ook bij boeddhistische begrafenisoptochten wordt wit gedragen. De vele witte lintjes die u in dorpen en steden langs en boven de weg ziet hangen, geven aan dat er op die plaats iemand is overleden. Vlekkeloos witte kostuums dragen ook de president, ministers, regeringsambtenaren, professoren, leraren, artsen en andere mensen met hoge functies.