Dubrovnik
Inleiding
In 1979 kwam de oude stad op de lijst van werelderfgoederen van de mensheid van UNESCO, in 1991, na de burgeroorlog, kwam het op een andere lijst, óók van de UNESCO, maar ditmaal op die met bedréigde werelderfgoederen. De restauratie van de oude stad is met grote voortvarendheid ter hand genomen. Terecht wordt het karwei gezien als een van de meest omvattende restauratieprojecten ter wereld.
Hoewel restauratie een voortdurende bezigheid is, werd dit extra noodzakelijk na de burgeroorlog in 1991 en 1992. De stad werd toen ruim vier maanden door Serven en cetniks van de buitenwereld afgesloten. Zwaar artillerievuur beschadigde 70% van alle gebouwen in de oude stad. Sommige onvervangbare bouwwerken werden geheel verwoest. Als men het niet weet, als men er niet naar op zoek gaat of als men er niet naar vraagt, zou men aan alle geleden schade voorbijlopen. Enerzijds vanwege het reeds verrichte werk, waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van originele materialen, anderzijds vanwege de manier waarop men Dubrovniks wonden aan het oog heeft onttrokken. Het zal nog jaren duren alvorens de oude stad in zijn even oude glorie is hersteld.
Om aan de originele materialen te kunnen komen worden wereldwijd fondsen ter beschikking gesteld. Op Korčula werden zelfs de oude steengroeven weer geopend om die materialen te kunnen bemachtigen. Oorlog is niet de enige ramp waar de stad mee te maken gehad heeft. Aardbevingen, branden, stormen en de winden die zout aanvoeren vanaf de Adriatische Zee, vormen de basis van de permanente noodzaak tot groot onderhoud van deze schitterende stad.
Geschiedenis
Dubrovnik is ontstaan doordat Epidaurus, door de Romeinen omgedoopt tot Epidaurum, in de 7e eeuw door natuurgeweld werd geteisterd en door Slaven en Avaren werd geplunderd en verwoest. De bewoners trokken op hun vlucht noordwaarts langs de kust en vestigden zich in Ragusa, het vroegere Ragusium. Dat was een rotsachtig stuk land voor de kust, daarvan gescheiden door een moeras. Recente opgravingen maken het aannemelijk dat zich voor hun komst al bewoners op het eiland bevonden. Op het vasteland vestigden zich in diezelfde tijd Slaven op de vlucht voor natuurgeweld. Dezen noemden hun nederzetting Dubrovnik, afgeleide van dubrava, wat eikenbos betekent. Het droogvallen van het moeras tussen eiland en vasteland, zorgde ervoor dat beide gemeenschappen zich met elkaar vermengden. Een belangrijke reden voor het vreedzaam naast en met elkaar leven werd gevormd door het feit dat het ontstane schiereiland betrekkelijk eenvoudig ommuurd, beschermd en verdedigd kon worden tegen zeerovers én over land komend onheil. Dat weerhield Arabieren, Venetianen en Noormannen er overigens niet van om de stad aan te vallen en in te nemen. Deze laatsten waren er betrekkelijk snel uitgekeken en Venetianen namen het roer weer over in de 11e eeuw. Er ontstond verzet tegen de aanwezigheid van de Italianen en de inwoners van de stad sloten in het geheim verbonden met omliggende nederzettingen die onder hetzelfde juk gebukt gingen. Zelfs met zeerovers werden overeenkomsten gesloten en gezamenlijk pleegde men verzet. Dat leidde er uiteindelijk toe dat Dubrovnik in 1235 zelfbestuur afdwong en een zelfstandige staat werd die in de volgende eeuwen tot grote bloei kwam. De vloot van Dubrovnik behoorde tot de grootste ter wereld en werd een geduchte concurrent voor Venetië en Genua. De wijze waarop het bestuur was samengesteld maakte van Dubrovnik de meest democratische staat uit die tijd. De stad werd bestuurd door de Grote Raad, samengesteld uit edelen die er voor hun leven in benoemd werden. Deze koos een Kleine Raad, verantwoordelijk voor de wetgeving. De ook door de Grote Raad aangewezen Senaat bestuurde de stad, was verantwoordelijk voor de rechtspraak en de betrekkingen met omliggende staten. De vertegenwoordiging lag in handen van de rector, voor één maand benoemd, die slechts voor dringende staatsaangelegenheden het paleis verliet. Hij leefde daar in