Tussen 1548 en 1564 werden de bisschop van de Boheemse broedergemeenschap Jan Augusta en de schrijver Jakub Bílek in de kerkers van de burcht opgesloten. Ongeveer tegelijkertijd hielden aartshertog Ferdinand van Tirol en zijn geliefde Philippine Welser zich in het kasteel verborgen, totdat zijn vader, keizer Ferdinand I van Habsburg, hun heimelijk gesloten huwelijk goedkeurde.

Niet veel later ging de burcht in Habsburgse handen over. De Habsburgers gebruikten het gebouw als gevangenis. Een van de onvrijwillige bewoners was de Engelse alchemist Edward Kelley. Tegen het einde van de zestiende eeuw werd hij gevangengezet. De eenzame opsluiting had echter niet het gewenste effect, het mysterie van het maken van goud heeft hij niet willen (of kunnen) ophelderen. Een vluchtpoging kostte hem zijn leven.

In 1643 ging Krivoklát in vlammen op. Omdat de Habsburgers niet vaak op het kasteel verbleven, raakte het bouwwerk in verval. In de achttiende eeuw kwam het kasteel in het bezit van de vorsten zu Fürstenberg, die in 1826 opdracht tot de restauratie van het gebouw gaven. Rond de voorlaatste eeuwwisseling werden troffel en kwast voor de laatste maal ter hand genomen.

In een deel van het gebouw is de originele inrichting uit de tijd dat Krivoklát door de Fürstenbergs bewoond werd te zien. Verder herbergt het slot kunstvoorwerpen uit de middeleeuwen. In een klein vertrek vlak bij de ingang staan een drietal maquettes uit diverse periodes opgesteld. In de gotische slotkapel trekt een prachtig drieluik de aandacht. Het tafereel op het middelste paneel stelt de kroning van Maria voor. Op de hoeken van de kerkbanken ziet u duiveltjes, de verpersoonlijking van het kwaad. In de bibliotheek staat een soort catalogus van staal. Klanten konden aan de hand van de staven de gewenste vorm kenbaar maken.

http://www.krivoklat.cz/en/

In Lužná bij Rakovnik, ten noorden van Krivoklát staat het grootste spoorwegmuseum van het land.