Dat Knin belangrijk was blijkt wel uit het feit dat de plaats al in 1078 door koning Zvonimir werd aangewezen als bisschopszetel. De naam van deze koning is onverbrekelijk met de stad verbonden, hij werd in de omgeving ervan vermoord. Vele koningen na hem kozen Knin als plaats voor hun residentie. De traditie duurde voort tot en met de laatste Kroatische koning Petar Svačić. Als gevolg van deze koninklijke belangstelling werd de eerste kerk in Knin al in de 1e eeuw gebouwd.

Ook de fortificaties waren zeer indrukwekkend en binnen de grootste ervan vond men een veilig onderkomen. Het stond bekend als ‘de sleutel tot Kroatië’ en met een afmeting van 470 bij 110 meter, de grootste in z’n soort in Kroatië. Het wordt nog steeds gerekend tot de belangrijkste historische monumenten van het land.

In feite bestond het fort uit twee gedeelten: Lab was de residentie van de bans, Knin de residentie van hun plaatsvervangers. Knin neemt nog steeds een belangrijke economische plaats in met diverse hogere scholen, waaronder een economische dependance van de universiteit van Split, er is een ziekenhuis en er zijn diverse fabrieken.

In de omgeving van de plaats begon in 1989 de vrijheidsstrijd van Kroatië en het speelde ook nog een belangrijke rol tussen 1991 en 1995. Tijdens de (mislukte) pogingen om een zelfstandige republiek Krajina te stichten, werd Knin als hoofdstad van die republiek aangewezen. Bekend werd het tafereel waarbij president Tuđman in Knin de Kroatische vlag kuste, voordat deze op het fort gehesen werd na de herovering van Knin op de Serven in 1995.