Het departement Cochabamba is geografisch gezien heel afwisselend want het omvat zowel de hoge (droge) Andes met als hoogste top de Tunari (5034 m) als de regenachtige tropische laaglanden. Veel belangrijke Amazonerivieren in Bolivia, zoals de Río Mamoré, vinden hun oorsprong in de bergen van Cochabamba. Daartussen ligt los Valles, het valleiengebied. De hoofdstad is het aangename Cochabamba, dat op een kruispunt van meerdere mooie bergvalleien ligt en omringd is door uitgestrekte landbouwgebieden. De stad staat bekend als de Ciudad de la enterna Primavera, het hele jaar door voelt het hier aan als lente. Rondom Cochabamba zijn interessante stadjes waar de bevolking hoofdzakelijk Quechua spreekt met fascinerende weekmarkten zoals Cliza en Punata en er zijn belangrijke Incaruïnes, waaronder Incallajta. 15 km van Cochabamba ligt Quillacollo, de plaats waar, in het midden van augustus, een van de grootste festivals van Bolivia wordt gehouden, Fiesta de la Virgen de Urkupiña.

De twee belangrijkste bezienswaardigheden in het departement zijn Nacional Parque Toro Toro, dat eigenlijk in het departement Potosí ligt maar alleen vanaf Cochabamba te bereiken is, en de tropische regio La Chapare. De eerste is een zeer afwisselend park vanwege zijn fascinerende geologie; Toro Toro is niet alleen een regio met spectaculaire kloven, ravijnen en indrukwekkende grotten maar bovendien zijn hier dinosaurussporen zeer goed bewaard gebleven en is er een enorme hoeveelheid aan fossielen. La Chapare staat bekend om de productie van het cocablad en de hiermee samenhangende cocaïne maar daar tegenover omvat het schitterende ongerepte nevel- en regenwouden, met een weelderige flora en fauna. Bovendien leven hier authentieke indianenstammen die bezocht kunnen worden. Ten slotte is het Andesgedeelte van het departement nog zeer authentiek met archeologische plaatsen, indrukwekkende landschappen, interessante plaatsjes en markten. Toerisme is hier nauwelijks doorgedrongen en het is een waar avontuur om hier rond te reizen.

Bevolking/cultuur

Het toerisme is nauwelijks ontwikkeld in het departement. De tijd heeft in vele gebieden buiten de stad stilgestaan en daardoor zijn heel veel gebieden nog authentiek. In het hoge berggebied op weg naar La Paz, zijn vele (arme) dorpjes te vinden waar de bewoners in traditionele kleding lopen, Quechua en Aymara spreken en waar, op de wekelijkse kleurrijke markten, voornamelijk ruilhandel bedreven wordt. In de valleien is het, door de enorme landbouwgebieden (vooral aardappelen en maïs) en veeteelt meer welvarend, maar hier wordt nog steeds vooral Quechua gesproken, en op de levendige inheemse markten waant men zich in een andere wereld. In de subtropische laaglanden van Cochabamba wonen nog enkele indiaanse volkeren die niets met de buitenwereld te maken willen hebben maar er zijn ook groepen die openstaan voor het toerisme. Enkele inheemse groepen zijn Moxeño, Yuqi, Trinitario, Siriono en Yuracaré. Zij leven van de visvangst, jacht en landbouwproducten zoals rijst, yuca (maniok) en bananen.