Vele mensen reizen jaarlijks af naar Gambia om kennis te maken met de flora en fauna, want er is heel veel te beleven en erover te vertellen. Alleen al over de baobab zijn tientallen verhalen in omloop en als u de moeite neemt om buiten de gebaande paden te treden valt de kleurrijkheid van de vele bloemen en planten de toerist direct op.

Andere mensen gaan naar Gambia om de vogels (en Gambia kent honderden soorten) van nabij te spotten. Sommige mensen komen juist daarvoor jaarlijks terug. U hoeft echt niet ver het binnenland in om te genieten In de tuinen van de hotels en in de omgeving van enkele hotels ligt de natuur aan je voeten.

Flora
De bomen zullen het meest opvallen. U treft hoofdzakelijk palmen aan, waarvan de kolapalm het best vertegenwoordigd is, maar ook kokospalmen zijn volop aanwezig. U zult de palmen het gemakkelijkst herkennen, maar de grillig gevormde stam van de mahonieboom en de (minder voorkomende) kaarsrechte stam en de grote bladeren van de teakboom zullen u evenmin ontgaan. En wat te denken van de enorme katoen- of kapokzijdeboom?
Verder zult u de mango- en cashewnootboom (of -struik) in het gehele land aantreffen. Toch zijn zij niet zo verweven met Gambia als de boom die, bij ieder die hem ziet of zich verdiept in de geschiedenis en de cultuur van het land, wel tot de verbeelding moét spreken: de baobab- of apenbroodboom.