Zuid-Bohemen

Swipe

Jindqichåv Hradec

Niet ver van de Oostenrijkse grens, aan de rivier de Nežárka ligt het stadje Jindrichuv Hradec. Het stadje is vooral interessant vanwege de indrukwekkende burcht. Dit slot is als enige in Bohemen nooit verkocht, maar is door overerving en huwelijken in andere handen overgegaan. Jindrich (Heinrich) Vítkovec (uit het geslacht van de latere Rožmberks, van de tak van de heren van Hradec) bouwde rond 1220 op deze plek een Romaanse burcht die hij Nova Domus (Nieuw Huis) noemde. In 1242 stond de vesting onder de naam Gradus bekend. Later werd het gebouw door de Tsjechen naar Jindrich vernoemd. Tussen 1260 en 1270 verving een vroeg-gotische burcht het oorspronkelijke gebouw. In de daaropvolgende eeuwen werd het bouwwerk regelmatig gerenoveerd en uitgebreid.

Het complex omsluit drie binnenhoven. De toegangspoort leidt naar de eerste hof, die in de renaissancestijl is uitgevoerd. De tweede binnenhof doet daarentegen middeleeuws aan. Bij de achterste binnenhof heeft wederom de renaissancestijl de overhand. Hier worden de gevels door arcaderijen verluchtigd. Vanaf de laatste binnenplaats bereikt u de kasteeltuin. In het zestiende-eeuwse tuinpaviljoen werden in vervlogen tijden feesten en partijen gegeven. Het orkest zat daarbij in de kelder. De muziek kwam door het gat in het blok, midden op de vloer van het paviljoen naar boven.

Schilderijen van barokke meesters zoals Peter Brandl (1630-1680) en Karel Škreta (ongeveer dezelfde periode) bedekken de wanden van het kasteel. De muurschilderingen in de kapel dateren uit de veertiende eeuw. Het onderwerp van de schilderingen in het ernaast gelegen vertrek, zijn taferelen uit de Jorislegende.

Tussen het kasteel en het marktplein, Námestí Míru, staat het voormalige jezuïetenseminarie. In het vroeg-zeventiende-eeuwse gebouw is nu het stedelijk museum gehuisvest. De trots van dit museum is de enorme, schitterende kerststal, bestaande uit 1398 merendeels bewegende beeldjes en objecten. De kousenmaker Tomáš Kryza (1838-1918) heeft een groot deel van zijn leven aan de kerststal gewerkt. Hij had daarvoor alleen zijn vrije tijd beschikbaar. In die dagen was dat niet zoveel, zodat het niet verwonderlijk is, dat hij zo lang met de kerststal bezig was. De stal is een paar jaar geleden opgenomen in het Guinness Book of World Records.

Een ander interessant deel van de collectie vormen de beschilderde schietschijven. Jindrichuv Hradec kende vanaf de veertiende eeuw tot 1923 een schuttersgilde. De oorspronkelijke taak van dit gilde was de verdediging van de stad. Toen dat niet langer nodig was, organiseerde het gilde schietwedstrijden. De schietschijven die voor dat doel gemaakt werden, bestonden uit vierkante houten borden (60x60 cm) die beschilderd werden met olieverf. De meest gebruikte motieven waren taferelen uit de geschiedenis van de stad en de schuttersgilden. Op een van de borden is de verdeling van de rozen (zie Cesky Krumlov) te zien.

Om de hoek van het museum vormt de Nežárecká poort de toegang tot het oude stadscentum. De laatgotische poort stamt uit 1463. In dat jaar werden nieuwe muren rondom de stad aangebracht ter vervanging van de stadswallen uit de dertiende en veertiende eeuw. Onder de poort door links loopt het oudste straatje van Jindqichåv Hradec. Hier woonden leerlooiers. Ze hadden een plek vlak aan de rivier uitgekozen, omdat ze bij hun werk water nodig hadden. De ronde toren die u kunt zien als u in het straatje loopt, is de zogenaamde Zwarte Toren. Hier kookte Perchta voor de armen. Elk jaar op Witte Donderdag wordt deze traditie in ere gehouden.

Terug door de poort, in de richting van het oude marktplein passeert u de vroeggotische Maria Magdalenakerk. De voormalige Maria Magdalenakerk was het oudste gebouw van Jindrichuv Hradec, totdat vlammen het godshuis in 1615 volledig in de as legden. De huidige, vroegbarokke kerk stamt uit 1628. De orde der jezuïeten kreeg de kerk in 1594 in handen. Daarvoor hadden ridders van de Duitse orde de kerk, die zij in de dertiende eeuw gesticht hadden in bezit. Naast de kerk ligt het jezuïetencollege. De jezuïeten lieten het college tussen 1595 en 1605 optrekken. De orde werd aan het einde van de achttiende eeuw door de keizer opgeheven. Later heeft het college als kazerne gediend. De torens van de gotische Maria-Hemelvaartkerk, die tegenover de Maria Magdalenakerk ligt, steken hoog boven de stad uit. Met de bouw van de kerk werd in 1360 begonnen. Aan het begin van de vijftiende eeuw was het werk voltooid. Op de muur van de kerk is de plaats gemarkeerd waar de 15e meridiaan door Jindrichuv Hradec loopt. In het plaveisel is een stukje van de meridiaan te zien.

Het middelpunt van het driehoekige marktplein (Námestí Mirú) vormt de Maria-Hemelvaartzuil uit 1764. Aan het plein staan voornamelijk barokke en classicistische burgermanshuizen die hier na de verwoestende brand van 1801 zijn neergezet of gerestaureerd. Een uitzondering vormt het aan de noordzijde gelegen stadhuis. Dit pand werd tussen 1801 en 1807 in gotische stijl verbouwd. Naast het voormalige franciscanenklooster staat de gotische Sint-Catherinekerk (1478-1491) en daarnaast een klein klooster uit 1534, dat ooit als verblijfplaats voor de weduwen van de heren van Hradec fungeerde.

Meer informatie over het kasteel: http://www.zamek-jindrichuvhradec.eu/en/

Jindrichuv Hradec ligt tussen Obratan en Nová Bystrice. Een smalspoorlijn verbindt de 3 plaatsen. De rails liggen maar 76 centimeter uit elkaar. De afstand tussen moderne rails is ruim 143 centimeter. In de zomer rijden weer oude stoomtreinen met historische wagons over de ruim 100 jaar oude rails. Bezoekers kunnen met de trein een ritje maken.

10 prachtige bestemmingen in Jindqichåv Hradec en Tsjechië