Aan de voet van de Grote Fatra (Vel'ká Fatra) ligt Blatnica, een dorp dat bekend stond vanwege de handel in medicinale olie en saffraan. De handelaren trokken met hun waar naar Rusland en brachten thee mee terug naar Slowakije. Hun karakteristieke huizen staan vlak bij de beek Blatnicky potok.

In het dorp staat een barok landhuis met het museum van Karol Plicka, een gerenommeerde Slowaakse fotograaf die vooral in eigen land werkte. Blatnica is ook de geboorteplaats van de gebroeders Siakel'. Zij maakten hier de eerste Slowaakse speelfilm in 1921. In de stallen die de Habsburgse keizerin Maria Theresia liet bouwen worden nog steeds paarden gefokt.

Vlak bij het dorp liggen de ruïnes van de 13e-eeuwse burcht Blatnicky Hrad.

Blatnica is het uitgangspunt voor wandelingen in de Gaderská Dolina en de Blatnická Dolina, twee van de mooiste valleien van de Vel'ká Fatra. In de valleien en kloven liggen rotsen in allerlei vormen en maten.