afzondering, zonder gezin, familie of vrienden, zodat hij zich geheel aan de staatszaken kon wijden. Boven de deur van de zaal waar vroeger de Grote Raad vergaderde kunt u de grondregel van het bestuur uit die dagen lezen: Obliti Privatorum Publica Curate (Vergeet het eigen belang, denk aan de publieke zaak). Slechts met grote moeite krabbelde de stad weer overeind na een geweldige aardbeving in 1520, maar het zou nooit meer het oude Dubrovnik worden. De staat bleef echter bestaan en pas in 1808 maakte de Franse generaal Marmont onder Napoleon daar een einde aan. Dubrovnik werd onderdeel van Oostenrijk. In 1919 werd de stad bij Joegoslavië gevoegd en kreeg hij officieel zijn naam. Het werd een belangrijk economisch en cultureel centrum in Zuid-Dalmatië.De oude stad
Het oude Dubrovnik is vrij van gemotoriseerd verkeer, waardoor het mogelijk wordt om onbelemmerd van het vele schoons dat de stad te bieden heeft, te genieten. Het meest voor de hand ligt dat u vanuit nieuw Dubrovnik de stad via de Pile vrata binnenkomt. Boven de binnenpoort ziet u een beeld van de hand van de bekende Kroatische beeldhouwer Meštrovic. Het is een voorstelling van de beschermheilige van de stad Sv. Vlaho (St. Blasius). Er is nóg een ingang aan de andere zijde van de stad, nabij de kustweg die naar het zuiden voert, de Ploče vrata. De Pile vrata brengt u bij de Velika Onofrijeva, een grote fontein uit 1444 die deel uitmaakt van het vernuftige watertoevoersysteem van de stad dat in de jaren 1436 tot 1444 werd aangelegd (tijdens de burgeroorlog was dit de enige manier om aan water te komen). De fontein werd genoemd naar de ontwerper ervan, de Italiaan Onofrijo. Aan de linkerzijde bevindt zich de toegang tot de stadswallen, u kunt vrijwel een complete rondwandeling maken om de oude stad, op een enkele plaats zult u deze soms moeten verlaten in verband met restauratiewerkzaamheden van de muur of van gebouwen die er deel van uitmaken. Aan het einde van het gedeelte van de wal in westelijke richting bevindt zich Fort Minšeta. De toren van het fort zult u onmiddellijk herkennen, deze wordt gebruikt als symbool van de stad. U heeft er een prachtig uitzicht op de stad. De muur zelf is ruim 2 kilometer lang, op sommige plaatsen bijna 25 meter hoog en kent een dikte van ruim 6 meter. U heeft Dubrovnik niet gezien als u geen rondgang over de stadswallen maakte. Let erop dat u niet in de schaduw kunt gaan lopen zodat de ochtend of namiddag de meest geschikte tijdstippen zijn om uw tocht te ondernemen. De brede straat recht voor u is Placa Stradun, aangelegd op de plaats waar zich vroeger de afscheiding tussen het eiland en het vasteland bevond. Aan het brede gedeelte links vooraan bevinden zich de Sv. Spasakerk en het franciscanenkloostermuseum. Het gebouw dateert uit het begin van de 14e eeuw, maar werd in 1520, tijdens de aardbeving zwaar beschadigd. De kruisgang is nog origineel en stamt uit 1317, hetzelfde jaar waarin de nog steeds in gebruik zijnde apotheker werd geopend. Rechts van de fontein vindt u het Sv. Klareklooster met een nonnenschool. Het gebouw werd aan het einde van de 13e eeuw gebouwd, maar vrijwel verwoest door een aardbeving in 1667. De school werd hoofdzakelijk bezocht door dochters van vooraanstaande families. Veel van hen werden min of meer gedwongen toe te treden tot de orde, zij konden wegens gebrek aan geld niet uitgehuwelijkt worden. Er was veel arme adel in en rond Dubrovnik. Een luikje in het gebouw herinnert aan de tijd dat men er vondelingen afgaf of kinderen te vondeling legde. Het eerste vondelingenhuis in Europa was hier gevestigd en werd in de 15e eeuw aan het klooster toegevoegd. Aan het einde van Placa Stradun, op Trg Luža, bevindt zich nog een kleine fontein, in een nis van het gemeentehuis en het Marina Držica theater. De stadsraad vergaderde al op deze plaats in 1303. Brand verwoestte het gebouw in 1817 en het duurde tot 1864 voordat men met de herbouw ervan begon. De fontein wordt Mali Onofrijeva Česma genoemd, kleine Onofrijofontein. Het is echter