1954

Oprichting van de DP (Democratic Party) door Mataya Muganwanya als rooms-katholieke tegenhanger van de overwegend protestantse UNC.

1955

Landelijke protestantse groeperingen richten de PP (Progressive Party) op die een buffer wil vormen tegen de rooms-katholieke DP en de Baganda UNC.

1958

Vorming van de UPU (Uganda People’s Union) met als belangrijkste streven een landelijke, niet-Buganda, partij te zijn.

1959

Opsplitsing van de UNC in diverse etnische groeperingen waarvan er enkele nauw gaan samenwerken met de UPU.

1960

De UPC (Uganda People’s Congress) komt tot stand onder leiding van Milton Obote.

1961

Protestantse Baganda richten de KY (Kabaka Yekka) op.

1961

In oktober worden de eerste presidentsverkiezingen gehouden; ze worden gewonnen door de rooms-katholieke DP.

1962

De presidentsverkiezingen voor een onafhankelijk Uganda worden in maart gewonnen door de UPC.

1962

Uganda wordt onafhankelijk met Sir Walter Fleming Coutts als gouverneur-generaal en Apolo Milton Obote als premier. 1963 Het ambt van gouverneur-generaal wordt afgeschaft, Uganda wordt een zelfstandige federale republiek en met Milton Obote als 'lijstduwer', wordt Sir Edward Matese II, koning van zuidelijk Buganda, president; deze taak is zuiver ceremonieel, Obote oefent de werkelijke macht uit.

1966

Obote grijpt de macht met behulp van het leger en benoemt zichzelf tot president; begin van binnenlandse onlusten; Obote bestrijdt die met het leger onder aanvoering van Idi Amin Dada Oumee.

1971

Amin pleegt een militaire coup en grijpt de macht; alle Aziaten worden verbannen en het volk wordt opgedeeld in etnische groeperingen; schrikbewind, dat aan zeker 300.000 mensen het leven kost; Tanzania grijpt in en in 1979 verdwijnt Amin van het politieke toneel en gaat in ballingschap in Saoedi-Arabië; Yusufu Lule wordt tijdelijk president.

1980

Obote komt na verkiezingen opnieuw aan de macht en 'zuivert' het land van Amin aanhangers: conflicten tussen de door Amin tot stand gebrachte groeperingen; gevolg meer dan 100.000 doden. 1985 Obote wordt, mede door toedoen van president Moi van Tanzania, afgezet; de besprekingen tussen de etnische groeperingen onder leiding van Moi leiden tot niets.

1986

De National Resistence Army (NRA), tot dan de guerillabeweging Uganda Patriotic Movement onder leiding van Yoweri Kaguta Museveni, komt aan de macht; Museveni brengt meer economische groei en vooral stabiliteit in het land.

1987

De Lord's Resistance Army, (Verzetsleger van de Heer) komt tot stand onder leiding van 'profeet' Joseph Kony; de verzetsbeweging opereert in Noord-Uganda en heeft daar tal van aanhangers; duizenden kinderen worden ontvoerd en opgeleid tot kindsoldaat.

2005

Korte wapenstilstand tussen het regeringsleger en het verzetsleger; Museveni laat schoorvoetend en slechts na een volksstemming die werd afgedwongen door de legale 'oppositie' een meerpartijenstelsel toe.

2006

In Sudan worden vredesbesprekingen gevoerd tussen de regering en het verzetsleger; Museveni wordt opnieuw tot president gekozen.

2008

Er komt een overeenkomst tot stand tussen de regering en het verzetsleger wat leidt tot een staakt-het-vuren; Kony komt echter niet opdagen voor de ondertekening van het verdrag dat ook voorzag in het niet vervolgen van Kony en zijn aanhang.

2009

Volgens Human Rights Watch worden in het noordoosten van R.D. Congo door het verzetsleger enkele dorpen uitgeroeid, mensen vermoord en volwassenen en kinderen ontvoerd.

2010

Schermutselingen tussen legereenheden en het verzetsleger en binnenvallende islamieten uit Somalië; in Kampala komen 74 mensen om het leven, dezelfde Somalische rebellen worden ook verantwoordelijk gehouden voor de bomaanslagen tijdens de wereldkampioenschappen voetbal; Museveni's macht taant, mede als gevolg van felle oppositie na de benoeming van zijn echtgenote op een ministerspost.

2011

Museveni wordt opnieuw tot president gekozen; algemeen gaat men ervan uit dat hij in 2016 zijn presidentschap zal overdragen aan zijn zoon Muhoozi Kainerugaba; kritiek daarop wordt op de voorhand de kop ingedrukt.

2014

Wereldwijde verontwaardiging na het ondertekenen van de 'anti-homowet' door Museveni; homo-seksuelen kunnen veroordeeld worden tot levenslange gevangenisstraf; het leidt onder andere tot het intrekken door de Wereldbank van een lening van 65 miljoen euro ten behoeve van de gezondheidszorg in Uganda.