Noord- en Oost-Bohemen

Swipe

Liberec

Ooit was Liberec de textielhoofdstad van Tsjechië. Er wordt nog steeds textiel en ook glas geproduceerd. Al snel na de stichting in 1360 vestigden zich Vlaamse weversfamilies in de plaats. Zij genoten vele rechten, vandaar dat de stad zich ontwikkelde tot een bloeiend centrum van lakenhandel. De Vlamingen werden gevolgd door Duitse wevers, knopers en ververs.

In de 16e eeuw kreeg de stad stadsrechten van Rudolf II. In de eeuw daarna veroorzaakten twee rampen een recessie: plundering door soldaten tijdens de Dertigjarige Oorlog en een pestepidemie. Pas in de 18e eeuw wist de stad zich te herstellen door een opbloeiende lakenhandel. In 19e eeuw gingen in Europa veel textielsteden door de invoering van de weefmachines ten onder. Zo niet Liberec. Een zeer vooruitstrevende textielfabrikant kocht de modernste machines en voerde de productie op, zodat de wevers aan het werk konden blijven. Hij liet ook woonwijken voor zijn werknemers bouwen. Pas in de 20e eeuw storte het textielimperium ineen, omdat een arbeidersbeweging op gang kwam die hervormingen eiste.

Liberec ligt op de grens met voormalig Sudetenland. Door deze locatie had de stad na de oorlog bijna de Duitse naam Reichenberg gekregen. Het was de woonplaats van Konrad Henlein, die in 1898 werd geboren in het nabijgelegen dorpje Rychnov. Hij werkte een tijdje als bankklerk en werd later gymleraar in het verduitste plaatsje Aš. In 1933 werd hij leider van de nieuwe pro-nazi Sudeten Duitse Partij (SdP). De SdP won tijdens de verkiezingen in 1935 de verkiezingen en kreeg tweederde van de stemmen. Liberec werd het centrum van de pro-nazibeweging. Na de oorlog werd het grootste deel van de bewoners over de grens gezet en werd de stad al snel bewoond door Tsjechen.

Liberec ligt ingeklemd tussen het Jizera gebergte (aan de noordkant) en de geïsoleerde Ješted piek (1012 m). Vanaf de top van de Ješted kunt u op een heldere dag Polen en Duitsland zien. Hier staat een hotel met een restaurant met ongewone spiegels. Er gaat een kabelbaan naartoe. In het centrum staat aan het Benešovo Nám, het Raadhuis uit 1892. Het is gebouwd door een Weense architect in de Vlaamse renaissancestijl. Het heeft trekken van het Weense raadhuis. De toren is 56 meter hoog en kan beklommen worden. De figuren in het reliëf boven de ingang zijn allegorieën van Liberec en personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt. Onder het uurwerk houden 2 herauten het stadswapen vast. De reliëfs aan de achterkant van het gebouw stellen van links naar rechts voor: de internationale handelsactiviteiten van de stad; de huldiging van de stad door de burgers en de handel in textiel. Van binnen zijn het prachtige trappenhuis en de gebrandschilderde ramen een kijkje waard. Tegenover het stadhuis bevindt zich het poppentheater. Achter het raadhuis staat de stadsschouwburg (1883), die genoemd is naar de toneel- en romanschrijver Frantisek Xafer Šalda uit Liberec. Bij de opening werd de opera Don Giovanni van Mozart opgevoerd. Veel beroemde Tsjechische operazangers begonnen hier hun carrière.

Bijna alle huizen in de oude stad zijn gebouwd tussen 1890 en 1910. Karakteristiek voor de huizen is het stucwerk aan de gevels (bloemen, vruchten, mythologische figuren). Via de Kostelní (Kerkstraat) bereikt u het Sokolovské Nám., met de aartsdecanale kerk van St.-Antonius de Kluizenaar. De kerk uit 1579 werd in 1879 verbouwd in de neogotische stijl. In de omgeving staan enkele empiregebouwen. Iets verderop, een beetje verscholen, staat een rijtje mooie vakwerkhuizen uit begin 17e eeuw. Ze worden ook wel Waldsteinhuizen genoemd omdat ze bewoond werden door spinners en wevers die de stof maakten voor de uniformen voor Waldsteins leger (zie Cheb). Rechts naast de rij staat een school. Bij de restauratie van het pand werden gouden, zilveren en bronzen munten gevonden in de vazen die op het dak staan.

Aan de Gutenbergova Ulice staat het renaissanceslot van de adellijke familie Clam Gallas, met daarbij de St.-Salvatorkapel (1604-1606) met mooie houtsnijkunst uit Liberec. Het park werd in 1779 opnieuw aangelegd. Keizer Jozef II trok persoonlijk met de ploeg een voor, om te symboliseren dat hij boeren onder zijn voorvaderen had. Iets zuidelijker, aan de U tiskárny staat de Kunstgalerie met Nederlandse schilderijen uit de zeventiende eeuw, negentiende-eeuwse Franse landschappen en Tsjechische schilderkunst uit de twintigste eeuw. Het Museum van Noord-Bohemen is ondergebracht in een mooi, neorenaissancegebouw aan de Masarykova. Het vertelt iets over het creatieve werk van de handarbeiders uit de stad. Bovendien bezit het museum een kostbare collectie Boheems glas. Verderop in de straat bevindt zich de oudste dierentuin van Bohemen. Iets noordelijker ligt de Botanische tuin met een bijzondere tropenflora en een omvangrijke verzameling orchideeën.

10 prachtige bestemmingen in Liberec en Tsjechië