aannemelijk dat deze fontein niet door Onofrijo, maar in 1438 door Pietro di Martino, een andere Italiaan, werd vervaardigd. U gaat rechtsaf Pred Dvorom op en vindt aan uw linkerhand Knežev Dvor, het rectorenpaleis, tevens stedelijk museum waarin u alles over de stad en de historie ervan aan de weet kunt komen. U komt nu bij Velika Gospa, de grote kathedraal waarvan men zegt dat de oorspronkelijke kerk gebouwd werd met kapitaal van Richard Leeuwenhart die in 1191 voor de kust schipbreuk had geleden, waarna hij zich op het (toen nog) eiland in veiligheid kon brengen. De kathedraal, geteisterd door branden en aardbevingen, onderging vele restauraties, kwam in zijn huidige vorm gereed in 1713 en bevat vele kunstschatten met als belangrijkste werk een Titiaan uit 1552, Maria-Hemelvaart voorstellend. De bouw van de kathedraal nam een aanvang in 1672, op de plaats waar enkele jaren ervoor, in 1667, de op die plaats staande kathedraal door een zware aardbeving verwoest was. Vóór de kathedraal gaat u linksaf en binnen enkele minuten komt u aan de oude haven met het aquarium in het 16e-eeuwse Sv. Ivanafort en, eveneens tot het bolwerk behorende, maritiem museum. Het aquarium toont de meest uiteenlopende zeedieren en u moet daarbij niet in de eerste plaats aan vissen denken, al is het zeepaardje het paradepaard (en het symbool) van de permanente tentoonstelling. U vindt er zeewier, sponzen, octopussen, zeesterren, zee-egels en allerlei andere interessante zaken die verwant zijn aan de zee en haar bewoners. In het maritiem museum kunt u kennisnemen van de roemruchte historie van Dubrovnik als zeevarende mogendheid. Wandelend langs de haven ziet u helemaal aan de andere zijde aan de linkerkant de barakken van een vroegere quarantaine-inrichting waar zich ook de (enige) andere toegang tot de stad, die via de Ploča vrata, bevindt. Het oude fort Revelin bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid ervan. Bij het fort Revelin eindigde de route van de karavanen en om te voorkomen dat vreemdelingen besmettelijke ziekten in de stad brachten, moest men eerst enige tijd in quarantaine. Pas nadat duidelijk was dat men geen onbekende of besmettelijke ziektes onder de leden had kreeg men toestemming de stadspoort te passeren. Als u naar de andere kant van de haven bent gewandeld, treft u daar de kapel van Sv. Luke (11e eeuw), de Sv. Sebastijanakerk, de Sv. Rozariokerk en het dominicaner museumklooster (14e eeuw). Onderweg kunt u even uitrusten van de vermoeienissen of van het uitzicht over de haven genieten in het stadscafe (Gradska Kafana). Wilt u de drukte even ontvluchten dan kunt u vanaf deze plaats elke 30 minuten oversteken naar het minder dan een kilometer uit de kust gelegen eilandje Lokrum. Het eiland is in de geschiedenisboeken bekend geworden als de plaats waar Richard Leeuwenhart ooit schipbreuk leed. U vindt er uitgestrekte dennenbossen en een fraaie botanische tuin. Het kasteel, in 1867 daar gebouwd in opdracht van Maximiliaan van Oostenrijk, wordt omgeven door laurier-, eiken-, sparren- en oleanderbossen. Later werd het kasteel in gebruik genomen als klooster en er is thans een restaurant en een natuurhistorisch museum in gevestigd. Nu u daar toch bent, als u de meest ongerepte eilanden van Kroatië wilt zien, dan moet u de oversteek maken naar de Elafieten eilanden. Terugwandelend naar Placa Stradun passeert u achtereenvolgens de Sv. Nikolakerk en het Sponzapaleis (Sponza-Povijesni) waarin de historische archieven van de stad zijn ondergebracht. Erachter bevindt zich de klokkentoren die sinds 1480 (het uurwerk werd in 1929 vervangen) de bewoners van oud Dubrovnik zijn boodschap brengt. Even later staat u weer op Trg Luža met de kleine fontein met het beeld van Orlandov, vervaardigd door de Italiaan Bonino in 1418. Als u over Placa Stradun wandelt moet u eens op het plaveisel letten. Die is op vele plaatsen beschadigd door (of weer hersteld van) granaatinslagen, veroorzaakt door de Servische artillerie vanuit de bergen recht voor u