De geschiedenis van de Bosnische corridor naar de zee gaat langer terug dan de akkoorden van Dayton. Tot de vrede van Karlowitz in 1699 hoorde het stadje bij de republiek Dubrovnik, die het aan de toen in Bosnië heersende Osmanen overdroegen. Op die manier schiepen ze een buffer met de Venetiërs, die het grootste deel van Dalmatië in handen hadden. Toen het bestuur van Bosnië in 1878 aan de dubbelmonarchie werd overgedragen, hoorde daar ook de korte kuststrook bij. Ook in het naoorlogse Joegoslavië hoorde Neum, dat toen nog een onbeduidend dorp was, tot de deelrepubliek Bosnië. De badplaats ontwikkelde zich in de jaren zeventig, toen partijfunctionarissen er hun vakantievilla’s lieten bouwen. Dat leverde overigens enige fraude- en corruptieschandalen op. Sinds de onafhankelijkheid van Bosnië-Herzegovina is Neum voor veel Bosniërs het enige betaalbare alternatief aan de Adriatische kust.

De grote hotels verhuren vaak ook boten en bieden arrangementen voor rondvaarten, duiken, parasailen, waterskiën en jetskiën aan. Deze activiteiten zijn duidelijk goedkoper dan in Kroatië. Bij de kerk Gospa od zdravlja worden schilderijen tentoongesteld. In het binnenland ligt het plaatsje Hutovo, waar de ruïne van het Hadži-beg fort ligt. Ook niet ver van Neum liggen het natuurpark Hutovo Blato, het pelgrimsoord Medugorje, Mostar, Stolac, Pocitelj en de Kroatische plaatsen Dubrovnik en Korcula. Wie vanuit Bosnië snel in Neum wil komen, doet er goed aan de route via Kroatië te nemen, want de weg door de corridor is smal en bochtig.