Tucumán en omstreken
De stad Tucumán is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en tevens de kleinste provincie van Argentinië. Qua oppervlakte ongeveer de helft van Nederland met nog geen anderhalf miljoen inwoners. De provincie wordt ook wel de ‘tuin van Argentinië’ genoemd, omdat in grote delen een subtropisch klimaat heerst. Doordat in het westen de voorlopers van het Andes-gebergte beginnen houden deze de vochtige warme lucht vanuit het oosten tegen. Zo ontstaat er tegen de hellingen en in de valleien een weelderige bomengroei van ceder-, laurier- en palmbomen. Rondom de hoofdstad vind je grote suikerrietplantages, want de provincie levert zo’n 60% van de nationale suikerproductie. De temperaturen zijn ’s zomers hoog (vaak boven de 30 graden Celsius) en de winters aangenaam mild. Wel regent het tijdens de zomermaanden erg veel. De eerste permanente bewoners in deze provincie leefden in de valleien van Calchaquies. Zo had je rondom de dorpen Tafí en Santa Maria zo’n 1000 jaar geleden al woongemeenschappen. Beroemd zijn de ruïnes van Quilmes, een indianennederzetting, die in het jaar 1000 werd gesticht.
De hoofdsteden Tucumán en Santiago del Estero zijn de oudste steden van het land. Vooral Tucumán ontwikkelde zich tot een welvarend en belangrijk handelscentrum. Ook werd in deze stad op 9 juli 1816 de onafhankelijkheid uitgeroepen. Halverwege de 19de eeuw kwamen, mede door de groeiende tabaks- en suikerindustrrie veel Europeanen naar de provincie. Santiago del Estero trok daarentegen veel immigranten uit Syrië en Libanon aan. In deze provincie is de katoen- en de houtindustrie de grote bron van inkomsten, maar ook de warmwaterbronnen bij het stadje Termas de Río Hondo, dat tussen Tucumán en Santiago del Estero ligt, is een begrip bij de wat oudere Argentijnen.
Rondreizen-Hotel
Familiereis-Tweepersoonskamer
Rondreizen