tijdens de burgeroorlog. De Servisch-orthodoxe kerk met een fraaie verzameling iconen bevindt zich aan de linkerzijde achter Placa Stradun in Ulica od Puča. Als u van daaruit min of meer rechtdoor wandelt komt u door vele kleine straten met prachtige doorkijkjes. In hetzelfde stadsgedeelte bevinden zich de barokke jezuïetenkerk en een voormalig graanpakhuis (Rupe) waarin het etnografisch museum gevestigd is. Als u van hieruit rechts aanhoudt komt u, al dan niet via Ulica od Puča en/of Placa Stradun, weer op het plein met de grote fontein en Pile vrata. Even buiten de poort bevinden zich aan de linkerzijde de forten Bokar en Lovrijenac. Evenwijdig aan de (vanaf Trg Luža gezien) rechterzijde van Placa Stradun, loopt Ulica Prijeko, de straat in oud Dubrovnik waar men elkaar treft. De vele cafés en restaurants zijn ingesteld op een groot publiek en u kunt er tegen onverwacht lage prijzen wat eten en drinken. Vanwege de grote onderlinge concurrentie worden toeristen door wervende neringdoenden nog net niet hun etablissement ingesleept, maar als ze de kans krijgen zullen ze dat waarschijnlijk niet laten. Jammer. Links vooraan is de op een na grootste synagoge in Europa, tevens museum. Op diverse plaatsen in de stad kunt u uw wandeling onderbreken om een verfrissing te gebruiken, om een behoorlijke indruk te krijgen van de stad dient u minimaal een dag uit te trekken. Als u een fraai totaaloverzicht van de stad wilt dan gaat u met de kabelbaan de berg Srð (Srd) op. Vanaf ruim 400 meter hoogte kijkt u op de stad en de Adriatische Zee neer, hetgeen vooral met zacht licht in de ochtend of namiddag een fantastisch schouwspel oplevert. U ziet meteen hoe eenvoudig het is om Dubrovnik te belegeren. De Fransen bouwden hier in 1810 de fortificatie Imperial.Aankomst en verblijf
De luchthaven van Dubrovnik verbindt de stad vele malen per dag met Zagreb, maar u kunt er ook aankomen of vertrekken uit en naar diverse hoofdsteden in Europa, waaronder Brussel. Als u de stad vanuit de lucht wilt bekijken dan kan dat door gebruik te maken van rondvluchten vanaf de luchthaven, waar u keuze heeft uit diverse mogelijkheden, variërend van een half tot tweeënhalf uur. Dubrovnik is niet per trein bereikbaar. Het heeft rechtstreekse busverbindingen met Zagreb, Zadar, Velika Luka, Šibenik, Split en Rijeka. Ook over de weg is de stad uitstekend te bereiken. Uiteraard doen vele ferries de stad aan. Op Rijeka en vele plaatsen daartussen worden enkele malen per week lijndiensten uitgevoerd, maar ook met Italië heeft de stad een rechtstreekse lijndienst. Verblijven in Dubrovnik stuit op geen enkel probleem, meer dan dertig hotels bieden hun diensten aan, er zijn vele pensions en een kamer huren gaat gemakkelijk. De stad heeft een camping en er zijn mogelijkheden te over om af te meren. U kunt er een auto huren en er zijn vele mogelijkheden voor het maken van dagexcursies. Indien gewenst zorgen discotheken en bioscopen, winkels en boetieks voor afwisseling tussen de geweldige hoeveelheid cultuur die Dubrovnik over zijn gasten uitstort. Het klimaat rond Dubrovnik is bijna subtropisch en wijkt wat af van de landelijke gemiddelden. De koudste maand is januari met een gemiddelde temperatuur van 9°Celsius, in augustus is het er op z’n warmst, gemiddeld 25°Celsius. De zeewatertemperatuur stijgt van mei tot september van 18°naar 24° Celsius. Jaarlijks zijn er 110 dagen waarop er enige regen valt en het het sneeuwt er op 2 dagen per jaar. De zon schijnt er bijna 7,5 uur per dag, meer dan waar dan ook in Kroatië!Dubrovnik-Neretva
Het gezellige uitgestrekte vakantiepark Bi Village is gelegen op 1 km afstand van het centrum Fazana. Het park bestaat uit diverse hotelkamers,...
Het leuke complex Valamar Pinia biedt genoeg vermaak voor jong en oud. Naast een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding heeft Valamar Pinia zeer vriendelijk en...
Aan de oevers van het Babin Kuk-schiereiland in Dubrovnik vind je het Valamar Club hotel. Het hotel ligt op loopafstand van het strand en...