Kenmerkend voor deze stijl zijn de spitsbogen en de aanwezigheid van lucht- en steunbogen aan de buitenzijde van de kerk. De muren zijn dunner, dan in de romaanse stijl, en de ramen talrijker en hoger. De vrome bevolking in de middeleeuwen richtte zich steeds meer op het goddelijke. Deze gerichtheid kwam in de nieuw gebouwde gebedshuizen tot uiting: zij werden steeds hoger en wezen met hun fijngebouwde spitsen naar de hemel. Opvallend zijn de ranke glas-in-loodramen die het interieur verlichten. Kenmerkend voor de gotiek is een rond roosvenster boven het hoofdportaal. Bekende voorbeelden van de noordelijke gotiek zijn de kathedraal Saint-Étienne in Bourges en de kathedraal Saint-Étienne in Limoges. In het zuiden van Frankrijk was de invloed van de gotiek gering, men zocht veel meer naar een tussenvorm van romaanse en gotische bouwkunst. Het gevolg was de zogenoemde Languedocstijl die vooral in de Quercy veel toegepast werd. Een breed (haast romaans) schip en het bouwen met bakstenen kenmerken deze stijl. Voorbeelden zijn de kerken in Gourdon, Martel, Montpezat-du-Quercy en Saint-Cirq-Lapopie. In de Limousin en de Bas-Périgord vinden we veelal een tussenvorm tussen de gotische bouwstijlen uit het noorden en het zuiden. De bekendste voorbeelden zijn de St.-Martinkerk in Brive-la-Gaillar-de, de Saint-Michelkerk in Limoges en de meermalen verbouwde kathedraal Saint-Martin in Tulle.

Voor en tijdens de Honderdjarige Oorlog begon men in veel plaatsen met het versterken van kerken. In tijden van nood zochten de dorpelingen bescherming in het versterkte godshuis tegen vijandelijke legers of rondzwervende benden. Voorbeelden van versterkte kerken kunt u vinden in Blond, Compreignac, Collonges-la-Rouge en Sainte-Angel (Limousin), Saint-Amand-de-Coly, Tayac en Grand Brassac (Périgord), en in Carennac, Figeac, Martel, Rudelle en Saint-Pierre-Toirac (Quercy). Bekend is de versterkte Église Notre Dame du Puy in Cahors.