Vlak bij Šiatorská Bukovinka, niet ver van de Hongaarse grens staat het kasteel van Šomoška. Het kasteel is waarschijnlijk in de tweede helft van de 13e eeuw gebouwd, na de invasie van de Tataren. Het was bedoeld als verdedigingswerk. Nadat de opstand van Rákoczi door de keizer was neergeslagen, liet hij de meeste burchten op de verdedigingslinie vernietigen. Het kasteel van Šomoška werd wonderwel gespaard. Maar omdat het verlaten werd, raakte het toch in verval. De laatste toren die overbleef brandde aan het begin van de 19e eeuw af, nadat de bliksem erin was geslagen. In 1972 is het kasteel gerenoveerd. Het staat op een rotsheuvel die wel de Stenen Waterval (Kamenny Vodopád) wordt genoemd. Zeskantige basaltstrengen lijken van onder het kasteel naar beneden te stromen. Het basalt werd gebruikt voor straatstenen in Boedapest en andere Hongaarse steden. Soortgelijke rotsformaties komen veel voor in het natuurgebied Cerová Vrchovina. Bijzonder aan deze waaier van basalt is dat de strengen opvallend gelijkmatig zijn en vrij smal. In het bos vlak bij het kasteel ligt een grote, stenen vlakte. Het wordt wel de Stenen Zee genoemd.