Brikama
Vanuit Serekunda verder naar het zuiden rijdend, passeert u het dorp Lamin en komt u langs het Abuko Nature Reserve, elders gedetailleerd beschreven. U passeert de nationale luchthaven Yundum en na een kleine 20 kilometer gereden te hebben komt u in Brikama.
Heeft u ervoor gekozen om eerst de kust en het westen te bezoeken, dan bent u via Sukuta zuidwaarts gereden en keert u vandaar rechtstreeks terug naar Brikama. Brikama is in grootte de tweede plaats van het land en telt ruim 78.000 inwoners. Het belangrijkste middel van bestaan is de landbouw. In Brikama is de enige landbouwhogeschool van Gambia gevestigd. Landinwaarts zijn er ook dependances van deze universiteit gevestigd.
Brikama werd tweemaal verwoest. In het midden van de 19e eeuw nam de islam in Gambia een aparte plaats in binnen de islamitische gemeenschap van West-Afrika, voornamelijk veroorzaakt door sheik Ibra (zie de geschiedenis van de Rastabeweging). Moslimvoormannen in Senegal zetten krijgers van het Sera- en Jolavolk aan om ‘strafexpedities’ te ondernemen tegen de andersdenkende moslims in het zuiden van het huidige Gambia. De schermutselingen die, gedurende de tweede helft van de 19e eeuw op aandrang van de marabouts plaatsvonden, gingen de geschiedenis in als de Soninke-Marabout-oorlog.
Brikama was een gemakkelijk doelwit. De volkeren waren echter ook om andere redenen maar al te graag bereid op oorlogspad te gaan. In die periode was er vanzelfsprekend nog geen sprake van Senegal en Gambia, de volkeren en vooral hun aanvoerders maakten de dienst uit. Tijdens invallen waren ze vaak op goedkope werkkrachten uit en ze ontvoerden daarvoor vrouwen en kinderen. Dat was dan ook de reden dat deze in tijden van spanningen werden geëvacueerd naar Dog Island.
Brikama had zich nauwelijks van de plundering in 1854 hersteld toen in 1874 dezelfde volkeren opnieuw de plaats binnenvielen met hetzelfde resultaat. Er zullen maar weinig plaatsen te vinden zijn die binnen een tijdsbestek van 20 jaar tweemaal werden geplunderd en verwoest, het overkwam Brikama. Behalve vanwege het bloedige verleden is het plaatsje nauwelijks interessant hoewel een bezoek aan de toeristenmarkt (houtsnijmarkt) zeer de moeite waard is.
Iets te zuiden van het centrum is een markt waar uitsluitend (in elk geval bijna uitsluitend) houtsnijwerk wordt verkocht. De Gambianen kent uitstekende vaklieden op dit gebied en u kunt ze daar aan het werk zien, vaak gebruik makend van niet meer dan een mesje en schuurpapier, hun handen en voeten.
Als u van (flink) afdingen houdt en u wilt een schitterend stukje houtsnijwerk mee naar huis nemen, dan is een bezoek aan deze markt een voorwaarde. Vanuit de hotels is de markt met een taxi te bereiken en u heeft, alweer, een begeleider bij u. (Vooraf de prijs en de wachttijd afspreken en pas betalen bij terugkomst). Ook tijdens georganiseerde excursies naar het zuiden wordt de markt doorgaans bezocht.
Overal waar u stopt bij min of meer toeristische attracties, heeft u in korte tijd een zwerm kinderen om u heen. Ze bedelen om geld, snoep, pennen en ‘anything’ (het maakt niet uit). Het komt ook wel voor dat kinderen u een kaartje in de hand proberen te drukken met hun naam en adres erop, in de hoop ooit nog eens een ansichtkaart of een brief van u te krijgen.
De kust en het westen
Verblijven in een gezellig boetiekhotel in een land waar 12 maanden per jaar de zon schijnt? Kies dan voor een vakantie in...
Kombo Beach is een populair hotel, gelegen direct aan het strand en biedt tal van faciliteiten, een uitstekende keuken, afwisselende entertainment en...
Verre reizen
8-daagse Verre reizen naar 8 daagse combinatiereis Beleef het echte Gambia in