Banská Štiavnica
Omgeven door Slowaakse bergwouden, in een gebied waar in de middeleeuwen grote hoeveelheden zilver en koper werden gevonden, ligt Banská Štiavnica. Het stadje ligt schilderachtig op de helling van het Štiavnicagebergte en is uit terrassen opgebouwd. Er is een hoogteverschil van zo'n 600 meter tussen het hoogste en laagste punt van de stad. De ontginning van de mijnen begon halverwege de dertiende eeuw. In die tijd kreeg Banská Štiavnica stadsrechten. In de eeuwen die volgden kende de stad grote bloei.
Twee kastelen sieren de plaats. De oude burcht (Stary Zámok) is ontstaan uit een dertiende-eeuwse gotische hallenkerk. De inval van de Turken was aanleiding tot de verbouwing van de kerk. Bij de slag bij Mohacs dolf koning Lodewijk II van Hongarije het onderspit tegen de Turkse sultan Suleiman II. Lodewijk verdronk tijdens zijn vlucht. Hij was de echtgenoot van Maria van Oostenrijk, die later landvoogdes van de Nederlanden werd. Vanwege deze nederlaag en het dreigende Turkse gevaar dat daaruit voortvloeide, werd de kerk tussen 1546 en 1559 tot een renaissancevesting omgebouwd en versterkt. Het dak van het middenschip werd verwijderd en zo ontstond een binnenplaats. Een muur met vijf verdedigingstorens moest de burcht beschermen. De hoogste toren werd in 1717 met een barok koperen dak getooid. Tegenwoordig dient de burcht als streekmuseum. Het bezit onder andere een machine waarmee pijpen gemaakt werden, een collectie pijpen en een uitgebreide verzameling schietschijven. Hierop bekwaamden leden van het schuttersgilde zich in de schietkunst. De borden zijn vaak rijk beschilderd met taferelen van evenementen, of afbeeldingen van een dorp of stad.
Aan het marktplein (Trojincné Námestí) staan huizen die een mengeling van gotische en renaissancistische bouwstijlen vertonen. De huizen behoorden aan leden van de gegoede burgerij en aan rijke bosbewoners, die ook een woning in de stad bezaten. De bosbewoners hielden de buitenkant van hun huis vrij sober, dit in tegenstelling tot het meestal overdadige interieur. Op het plein staat de barokke pestzuil die de Drievuldigheid als onderwerp heeft (1755-1764).
Het oorspronkelijk gotische stadhuis dateert uit de vijftiende eeuw. Nu heeft het renaissancekenmerken. De 15e-eeuwse Sint-Catharinakerk wordt ook wel de Slowaakse kerk genoemd. Het schip is omringd door zijkapellen en een sacristie met een laatgotisch netgewelf. Drie eeuwen later werd de Johannes van Nepomukkapel aan de kerk gebouwd. Op het altaar is de verloving van de heilige Catharina afgebeeld. Het houten beeld van Maria is 16e-eeuws. Waarschijnlijk stond het oorspronkelijk op het hoofdaltaar, samen met beelden van Sint-Catharina en Sint-Barbara, de beschermheiligen van de mijnwerkers. De dominicaanse kerk heeft een empire-uiterlijk. Het interieur is neoklassiek. Het herbergt schatten zoals monstransen, kroonluchters en relikwieën. De Kammerhof (Komorsky Dvor) is tegenwoordig een mijnmuseum. Het bezit een uitgebreide verzameling mineralen. De evangelische kerk heeft een ellipsvormig schip. Ten zuiden van het centrum staat de Maria in de Sneeuwkerk. Tegenwoordig dient de kerk als sterfhuis.
Uit de zeventiende eeuw stamt de barokke Klopacka, een toren waar elke ochtend op een houten plaat werd geslagen om de mijnwerkers tot de arbeid te roepen. Het nieuwe kasteel (Novy Zámok) wordt ook wel jonkvrouwenkasteel genoemd. Het werd tussen 1554 en 1571 als observatiepost tegen de Turken gebouwd. Op de hoeken wordt de vesting versterkt door bastions. In het gebouw is nu een museum gevestigd met gedenktekens uit de strijd tegen de Turken.
Vlak bij de stad, op de weg naar Levice treft u een mijnbouw openluchtmuseum aan. Het is mogelijk in een oude mijnschacht af te dalen. Ten oosten van de stad ligt de Golgothaheuvel (Kalvária). Bovenop de heuvel staat een barokke kapel. De weg ernaartoe symboliseert de kruisgang: de route die Jezus aflegde met het kruis waaraan hij later zou sterven, op zijn rug. Langs het pad staan kleine, barokke kapelletjes die de plekken symboliseren waar Jezus uitrustte tijdens de zware tocht. Het geheel is nogal verwaarloosd, maar toch is de klim naar de top de moeite waard. Vanaf de top heeft u een weids uitzicht over de stad en de omgeving. Vlak bij de heuvel ligt de botanische tuin.